Het veranderen van aanspreekvormen, bijvoorbeeld "Man/vrouw --> Persoon", is een vorm van informatieverarming. Dat is niet inherent goed of slecht, maar het valt wel te analyseren.
Een theepot is een voorwerp. Als ik zeg "kun je mij die theepot brengen", dan weet je wat ik bedoel. Als ik zeg "kun je mij dat voorwerp brengen", dan moet ik meer informatie verschaffen door bijvoorbeeld te wijzen.
Als ik zeg "Man" of "Vrouw" dan weet je dat ik het over een "Persoon" heb. Dat zit erbij inbegrepen. Als ik zeg "Persoon" dan weet je niet of ik het over een man of vrouw heb. Het woord is dus armer aan informatie.
Die informatieverarming is ook de achterliggende reden waarom bepaalde groepen dit willen doorvoeren. Er zijn mensen die zich niet herkennen in de informatie die *zij denken dat* wordt overgedragen met het woord "man" of "vrouw". Dus willen ze de informatiewaarde van die woorden neutraliseren, want dan voelen ze zich niet gestereotypeerd / gelabeled / in een hokje geduwd / onderworpen aan verwachtingen.
Wat we met zijn allen in deze maatschappelijke discussie niet helder genoeg voor ogen hebben, is dat communicatie mét inhoud altijd risico's met zich meebrengt. Als je iets zegt dat echt iets betekent, dan kan je het bij het verkeerde eind hebben (in het geval van feitelijke communicatie) of je kunt op tenen gaan staan (in het geval van een subjectieve boodschap). Je neemt dus een risico door te communiceren. Maar wie niets zegt (ongeacht hoeveel woorden je daarvoor gebruikt) kan ook niets verkeerd zeggen.
Een goede wetenschapper zegt dingen die concreet gecontroleerd kunnen worden aan de werkelijkheid. "Dit voorwerp is 120,5 mm lang." Zodra er wordt gemeten, kan blijken dat hij het fout heeft. Maar als hij zegt "Dit voorwerp is tussen de 0 en oneindig meter lang" dan heeft hij altijd gelijk... alleen zijn uitspraak heeft geen waarde. Dat is de relatie tussen betekenis en risico.
Behalve bovengenoemde manier (woorden vervangen door informatiearme woorden) is er nog een strategie om dezelfde neutralisatie van betekenis ("vergrijzing van taal") te bereiken. Namelijk: de woorden zélf betekenisloos maken. Als iedereen triviaal kan bepalen dat zij vandaag "man" of "vrouw" zijn, omdat ze zich vandaag zo voelen - en er verder geen enkele informatie aan die identiteit gekoppeld is, zodat het altijd "klopt" - dan heeft het woord geen betekenis meer behalve dat het een label is die iemand voor zichzelf kiest.
Het is alsof je zegt "Het voorwerp is 120,5 mm lang, en wat een mm is mag je op elke manier kiezen zoals je wilt." Als alle personen op de wereld (van deze tot deze en alles ertussenin, en alles dat varieert op andere assen) kunnen claimen "man" te zijn en wij moeten dat van al die personen even geloofwaardig vinden - dan betekent het woord letterlijk niets meer dan "persoon" en kunnen we het dus net zo goed uit onze taal schrappen.
Maar woorden ontstaan organisch in sociale groepen, en ze blijven in de taal hangen omdat er een sociale behoefte aan is. Als er geen sociale behoefte was om over "mannen" en "vrouwen" te praten maar alleen over "personen", dan zouden die twee woorden niet bestaan.
Natuurlijk, de precieze betekenis van zulke woorden heeft vage, complexe grenzen die elke persoon anders interpreteert. In tegenstelling tot "dit voorwerp is 120,5 mm lang" zijn veel uitspraken niet eenduidig (en dus op die manier niet volledig betekenisvast.) Dat is de basis van het "zwart-of-wit argument": als jij mij niet precies en zonder uitzondering kunt vertellen wat het exact betekent om "man te zijn" dan is het woord een labeltje dat geen enkele relatie heeft met de werkelijkheid en daarom uitgebannen zou moeten worden.
