Maar wat heb je daar maatschappelijk aan? Je gaat er met die redenatie volgens mij aan voorbij, dat het doel was om docenten op te leiden en les te laten geven. Niet om ze thuis te laten zitten of ergens anders te laten werken toch?
Ik heb geen bron, maar ik vermoed dat zo’n meritocratische gedachtengang een belangrijke rol speelt bij o.a. de beleidsmakers van de afgelopen kabinetsperiodes.
Het gaat namelijk sterk uit van de zelfredzaamheid van een docent, om zich door een oerwoud aan regels en richtlijnen heen te werken. Ze hanteren dus een “knijp” en “piep” systeem. De redenatie lijkt vervolgens te zijn: “Lukt het om zelfredzaam te zijn? Dan heb je een goede medewerker. Lukt het niet? Kaf van het koren.” En daarna presteren diezelfde beleidsmakers het om die autonomie steeds verder in te perken. Ik ben niet verbaast over de uitkomst.
Vakbonden zijn in mijn ogen een geïnstitutionaliseerde vorm om je als groep tegen bovenstaande gedachtegang van een overheid/werkgever te wapenen. Het eindpunt is een sterk gepolariseerde samenleving (beroepsgroep
tegen de overheid). Veel logischer is het om als werkgever/overheid en werknemers samen te werken aan zoiets als werkdruk. Ik heb het idee dat het concept “sociale partners” een soort bureaucratisch clubje is geworden, waar weinig oor is voor de werkelijke problemen. Helaas lijkt de overheid daaroverheen de afgelopen jaren steeds meer een laisser-faire mentaliteit te hebben ontwikkeld, omdat ze wellicht denken dat het micro-management voorkomt. En die mentaliteit wordt (niet verrassend) overgenomen door veel andere lagen.
Het is niet de enige oorzaak, maar waarschijnlijk wel een belangrijke. Dat moet je dus niet aan het toeval van het individu overlaten, maar onderdeel maken van ieders werk.
Klopt. Maar zoals @
Croga eerder schreef, lukt dat de eigenaar van het macro-probleem ook niet.
Ofwel: Ja, de leerkracht kan zijn huidige probleem oplossen maar krijgt daarmee vanzelf een nieuw probleem omdat hij de oorzaak van het probleem niet daadwerkelijk aan kan pakken. En degene die de oorzaak wél aan kan pakken heeft geen idee hoe het probleem er uit ziet en is daarmee óók niet in staat het probleem op te lossen.
De Rijksoverheid (in het algemeen, de uitzonderingen daargelaten):
- heeft geen
uitgesproken lange termijn visie (meer), en “dus” geen problemen die je kan begrijpen als buitenstaander, alles waar ze tegen aanlopen lijkt ineens een probleem
- faalt in mijn ogen consequent om problemen eenvoudig beschrijven, hooguit in dikke onleesbare rapporten die vrijwel niemand echt leest
- kan daardoor dus ook geen serieuze oorzaakanalyse doen, want waar moet je naar kijken in die onleesbare rapporten?
- neemt daardoor tamelijk willekeurige en veel te detaillistische maatregelen, waardoor ze hun doel regelmatig missen, en als het lukt was het meestal meer geluk dan wijsheid
- controleert tijdens de uitvoering en achteraf niet goed of de uitgaven en genomen maatregelen ook werken, zie bijvoorbeeld het (gelukkig korte) rapport analyse compatibiliteitswet in mijn vorige post (p. 10 is leesbaar)
- leert daarmee dus tamelijk inefficiënt van de eigen aanpak, in mijn ogen ten koste van mensen die het werk voor ze uitvoeren