Zou kunnen, want de meeste overheidsorganisaties willen liever buitengerechtelijke geschillenbeslechting dan een rechtsgang.
Ze doelen wellicht op een geschillencommissie, waar je misschien sowieso niet mee bezig wilt. Het ECC heeft over ADR op de Europese website staan:
https://ec.europa.eu/info...e-resolution-consumers_en
Er is overigens een Europese richtlijn ADR en ODR (online buitengerechtelijke geschillenbeslechting). De koppeling van Nederlandse overheid naar de richtlijn staat hier:
https://wetten.overheid.n...g=2020-11-25&z=2020-11-25
Voor zover ik weet is ADR/ODR voor ondernemers niet verplicht gesteld via een implementatiewet die volgt vanuit de richtlijn (overweging 49), maar kan een lidstaat dat wel verplicht stellen.
Uiteindelijk zou het gezien de opmerking van de verkoper kunnen uitdraaien op een EPGV, waarin je van de verkoper de aankoopprijs terugvordert. Hoe dit precies uitpakt onder Belgisch recht weet ik niet, maar de richtlijn is in Europa hetzelfde (harmonisatie van wetgeving in de EU is immers het doel).
danda schreef op woensdag 25 november 2020 @ 11:13:
[...]
pure nonsens, de wettelijke aansprakelijkheid ligt bij de verzender. De verkoper is alleen wettelijk verplicht de kosten voor de retourzending voor KOA te dragen en dat heeft hij bij deze gedaan.
Reacties die beginnen met dergelijke woorden trekken de aandacht. Misschien begrijp ik je verkeerd, weet jij veel van Belgisch recht (ik niet) of hoe de richtlijn in België is geïmplementeerd, maar het zou hier volgens mij onder Nederlands recht gaan over twee ongedaanmakingsverplichtingen die ontstaan na ontbinding op grond van EU herroeping (art. 13 lid 3 en art. 14 lid 1
richtlijn EU/2011/83) zoals in Nederland geïmplementeerd in
6:230r lid 1 en 4 jo 6:230o BW.
Dat betekent m.i. dat een verkoper onverwijld moet terugbetalen na ontbinding op basis van herroeping als de koper heeft aangetoond dat de zaak is teruggezonden, maar uiterlijk binnen 14 dagen en dus niet pas nadat de zaak is ontvangen. Als Belgisch recht van toepassing is (wat ik vermoed), en de koper via bijvoorbeeld een EPGV terugbetaling vordert, dan is dus de vraag hoe een Belgische rechter een verzendbewijs met gewichtsaanduiding ‘weegt’ (no pun intended) in de context van Belgisch recht en art. 13 lid 3 van de richtlijn.
Let op dat de verkoper onder Nederlands recht ook bij terugbetaling nog wel een vordering zou houden op de koper om de zaak terug te leveren, maar (onder Nederlands recht) daarvoor waarschijnlijk ook de stelplicht en bewijslast draagt. Het is dus ook de vraag hoe een Belgische rechter bijvoorbeeld de video ‘weegt’ als dat zou worden ingebracht.
Maar dit soort punten lijkt mij vooral iets voor het ECC België of een andere juridisch adviseur/advocaat om over te adviseren als het tot een rechtsgang zou komen.
[
Voor 6% gewijzigd door
Yorinn op 25-11-2020 13:34
]
Onder voorbehoud van (type)fouten. Handelen naar mijn reactie is voor eigen rekening en risico. Win zo nodig zelf (betaald) advies in bij een expert.