Onderzoek op de website van een aantal politicologen:
Welke morele intuïties gaan er schuil achter de anti-immigratiestandpunten van PVV-kiezers?
Auteur: Koen Damhuis is universitair docent bij het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht.
Eén van de meest opvallende bevindingen in bestaand onderzoek onder Nederlandse kiezers is de
relatieve stabiliteit van politieke voorkeuren over de tijd. Zo staan kiezers qua inkomensverdeling al decennia links van het midden en qua integratie van nieuwkomers juist rechts van het midden. Ook blijkt keer op keer dat het onderwerp immigratie cruciaal is voor stemmers van partijen als de Partij Voor de Vrijheid, die soms ook wel “anti-immigrantenpartijen” worden genoemd.
Een belangrijke vraag is dan ook: wat is het precies dat de anti-immigratiestandpunten van de PVV zo aantrekkelijk maakt voor vele honderdduizenden Nederlandse kiezers?
Precies dit soort alledaagse termen staan centraal in wat je de morele intuïties van kiezers kunt noemen, dat wil zeggen: manieren van naar de wereld kijken die zo vanzelfsprekend zijn dat ze geen verdere uitleg behoeven – met andere woorden, die voor hen common sense zijn. In een artikel dat Linus Westheuser en ik schreven, onderscheiden we drie van zulke morele intuïties die een cruciale rol spelen in de anti-immigratiestandpunten van PVV-kiezers.
Verdiende waardering
De eerste morele intuïtie, die je als “verdiende waardering” kunt omschrijven, gaat over het beeld dat deze kiezers van zichzelf hebben; en de wijze waarop ze dit afzetten tegen mensen die niet aan dat zelfbeeld voldoen.[...]
Dit betreft dan in het bijzonder aan migranten, die door Wilders veel van zijn kiezers worden gezien als “profiteurs” en “gepamperde gelukszoekers”. Hoewel de precieze out-groups op wie de PVV-leider mikt variëren, van “luie Grieken” tot “lanterfantende moslimimmigranten”, appelleert het discours van Wilders zo aan een meer algemeen moreel principe: dat er een vorm van wederkerigheid moet bestaan tussen inspanning en beloning.
Noodzakelijke prioriteiten
De tweede morele intuïtie die ik in veel gesprekken met PVV (en Le Pen-)kiezers terug hoorde komen draait om het voor hen evidente punt van noodzakelijke prioriteiten. [...]Precies vanwege schaarste is solidariteit noodgedwongen beperkt en staan de belangen van het zelf en de in-group centraal (waarbij de PVV-kiezers die ik sprak zich, net als vele andere Nederlanders, primair met de nationale in-group identificeren). Goed zijn voor iedereen zou mooi zijn, maar dit wordt gezien als een wereldvreemde, “geitenwollensokken”-wens.
Gedeelde regels
De derde morele intuïtie die in mijn interviews met Wilders- (en Le Pen-)kiezers naar voren kwam, draait om gedeelde regels. Of meer specifiek: de overtuiging dat elke gemeenschap een vaste set gewoonteregels heeft en dat je er alleen bij hoort als je laat zien dat je je aan deze regels houdt. Aan de basis hiervan staat het idee dat immigranten kiezen voor een bepaald land – en blij moeten zijn om hier als gast te worden opgevangen. Volgens deze bezoekersanalogie, dienen gasten zich beleefd te gedragen ten opzichte van hun gastheren en gastvrouwen, en zich te voegen naar hun gebruiken. Want anders, zoals een PVV-stemmende technicus van middelbare leeftijd me vertelde, worden mensen die hier al tijden wonen “vreemden in hun eigen huis”. Om te vervolgen: “Als jij hier naar Nederland komt, ben je een gast en moet je je gedragen. Als ik te gast ben bij jou, pas ik me aan jou aan. Ik zou het niet eens durven om mijn gastheer of jouw familie te beledigen.
Deze derde morele intuïtie sluit niet alleen aan bij het discours van Wilders, waarin Nederlanders hun land en cultuur dreigen te verliezen door onaangepaste immigranten. Het sluit ook aan bij eerdergenoemd survey-onderzoek. Dit laat al decennia zien dat een zeer groot deel van de Nederlandse bevolking graag ziet dat migranten, in plaats van hun eigen cultuur te behouden, zich aanpassen aan de cultuur van het land van aankomst. Met andere woorden: het suggereert dat de morele intuïties die ik waarnam in mijn interviews met PVV-kiezers veel breder leven dan onder de PVV-achterban alleen. En dat – hoewel de PVV vorig jaar al de grootste verkiezingszege ooit behaalde, met bijna een kwart van de stemmen – het reservoir met potentiële PVV-steun nog een stuk groter is. Dit blijkt ook uit postelectorale peilingen waarin de PVV tussen de 40 en 50 zetels staat. Het lijkt dan ook een relevante vraag hoe andere partijen en instituties in Nederland zich kunnen verhouden tot de bovengenoemde intuïties.
