Het Openbaar Ministerie vindt het kennelijk mogelijk tijd voor een herkansing:
Ik ben benieuwd, in mijn ogen is (behalve wat grotere publieke ophef) eigenlijk niet veel veranderd sinds de vorige keer. Als het OM consequent is, moet het in mijn ogen dan ook niet vervolgen (waarna het weer gedwongen zal moeten worden wel te vervolgen) Maar er is tijd verstreken en men zal deze keer mogelijk toch een wat andere visie hebben. Klaas Rozemond schijft in een beschouwing (link met dank aan ph4ge)Het Openbaar Ministerie (OM) heeft Geert Wilders aangemerkt als verdachte en uitgenodigd voor verhoor. Wilders zal worden verhoord over zijn uitlatingen over Marokkanen op 12 en 19 maart 2014 in Den Haag, naar aanleiding waarvan ruim 6400 aangiften zijn binnengekomen. Hij wordt verdacht van belediging van een groep mensen op grond van ras en aanzetten tot discriminatie en haat.
Binnen het OM heeft er de afgelopen maanden een uitvoerige juridische analyse plaatsgevonden naar de gedane uitspraken. Het OM is hierna tot de conclusie gekomen dat de uitspraken een verdenking van een strafbaar feit opleveren. Dat is ook de reden dat er is besloten om Geert Wilders te verhoren. Het horen van een verdachte vormt een vast onderdeel van vrijwel alle strafrechtelijke onderzoeken. De verdenking is dusdanig, dat strafvervolging in de rede ligt.
Het OM heeft nog geen definitieve vervolgingsbeslissing genomen. ...
Zoals hieronder al aangegeven, zal het er weer alleen op uitdraaien dat Wilders wat meer aandacht krijgt?...de uitspraken van Wilders zijn politieke uitlatingen die moeten kunnen worden gedaan in de
context van het publieke debat in Nederland over de multiculturele samenleving. ... Wellicht heeft de rechtbank te weinig aandacht besteed aan het mogelijke effect van de uitlatingen en de kennelijke
intentie waarmee Wilders ze heeft gedaan. In het licht van het doel van de artikelen 137c en d Sr, de bescherming van bepaalde groepen tegen discriminatie, zouden de uitlatingen van Wilders over de
islam en moslims strafbaar kunnen worden geacht. Context is daarbij niet allesbepalend, intentie en effect spelen ook een rol bij de vraag of bepaalde uitlatingen strafrechtelijk moeten worden bestreden ...
De rechtbank stelt in haar vonnis echter ook vast dat bepaalde uitspraken van Wilders verder gaan dan het
uiten van kritiek. ... De rechtbank is van oordeel dat de context van het publieke debat in Nederland over de multiculturele samenleving het discriminatoire karakter van de uitspraken wegneemt. ... ommige uitspraken hebben volgens de rechtbank een
opruiend karakter omdat zij de oproep inhouden dat ‘we’ ons moeten verdedigen tegen moslims. De verdachte heeft echter ook verklaard dat hij ‘niets’ tegen de moslims heeft en daardoor wordt volgens de rechtbank het opruiende karakter van deze uitlatingen weggenomen.
Hier is een alternatieve redenering mogelijk. Bepaalde uitspraken van Wilders hebben de strekking dat de islam en de moslims moeten worden bestreden met ongespecificeerde maatregelen (‘we moeten ons verdedigen’, ‘de tsunami van de islamisering moet word stopgezet’) en meer specifieke maatregelen: het sluiten van de grenzen voor moslims, het uitzetten van moslims die zich niet aanpassen ‘aan onze dominante cultuur’ en het verbieden van de Koran. Daarmee heeft Wilders de islamkritiek verlaten
en hebben zijn uitlatingen een andere strekking gekregen. ...
Uit enkele beslissingen van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, gedaan na het vervolgingsbevel van het Hof Amsterdam, blijkt dat dergelijke uitlatingen onder de uitzondering van artikel 10 lid 2 EVRM kunnen vallen wanneer zij de sociale vrede en de politieke stabiliteit in gevaar brengen en het integratieproces van minderheden belemmeren door bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Strafrechtelijke bestrijding van dergelijke uitlatingen kan in een democratische samenleving noodzakelijk zijn ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen in de zin van artikel 10 lid 2 EVRM.
[Voor 63% gewijzigd door begintmeta op 10-10-2014 10:54]