Probleem is: dat argument geldt fundamenteel voor alle woorden met betekenis. Taal is wazig. Er is een voorwerp denkbaar dat de ene persoon nog wel een theepot vindt, en de ander niet meer. Dus het zwart-of-wit argument is in essentie dezelfde poging om betekenis te neutraliseren zodat het bijbehorende risico er niet meer is. Taal is wazig, maar het is beter dan het alternatief (geen communicatie). Liever een woord met enige variatie in de betekenis, dan een woord zonder betekenis. Ook 120,5 mm is een wazige lengte: tussen 120,45 en 120,55. Alles dat je kunt zeggen is inexact, maar het is beter dan niets zeggen.
Die sociale behoefte aan woorden waar ik hierboven over spreek, is in conflict met de wens van sommige mensen om alle conversatie over hun persoon te kunnen reguleren. Zij voelen zich geen softie/haantje/tomboy, dus mag niemand dat woord zeggen. De reactie van zo'n persoon op mijn eerder gemaakte theepot argument is: "ik ben geen theepot maar een levend wezen, dus voor mij gelden andere regels."
Maar mensen hebben altijd de behoefte om een eigen, vrije mening over andere mensen te vormen. Voor het goed functioneren van groepen mensen moet die informatie ook uitgewisseld kunnen worden (binnen redelijke grenzen van beschaafdheid). Dat betekent onder andere dat je collega's over jou moeten kunnen zeggen: "ik vind het wel een softie/haantje/tomboy/..."
Nu zijn er mensen die vinden dat de collega's dat niet mogen zeggen, omdat zij het alleenrecht willen om hun eigen public image te definiëren. "Ik voel me geen tomboy, dus mag jij dat ook niet vinden. Jij moet mij bevestigen in het imago dat ik mezelf graag aanmeet." Zoiets kan alleen bereikt worden door het inperken van de vrijheden van mensen, of door het neutraliseren van de betekenis van woorden. Beide zullen leiden tot een minder functionele maatschappij.
Een vergelijkbaar argument is "de maatschappij voert druk uit op mij, ik voel verwachtingen door dit taalgebruik". De realiteit is dat de maatschappij niet kan bestaan zonder allerlei touwtjes aan al zijn deelnemers te hebben. Iedereen voelt de druk van de maatschappij - niet alleen via taal, maar op vele andere manieren. Het is een gevolg van de collectief uitgeoefende keuzevrijheid besproken in mijn vorige verhaal. Daar komt uiteindelijk de behoefte aan woorden vandaan, en de bijbehorende betekenis van die woorden.
De enige manier om dat weg te krijgen, is alle touwtjes doorsnijden en alle krachten neutraliseren. Dan heb je wederom een maatschappij zonder vorm of betekenis - het doet niets meer. In zo'n maatschappij hebben woorden als "man" ook geen betekenis meer, want die betekenis wordt uiteindelijk ontleend uit een collectieve kijk op het concept. (Waarbij collectief niet betekent dat iedereen het precies zo ziet!)
Een ander vergeten begrip is de "onuitgesproken nuance". Hierboven schreef ik:
Maar er zijn ook mensen die horen "dat is een echte mannenfilm" en vervolgens slaat hun hoofd op hol en gaan er allerlei onzekerheden draaien. "Als ik naar die film ga en hem niets vindt, ben ik dan geen echte man meer?"
Ik stel voor dat er meer oplossingen zijn om deze mensen te helpen, dan het weghalen van de betekenis van "mannenfilm". We zouden bijvoorbeeld de nuance expliciet kunnen uitspreken. Dus: "dat is een film die overwegend elementen bevat die statistisch gezien gewaardeerd neigen te worden door personen met een bovengemiddeld testosterongehalte". Maar ook dat wordt op een gegeven moment disfunctioneel: er is geen gewoon gesprek meer mogelijk.
Een theepot is een voorwerp. Als ik zeg "kun je mij die theepot brengen", dan weet je wat ik bedoel. Als ik zeg "kun je mij dat voorwerp brengen", dan moet ik meer informatie verschaffen door bijvoorbeeld te wijzen.
Als ik zeg "Man" of "Vrouw" dan weet je dat ik het over een "Persoon" heb. Dat zit erbij inbegrepen. Als ik zeg "Persoon" dan weet je niet of ik het over een man of vrouw heb. Het woord is dus armer aan informatie.
