voske schreef op donderdag 14 januari 2021 @ 13:03:
[...]
Punt is wel dat dit primair een keuze is van de wetgever, dus de regering en de Tweede en Eerste Kamer. Schrijf je keiharde wetgeving zonder hardheidsclausule dan krijg je keiharde uitvoering van de wetgeving en keiharde rechtspraak over die wetgeving.
Ik kan niet zeggen dat ik het in alle opzichten eens ben met het artikel van Tjeenk Willink in het
NRC, maar het benadrukt wel een aantal elementen die zeker in de Tweede Kamer naar mijn idee genegeerd worden:
[...]
Voorzichtig, het is eerst een politieke keuze, vanuit doelstelling van herordening. Pas daarna vertaalt zich dat in opdracht aan de wetgever, waarna er beleid volgt. Dat beleid wordt voorzien van fundament door die wetgever.
Anders gezegd, hij zoekt dus wat past om de implementatie van de opdracht te verkopen met loon voor de politieke actor zodat die het kan gebruiken voor bindingskracht.
Daarmee ligt er een bijzondere perverse prikkel in dit politiseren.
Willink heeft daar bij het onderzoek staatkundige vernieuwing op gewezen als extreem risico. Dat hele proces werd botweg niet opgepikt door media omdat men niet zag hoe dit te vertalen naar hun verkoop. Ook daar lag er een bijzondere rol voor media, net als bij deze en elke vorige iteratie van deze kwestie.
De burger begrijpt dit niet omdat dit niet zichtbaar gemaakt wordt. Toch loont het zich om hier even over na te denken. Juist wanneer de burger zelf niets te doen heeft met de slachtoffers van de specifieke kwestie. Immers, wanneer we überhaupt perverse prikkels toelaten weten we dat ze een eigen leven gaat leiden en tot kwesties leiden.
“Normaliter” is dat binnen een aandachtsgebied en gaat het daar dan mis.
Maar hier ligt de perverse prikkel dus op een niveau wat elk aandachtsgebied aanstuurt.
Ik herhaal dat maar even. Elk aandachtsgebied. Immers, doelstelling herordening. Immers, politisering. Immers, bindingskracht als loon. De ultieme drug voor politiek.
Het probleem zit hem niet eens in het harde van het fundament hier. Het probleem zit hem in het als fundament gebruiken van nota bene normatieve waarden om de perverse prikkel te introduceren - om het gewenste loon te bereiken. Daarmee is er sprake van iets wat we uit de tegenwoordige tijd van het VK en de VS zouden moeten kunnen herkennen.
Een integrale focus op zelf versterkend proces.
Dus even cru:
- perverse prikkel
- zelfversterkend proces
- voor elk ordeningsvraagstuk
Sta er even bij stil.
Als het hier om een onderneming ging dan stonden de commissarissen net zo hard te stuiteren als een ondernemingsraad. Immers, uit bedrijf- en bestuurskunde is pijnlijk goed bekend hoe dat eindigt. In gulzigheid en hardheid als basis voor bedrijfskritieke processen. Het is lang zoeken naar ondernemingen in dergelijke omstandigheden waar het niet eindigt in óf faillissement, óf een drama van escalaties waar uiteindelijk de leegloop volgt en de onderneming een prooi wordt voor economische activiteit die niets op heeft met bedrijfscontinuïteit.
Gelukkig hebben we het hier niet over een onderneming, enkel over een land ... het is bijna een schoolvoorbeeld van beperking van denken vanuit aanwezig geloofsgedrag in narratief. Maar dit terzijde.
Enfin, nog een keer:
- perverse prikkel
- zelfversterkend proces
- voor elk ordeningsvraagstuk
Bot gezegd, dan loont het zich om even goed te kijken naar wat geconstateerd wordt. Een verschuiving van richting van de lijnen tussen overheid en burger, én een revisie van machtsverhouding tussen burger en overheid.
Willink heeft ook daar eerder op gewezen, en bij deze kwestie is vrij goed zichtbaar dat zijn waarschuwing werkelijkheid geworden is.
Als we dit vertalen in hapklare samenvatting dan ligt er ineens dit op tafel:
- de burger heeft enkel macht wanneer de overheid dat toestaat
- de politiek stelt dit als universeel doel
Het maakt dus niet uit of de burger in de bijstand zit of het derde pand aanschaft voor schaalvergroting in wegen naar vermogen en pensioen.
Immers, deze kwestie is enkel een voorbeeld van gevolg van de machtsverschuiving bewerkstelligd in gepolitiseerd beleid waar de hele basis een existentiële impuls geeft tot uniform toepassen op alles.
Al met al is al dit een pijnlijk voorbeeld van gevolgen van het fixeren van een debat op het detail. Prima verklaarbaar, maar het is met slechts weinig moeite goed zicht- en meetbaar dat de kwestie gereduceerd wordt tot
a) ethische en
b) procedurele arena voor
c) collateral damage bij
d) gerechtigd beleid op
e) basis van doelstelling van uniforme toepassing
f) ongeacht wie, waar of wanneer.
Een aardbeving in Turkije heeft minder resonantie dan in Groningen. Maar dit is geen aardbeving, het is het onder het huis uit halen van de funderingen.
Deze hele affaire als toepassing is zo gruwelijk herkenbaar voor elk trucje uit de doos van machtspolitiek dat ik het Kamer en media niet eens kwalijk kan nemen dat ze er niet in slagen om breder blikveld toe te passen dan dat van micro en macro niveau. Maar, daarmee ligt hier een harde situatie van “de burger is zelf slimmer, of de burger gooit zijn eigen ruiten in voor de volgende winter”.
Als bij deze kwestie geen finale verantwoordelijk én aansprakelijk wordt toegepast, als er dus geen consequenties zijn conform het aanwezige bestel, dan is elke burger daarmee de Sjaak. Om het maar even plastisch uit te drukken.
Elke burger in elke omstandigheid hangt dan immers een zwaard van Damocles boven het hoofd waarbij onbekend is waar of wanneer dat toegepast wordt. Als component van bestel waar in een democratische rechtsstaat de macht hoort te rusten, verliest de burger die macht.
Als we willen zien hoe zaken eindigen wanneer er geen consequenties meer zijn, ik zou zeggen, mensen kijk voor de grap eens naar de VS en het VK. Al de perikelen daar komen direct uit het verdwijnen van consequenties voor alles wat hoger staat dan de burger.
Zoiets kan verdomd snel gaan. Want je kan het niet eens aan zien komen. Je doet niets fout dan, maar je was al fout. En je had al geen macht meer.
[
Voor 7% gewijzigd door
Virtuozzo op 14-01-2021 13:54
]
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.