CornermanNL schreef op zondag 10 juli 2022 @ 09:36:
[...]
Met een maximum maandloon van 5.065,58 en een duur afhankelijk van je arbeidsverleden. Dat kan best snel gaan. En het kan zomaar gebeuren dat je nieuwe baan minder betaald. Allemaal risico's waar je een buffer voor kan aanleggen.
Tegelijkertijd zullen de meeste mensen met een bruto maandloon van 5K, ook een ruim arbeidsverleden hebben en daarmee recht op een relatief lange periode WW.
Een nieuwe baan die minder betaald, is idd iets waar een buffer tijdelijk voor wat verlichting kan zorgen, maar ik denk wel enkel voor de overgangsperiode waarin je je uitgavenpatroon en spaarpatroon aan past. Uiteindelijk zul je toch netto per maand geld willen overhouden.
Al lees ik hier buffers die behoorlijk hoog zijn voor het risico dat ze verzekeren. Sterker het risico neemt toe naarmate de tijd verstrijkt omdat het deel dat je moet aanvullen per jaar om koopkrachtbehoud mee te nemen steeds meer wordt. Zeker nu er geen of nauwelijks rente is.
Na een bepaald bedrag, worden de kosten (aanvulling per jaar) hoger dan het daadwerkelijke risico dat verzekerd wordt.
Zeker als je dan net een woning hebt zou ik mij in eerste instantie richten op verlagen van kosten, dus het verlagen van de cash flow behoefte. Er worden hier bedragen genoemd in cash waar tegenover een andere categorie staat die bij lange na niet groot genoeg is om de inflatie op het cash geld op de spaarrekening te compenseren.
Wij houden juist onze cashflow wat betreft het huis stabiel. Bij iedere extra aflossing kijken we wat we per maand minder betalen. Dat bedrag tellen we direct op bij de standaard maandelijkse opbouw die we 2x per jaar gebruiken de hypotheek versneld af te lossen.
Het fijne daaraan is dat je niet gewend raakt aan lagere maandlasten én je hypotheek sneeuwbalt, dus je ieder jaar effectief steeds hogere aflossingen kunt doen.
De verlaging van onze hypotheek heeft dus netto geen invloed op de hoogte van onze buffer, maar het is wel extra spaargeld dat we, als het nodig is, kunnen inzetten als buffer. Alleen hij is variabel. 2x per jaar gaat het potje naar nul, om daarna gedurende 6 maanden weer op te bouwen. (Het zijn 2 logische momenten: Na betaling ziektenkostenpremie en na teruggave belanstingdienst.)
(Het is overigens niet onze vaste buffer. We zorgen ook voor een minimaal bedrag aan spaargeld dat we in principe niet uitgeven tenzij calamiteit en dan nóg kan het zijn dat we voor een calamiteit onze buffer niet aanspreken. As in, onverwacht een nieuwe auto, koelkast of reparatie aan het huis zullen we normaliter van regulier spaargeld doen. Die buffer is er echt voor als noodmaatregel. We kunnen er direct bij, maar het is tegelijkertijd spaargeld waar we enkel in geval van grote calamiteit aan zullen zitten.)
Mijns inziens is dat eeuwig zonde van tijd in een beleggingscategorie die wel rendeert. Ik zou dan eerder een gedegen inschatting maken van de echte risico's en bij welke duur en inkomsten er dan uiteindelijk van buffers gebruik gemaakt moet worden.
En delen van een wel renderende categorie (beleggingen in aandelen bijvoorbeeld) kunnen ook gewoon deels verkocht worden. Sparen is ook gewoon een beleggingscategorie met eigen risicoprofiel.
In mijn beleving is het zo dat hoe hoger het financieel rendement, hoe hoger het risico. Bij beleggen is het risico dat je alles in 1x kwijt raakt aanwezig. Bij spaargeld is die kans zo goed als nul. Bij investeren in zaken als zonnepanelen of het isoleren van je huis (waardoor je extra geld kunt sparen), idem.
Indirect zijn de meeste spaarvormen idd beleggingen, direct zie ik het toch anders wegens de garanties en het extreem lage risico.
Ná Scaoll. - Don’t Panic.