Die informatieverarming is ook de achterliggende reden waarom bepaalde groepen dit willen doorvoeren. Er zijn mensen die zich niet herkennen in de informatie die *zij denken dat* wordt overgedragen met het woord "man" of "vrouw". Dus willen ze de informatiewaarde van die woorden neutraliseren, want dan voelen ze zich niet gestereotypeerd / gelabeled / in een hokje geduwd / onderworpen aan verwachtingen.
Wat we met zijn allen in deze maatschappelijke discussie niet helder genoeg voor ogen hebben, is dat communicatie mét inhoud altijd risico's met zich meebrengt. Als je iets zegt dat echt iets betekent, dan kan je het bij het verkeerde eind hebben (in het geval van feitelijke communicatie) of je kunt op tenen gaan staan (in het geval van een subjectieve boodschap). Je neemt dus een risico door te communiceren. Maar wie niets zegt (ongeacht hoeveel woorden je daarvoor gebruikt) kan ook niets verkeerd zeggen.
Een goede wetenschapper zegt dingen die concreet gecontroleerd kunnen worden aan de werkelijkheid. "Dit voorwerp is 120,5 mm lang." Zodra er wordt gemeten, kan blijken dat hij het fout heeft. Maar als hij zegt "Dit voorwerp is tussen de 0 en oneindig meter lang" dan heeft hij altijd gelijk... alleen zijn uitspraak heeft geen waarde. Dat is de relatie tussen betekenis en risico.
Behalve bovengenoemde manier (woorden vervangen door informatiearme woorden) is er nog een strategie om dezelfde neutralisatie van betekenis ("vergrijzing van taal") te bereiken. Namelijk: de woorden zélf betekenisloos maken. Als iedereen triviaal kan bepalen dat zij vandaag "man" of "vrouw" zijn, omdat ze zich vandaag zo voelen - en er verder geen enkele informatie aan die identiteit gekoppeld is, zodat het altijd "klopt" - dan heeft het woord geen betekenis meer behalve dat het een label is die iemand voor zichzelf kiest.
Het is alsof je zegt "Het voorwerp is 120,5 mm lang, en wat een mm is mag je op elke manier kiezen zoals je wilt." Als alle personen op de wereld (van deze tot deze en alles ertussenin, en alles dat varieert op andere assen) kunnen claimen "man" te zijn en wij moeten dat van al die personen even geloofwaardig vinden - dan betekent het woord letterlijk niets meer dan "persoon" en kunnen we het dus net zo goed uit onze taal schrappen.
Maar woorden ontstaan organisch in sociale groepen, en ze blijven in de taal hangen omdat er een sociale behoefte aan is. Als er geen sociale behoefte was om over "mannen" en "vrouwen" te praten maar alleen over "personen", dan zouden die twee woorden niet bestaan.
Natuurlijk, de precieze betekenis van zulke woorden heeft vage, complexe grenzen die elke persoon anders interpreteert. In tegenstelling tot "dit voorwerp is 120,5 mm lang" zijn veel uitspraken niet eenduidig (en dus op die manier niet volledig betekenisvast.) Dat is de basis van het "zwart-of-wit argument": als jij mij niet precies en zonder uitzondering kunt vertellen wat het exact betekent om "man te zijn" dan is het woord een labeltje dat geen enkele relatie heeft met de werkelijkheid en daarom uitgebannen zou moeten worden.
Probleem is: dat argument geldt fundamenteel voor alle woorden met betekenis. Taal is wazig. Er is een voorwerp denkbaar dat de ene persoon nog wel een theepot vindt, en de ander niet meer. Dus het zwart-of-wit argument is in essentie dezelfde poging om betekenis te neutraliseren zodat het bijbehorende risico er niet meer is. Taal is wazig, maar het is beter dan het alternatief (geen communicatie). Liever een woord met enige variatie in de betekenis, dan een woord zonder betekenis. Ook 120,5 mm is een wazige lengte: tussen 120,45 en 120,55. Alles dat je kunt zeggen is inexact, maar het is beter dan niets zeggen.
Die sociale behoefte aan woorden waar ik hierboven over spreek, is in conflict met de wens van sommige mensen om alle conversatie over hun persoon te kunnen reguleren. Zij voelen zich geen softie/haantje/tomboy, dus mag niemand dat woord zeggen. De reactie van zo'n persoon op mijn eerder gemaakte theepot argument is: "ik ben geen theepot maar een levend wezen, dus voor mij gelden andere regels."
