Maar dat kan op geen enkele manier een uitgangspunt zijn voor een duurzame ouderdag voorziening van kinderen van babyboomers in de samenleving, want niet iedere overleden ouder laat een ton na.FunkyTrip schreef op vrijdag 21 oktober 2016 @ 12:00:
Het is natuurlijk wel zo, dat die kinderen wel erven. Gemiddeld gezien maken die babyboomers hun geld niet op. Als zij overlijden gaat er een hoop geld naar die kinderen. Als mijn moeder overlijdt heb ik ineens een ton. Dat kan ik mooi gebruiken om mijn lagere pensioen aan te vullen.
Het probleem is simpel, demografie, en daarmee de babyboom is het meest voorspelbare politieke fenomeen in de politiek. Je ziet het decennia lang van te voren aankomen en is een van de zeldzame momenten waarin de politiek met zeer grote zekerheid beleid kan maken. Een onevenwichtige demografie kan je vroegtijdig compenseren met maatregelen voor pensioen, AOW, zorg, etc.
Wat had bijvoorbeeld moeten gebeuren is dat de AOW leeftijd voor de babyboomers zelf al omhoog had moeten gaan en veel meer geld hadden moeten reserveren voor zorg en oude dag voorzieningen.
Dit is echter maar op zeer beperkte schaal gebeurd, ze zag dat toen de vergrijzing steeds dichterbij kwam dit wordt beschouwd als onverwachte crisis en men dus ook in crisis modus maatregelen ging verzinnen. Kijk naar hoe men is omgegaan met de AOW en de zorg.
Nog sterker, de bevolking is feitelijk voorgelogen over maatregelen tegen de vergrijzing, ik noem dit artikel nog maar een keer:
De nepmiljarden van het Spaarfonds AOW
Politiek Den Haag weet al decennia dat de vergrijzing een probleem gaat opleveren voor de AOW. In de jaren ’90 werd het Spaarfonds AOW opgericht om dat probleem het hoofd te bieden. Maar in 2011 werd dat Spaarfonds, op dat moment leeg, opgedoekt. Wat is er gebeurd?
De pijn van wanbeleid in het verleden en heden op dit onderwerp zorgt vervolgens voor electorale onrust en zal als gevolg hebben dat de gevolgen van de vergrijzing niet op een verstandige manier gemanaged zullen worden, maar zullen worden neergelegd op plekken die electoraal geen vuist kunnen maken. Met nog meer electorale onrust tot gevolg op latere momenten.Het Kamerdebat over de opheffing van het Spaarfonds is daarna een formaliteit. De smaak van de dag is: ‘Er zit geen cent in het fonds, dus kan het worden opgeheven.’ Alleen Paul Ulenbelt van de SP stelt kritische vragen en dient een motie in. Hierin constateert hij dat de bevolking voor de gek is gehouden en verzoekt hij de regering excuus aan te bieden voor deze misleiding. De motie is niet aangenomen. Maar ja, wat wil je als collega Kamerleden je nog eens gaan uitleggen waarom het volstrekt logisch is dat er niks in het Spaarfonds zit? Maar wat erger is: er is geen enkele zelfreflectie. Geen Kamerlid dat zich in het debat afvraagt wat de rol van de volksvertegenwoordiging in dit verhaal is geweest en of en wanneer ze in de fout zijn gegaan. Niemand die wil weten hoe de Kamer jarenlang al die rapporten over dat nepfonds kon goedkeuren. Er is geen hoofdelijke stemming meer nodig. De Kamer blaast het spaarfondssprookje uit. Een sprookje dat zo mooi begon met de geruststellende woorden in de Troonrede en op Postbus 51.
Climate dashboard | “Reality is that which, when you stop believing in it, doesn't go away.”