Blihi schreef op dinsdag 17 oktober 2023 @ 14:15:
[...]
Die minimale 1,2 liter/min is voor het sanitair watercircuit. Bij minder dan 1,2 liter/min kan de ketel zijn warmte niet kwijt aan het inkomende koude water en gaat deze dus pendelen bij het tappen van warm water. Dit heeft niets met het CV circuit te maken.
Het is overigens de oorzaak van storingen bij CV ketels wanneer een douche-WTW toegepast wordt.
[...]
Ik heb al toegegeven dat ik hier fout zat. Heb geen ego die in de weg staat, dus bij deze nog een keer: ik zat hier fout. Excuses voor de verwarring.
Een CV ketel werkt optimaal als deze een zo laag mogelijke retourtemperatuur heeft. Dat bereik je door een zo laag mogelijk pomptoerental en een zo laag mogelijke aanvoertemperatuur, waarbij het water over het gehele oppervlakte van de radiator afkoelt. Het water moet 10cm boven de onderkant van de radiator dus warmer zijn dan aan de onderkant.
Ik zou niet weten waarom die 10 cm er toe doet. Het enige wat de afgifte bepaalt is de gemiddelde T van de radiator.
De gemiddelde temperatuur van de radiator wordt bepaald door de delta-T over de radiator en het afgiftevermogen door de gemiddelde temperatuur.
Mee eens.
De truc is om op zoek te gaan naar de minimale gemiddelde temperatuur bij elke buitentemperatuur. De flow moet daarbij zo gekozen worden dat de radiator over het hele oppervlak warmte aan de ruimte afstaat. Idealiter is de watertemperatuur bij het verlaten van de radiator gelijk aan de ruimtetemperatuur.
Niet de minimale gemiddelde, maar gewoon de gemiddelde denk ik dat je bedoelt. Bij elke buitentemperatuur hoort in theorie een gemiddelde temperatuur van de radiator waarbij het afgiftevermogen in balans is met het warmteverlies. Die is niet te laag, maar ook niet te hoog. Tenzij bij opwarmen na een nachtverlaging waarbij er een hoger gemiddelde temperatuur nodig is dan enkel om de ruimte warm te houden.
Als de flow te laag wordt, dan gaat de radiator vanaf een bepaald punt de ruimtetemperatuur aannemen en doet deze dus niets meer. Je kunt dat efficient noemen, maar het betekent feitelijk dat je met een kleinere radiator af kunt.
Nee, want als het goed is vraagt de thermostaat vanzelf een hogere aanvoertemperatuur van de ketel totdat de eerdergenoemde balans weer is bereikt.
Ik ben het wel met je eens dat bij de ontwerpbuitentemperatuur van -10 °C dit het geval moet zijn, anders heb je inderdaad te grote radiatoren.
Aan de andere kant moeten de radiatoren ook groot genoeg zijn om in de toekomst voldoende afgifte te geven bij warmtepompvriendelijke temperaturen.
In de praktijk kun je je systeem nooit zo regelen dat je onder alle omstandigheden de juiste radiatortemperatuur hebt. Deels omdat je afhankelijk bent van alle andere radiatoren in het huis, deels omdat je nooit exact kunt compenseren voor de schommelingen van buitentemperatuur en/of van zon-instraling.
Dat is ook het werk van de thermostaat. Daar is hij voor zoals je hier later schrijft. Die is constant aan het registreren en regelen.
Dus in de praktijk richt je de CV zodanig in dat de Tr rond de 30 zit. De Ta laat je constant en de flow laat je mee-moduleren met het CV vermogen. Lager vermogen nodig = lagere flow = lagere Tr.
Je kunt ook Ta mee laten bewegen met de buitentemperatuur: Hogere buitentemperatuur = lagere Ta = lagere Tr bij constante flow.
Je kunt zelfs zowel flow als Ta laten meebewegen, maar dan ga je een lineair systeem kwadratisch regelen, dat is niet handig.
Niet alle ketels hebben een modulerende pomp of een Tr sensor.
Ik zou stellen dat
in geval van enkel radiatoren de maximale Ta er niet toe doet en gerust mag oplopen. Je kiest de laagst mogelijke pompsnelheid waarbij in extreme kou de gemiddelde temperatuur van de radiator genoeg afgifte heeft om de ruimte op de gewenste temperatuur te houden. Hierbij geldt dat de laagste Tr de hoogste rendement geeft. De (hopelijk) modulerende thermostaat regelt de boel.
Dat is een algemeenheid om die geldt voor de verscheidenheid aan systemen met radiatoren.
De kamerthermostaat regelt uiteindelijk dat gemiddeld het juiste vermogen afgegeven wordt aan de ruimte door in de tijd te moduleren. Dat kan PWM, of via hysterese. In beide gevallen kun je dus minder vermogen afgeven aan de ruimte dan de ketel minimaal moet produceren als hij aan staat.
PS. Dit verhaal is nagenoeg hetzelfde voor een Warmtepomp, met het verschil dat je daar een zo efficient mogelijk systeem krijgt met een zo laag mogelijke Ta (de Tr doet er niet toe) en dat je dus een zo hoog mogelijke flow moet hebben om dezelfde gemiddelde temperatuur te halen.
Eens met deze laatste twee paragrafen.
*Edit: puur kijkend naar de warmteoverdracht is er geen enkel verschil tussen een warmtepomp en een cv-ketel. De eerste rendeert het meest bij de laagst mogelijke Ta en de laatste bij de laagst mogelijke Tr.*
Ook in jouw verhaal lees ik geen weerlegging waarom je niet met lage debieten zou werken, anders dan dat je misschien op de aanschafkosten van radiatoren had kunnen besparen. Ik zou echter niemand aanraden om te zuinig te zijn met afgiftevermogen. Alleen als de Ta niet hoger kan om de gewenste afgifte te behalen hoeft het minimaal ingestelde debiet omhoog.