Maar mensen hebben altijd de behoefte om een eigen, vrije mening over andere mensen te vormen. Voor het goed functioneren van groepen mensen moet die informatie ook uitgewisseld kunnen worden (binnen redelijke grenzen van beschaafdheid). Dat betekent onder andere dat je collega's over jou moeten kunnen zeggen: "ik vind het wel een softie/haantje/tomboy/..."
Nu zijn er mensen die vinden dat de collega's dat niet mogen zeggen, omdat zij het alleenrecht willen om hun eigen public image te definiëren. "Ik voel me geen tomboy, dus mag jij dat ook niet vinden. Jij moet mij bevestigen in het imago dat ik mezelf graag aanmeet." Zoiets kan alleen bereikt worden door het inperken van de vrijheden van mensen, of door het neutraliseren van de betekenis van woorden. Beide zullen leiden tot een minder functionele maatschappij.
Een vergelijkbaar argument is "de maatschappij voert druk uit op mij, ik voel verwachtingen door dit taalgebruik". De realiteit is dat de maatschappij niet kan bestaan zonder allerlei touwtjes aan al zijn deelnemers te hebben. Iedereen voelt de druk van de maatschappij - niet alleen via taal, maar op vele andere manieren. Het is een gevolg van de collectief uitgeoefende keuzevrijheid besproken in mijn vorige verhaal. Daar komt uiteindelijk de behoefte aan woorden vandaan, en de bijbehorende betekenis van die woorden.
De enige manier om dat weg te krijgen, is alle touwtjes doorsnijden en alle krachten neutraliseren. Dan heb je wederom een maatschappij zonder vorm of betekenis - het doet niets meer. In zo'n maatschappij hebben woorden als "man" ook geen betekenis meer, want die betekenis wordt uiteindelijk ontleend uit een collectieve kijk op het concept. (Waarbij collectief niet betekent dat iedereen het precies zo ziet!)
Een ander vergeten begrip is de "onuitgesproken nuance". Hierboven schreef ik:
De nadruk op *denken dat* heeft een reden. Wanneer een functioneel lid van onze maatschappij een film omschrijft als "een echte mannenfilm", dan weten de andere functionele leden dat dit een film is met voornamelijk kwaliteiten die statistisch gezien door mannen gewaardeerd worden. Ze weten ook dat er vrouwen bestaan die de film goed vinden, en dat er mannen bestaan die de film niets vinden, en dat er elementen in de film kunnen zitten die minder overeenkomen met de genoemde trend.Er zijn mensen die zich niet herkennen in de informatie die *zij denken dat* wordt overgedragen met het woord "man" of "vrouw". Dus willen ze de informatiewaarde van die woorden neutraliseren
Maar er zijn ook mensen die horen "dat is een echte mannenfilm" en vervolgens slaat hun hoofd op hol en gaan er allerlei onzekerheden draaien. "Als ik naar die film ga en hem niets vindt, ben ik dan geen echte man meer?"
Ik stel voor dat er meer oplossingen zijn om deze mensen te helpen, dan het weghalen van de betekenis van "mannenfilm". We zouden bijvoorbeeld de nuance expliciet kunnen uitspreken. Dus: "dat is een film die overwegend elementen bevat die statistisch gezien gewaardeerd neigen te worden door personen met een bovengemiddeld testosterongehalte". Maar ook dat wordt op een gegeven moment disfunctioneel: er is geen gewoon gesprek meer mogelijk.
"Ik ben ik". Dat klinkt heel diepgaand, maar er zit geen informatie in. Het is als de wiskundige vergelijking 1=1. Waar jij voor pleit, is dus het vervangen van communicatie met betekenis (en daarmee ook risico!) door communicatie zonder betekenis. Klopt, niemand wordt er meer boos of gekwetst door. Maar dat komt omdat je de informatie eruit hebt gehaald. Het is een zielig hoopje vormeloze, grijze woorden geworden. En daar hebben we uiteindelijk niets aan.Ik zie liever "Beste Waah", dan "Beste meneer". Ik voel mij meer Waah (want dat ben ik)
[ Voor 5% gewijzigd door Antique op 29-09-2017 00:25 ]