Deze standpunten en observaties zijn natuurlijk niet nieuw, het artikel zou wat sterker geweest zijn als het meer in de context van de geschiedenis van politiek beleid te zijn geplaatst. Want in de politieke geschiedenis is er op genoemde morele punten de afgelopen 40/50 jaar tegenstrijdig beleid gevoerd. Meer specifiek, conservatieve partijen zoals o.a. het CDA en de conservatieve vleugel van de VVD hebben wel deze morele punten vaak in hun verkiezingsprogramma en uiten die in hun PR strategie, maar hebben die punten zelden waargemaakt. Deels omdat ze zelf intern andere belangen prioriteerden zoals op economisch vlak, deels omdat het gewoon niet meer mogelijk is de samenleving die grotendeels neoliberaal en individualistisch is ingericht.
Op economisch vlak zijn deze partijen veelal gericht op bedrijfsbelangen, wat inherent altijd een druk/lobby oplevert voor meer (arbeid)migratie. Migratiedruk aan de onderkant van de samenleving levert een de andere kant i.v.m. neoliberaal beleid ook een schaarste reflex op, zoals je ziet op de huizenmarkt en arbeidsmarkt.
Beleid op gedeelde normen en waarden ontbreekt in z'n geheel bij conservatieve partijen, veel meer dan het benoemen ervan is ook niet meer mogelijk in de huidige maatschappijinrichting zoals je zag met Balkenende. Onze maatschappij en instituties zijn ingericht als liberaal en gericht op individuele vrijheden, hierin is er geen ruimte om collectief en/of centraal normen en waarden af te dwingen.
Aan de andere kant is het probleem dat deze liberale inrichting juist ook geen middelen heeft om groepsvorming omtrent anti liberaal gedrag vanuit de maatschappij zelf te voorkomen, men geeft juist de infrastructuur om het te faciliteren (d.w.z. de liberale vrijheden). Men kan dus ook geen individualisme en liberale waarden afdwingen. Zowel niet bij de groep migranten alsmede niet bij de onderzoeksgroep die sceptisch is over dit onderwerp.
Een samenleving die is ingericht op individualisme en liberale waarden zou,
in theorie, geen problemen moeten hebben met migratie. Immers als iedereen liberaal denkt vanuit individualisme, dan zijn er ook geen botsingen mogelijk op het vlak van cultuur en normen en waarden.
Echter, niet iedereen die in de samenleving leeft of die er naar toe migreert is liberaal en individualistisch.
Ik denk dat bovenstaande probleem veel westers samenlevingen in een deadlock heeft gemanoeuvreerd, waardoor juist radicale/extreme partijen kunnen opkomen. Die vervolgens vaak tegen dezelfde problemen aanlopen, wat een negatieve feedback veroorzaakt die deze partijen vaak nog extremer/radicaler maakt.
Wat vooral ontbreekt zijn oplossingen binnen het politieke en maatschappelijke debat, maar wat bovenal ontbreekt is ideologische consistentie en oprechtheid hierin. D.w.z. veel politieke partijen hebben tegenstrijdige standpunten op het vlak van migratie en integratie doordat men economische belangen prioriteert. Maar schuiven deze verantwoordelijkheid af, wat vervolgens ook niet wordt geuit door journalistiek en media. Het is dus niet duidelijk voor kiezers welk beleid ze uiteindelijk krijgen als ze op een partij stemmen die wel zegt deze standpunten op migratie/integratie te onderschrijven.
Dat komt name ook omdat migratie een secundair gevolg is van beleid, je kan het niet direct sturen, het is het gevolg van bijvoorbeeld economische inrichting en/of deelname aan internationale organisaties. Je kan bijvoorbeeld niet wensen dat we laagopgeleide arbeid vragen voor transport/logistiek/agrarische/etc industrie, maar aan de andere kant juist geen arbeidsmigratie willen. Deze tegenstrijdigheid zie je nu ook in het huidige kabinet.
Maar elders zie je dat ook, zie het H1B migratiedebat tussen maga en de oligarchen in de VS. Of
de enorm toename van migratie naar het VK, nadat de bevolking in het VK de brexit als signaal gaven voor juist veel minder migratie.