Ha, er is weer leven in het topic !
Check dit bedrijf -->
http://www.livecable.nl/nl/mainindex.htm
Sinds 9 juni van dit jaar bezig.
Ik vraag me af of ze überhaupt al iets verkocht hebben. (en welke sukkel er weer eens geld teveel had)
Onder het motto: We maken het zooooo duur dat het wel BETER MOET zijn:
NL-SC00010 Signature Powercord 1.0 Meter € 1690,00
NL-SC00015 Signature Powercord 1.5 Meter € 1990,00
NL-SC00020 Signature Powercord 2.0 Meter € 2390,00
Maar die verdeeldoos slaat het helemaal:
NL-SV00001 Signature verdeeldoos NL € 3490,00
US-SV00001 Signature verdeeldoos US € 3490,00
GB-SV00001 Signature verdeeldoos GB € 3490,00
Kan een handige tweaker aan de hand van de gegevens van de site uitrekenen hoeveel dit spul waard is aan materiaal en bouwkosten ?
Dan de uitleg van de site:
Lichtnet vervuiling, wat is het echte probleem ?
Bij vervuiling denkt men zo goed als direct aan milieuvervuiling. Aan lichtnetvervuiling denken velen echter niet. Toch vervuilen we ons lichtnet aanzienlijk met onze Pc’s, halogeendimmers, koelkasten en magnetrons. “Maar de stofzuiger en de televisie doen het toch prima?” Jazeker, maar er is een gebruikersgroep die het wel merkt: de hifi fanaten.
Het is een onomstotelijk feit dat het lichtnet vervuild wordt door de apparatuur die er op aangesloten is. Dit probleem blijft alleen maar stijgen door de komst van meer en meer digitale apparatuur als Pc’s, plasmaschermen, dvd-spelers, enzovoort. Ook andere bronnen als magnetrons, dimmers, spaarlampen, draadloze telefoons en adapters zijn niet te verwaarlozen (de Ruiter, 2001). Deze apparatuur werkt intern niet allemaal op 230 volt, maar op bijvoorbeeld 20.000, 12 of 9 volt. Het voltage moet dus eerst verhoogd of verlaagd worden. Dit gebeurt steeds vaker met behulp van zogenaamde schakelende voedingen.
Waarom zijn schakelende voedingen zo storend voor het lichtnet? In tegenstelling tot een conventionele spoeltransformator die op de frequentie van ons lichtnet – 50 Hz – een bepaalde wisselspanning verzorgt door middel van een magnetisch veld tussen twee gewikkelde spoelen, zet een schakelende voeding de wisselspanning direct om in gelijkstoom om vervolgens de gelijkspanning onder hoge frequentie in stukjes te hakken en er met een oscillator een nieuwe sinus van te genereren voor de juiste spanning.
Het grote verschil zit in het maken van gelijkstroom vóór de spanning onder hoge frequenties wordt aangepast. Nu heeft dit systeem twee nadelen voor het lichtnet. Als eerste zijn bij het gelijkrichten van wisselspanning diodes nodig. Deze zorgen namelijk voor de gelijkstroom. Een diode lekt echter altijd een beetje. Er komt bij een schakelende voeding dus altijd een klein beetje gelijkspanning op het lichtnet. Een tweede nadeel is dat deze lekstroom veel hoogfrequente storing bevat die de 50 Hz sinus aantast.
Voor de reguliere apparaten is deze vervuiling geen probleem; de motor van de stofzuiger zal er niet slechter door draaien en de magnetron doet ook gewoon zijn werk. Maar voor audiofielen is die vervuiling wel een probleem, omdat hun gehoor bijzonder kritisch is en de nauwkeurige muziekapparatuur de storing gemakkelijker vertaalt naar ‘onrust’ tijdens de weegave van muziek. De hifi-apparatuur moet immers zeer nauwkeurig te werk gaan om een zo goed mogelijke representatie van de opname neer te zetten. Het gevolg: de set verwerkt ook de opgepikte storing van het lichtnet in de muziek en dat heeft nare gevolgen voor het eindresultaat.
Daarnaast is er nog harmonische storing. Lang geleden wist de Duitse wis- en natuurkundige Georg Simon Ohm (1787 – 1854) in zijn werk die galvanische Kette (1827) uit te vogelen dat er een stroom gaat lopen als er een weerstand op een spanning gezet wordt. Deze onderdelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De weerstand die optreedt staat namelijk gelijk aan de spanning gedeeld door de stroom. De stroomafname van bijvoorbeeld een gloeilamp loopt dus gelijk met de 50 Hz sinus van het lichtnet. Het volgt immers keurig de wetten van de natuurkunde. Dat komt doordat een gloeilamp naast de gloeidraad (de weerstand) geen andere onderdelen heeft. Maar veel apparaten hebben dat wel en sommige van deze onderdelen werken niet op 50 Hz, maar een meervoud daarvan (bijvoorbeeld een Pc). Daardoor loopt de stroomgolf niet altijd synchroon met de frequentie van het lichtnet. Er ontstaan dan harmonischen.
Er zijn twee varianten: even en oneven harmonischen. Een even harmonische loopt gelijk met de 50 Hz, dus 100 Hz, 200 Hz, 300 Hz, et cetera (2 keer, 4 keer, 6 keer 50 Hz, et cetera). Oneven loopt buiten deze frequentie, dus 150 Hz, 250 Hz, 350 Hz, et cetera (3 keer, 5 keer, 7 keer 50 Hz, et cetera). Even harmonischen uitten zich in een warmer geluid, omdat deze de 50 Hz versterkt. Oneven harmonischen zorgen voor een kouder geluid.
De laatste vorm van storing is de meest vervelende: gelijkspanning op het lichtnet. Zo kunnen apparaten gelijkspanning het lichtnet op sturen. Dat heeft grote gevolgen voor de prestaties van de geluidsapparatuur. Het uit zich door een vlakke en futloze weergave, omdat de sinus ‘inzakt’ door de gelijkspanning. Daardoor daalt de piek van de sinus en dus het effectieve voltage. Daardoor kan de apparatuur niet meer optimaal presteren. Het lijkt dus simpel; hoe minder storing de apparatuur bereikt, hoe beter de apparatuur de muzikale werkelijkheid benadert.
Goede afscherming heeft wel degelijk zin. Houd een onafgeschermde netkabel maar eens bij de naald van een platenspeler. Dan hoort u een enorm gebrom. Dat is de straling van het netsnoer. Bij een afgeschermd netsnoer heeft u dat probleem niet. Bovendien moet u uw oren geloven en niet alles proberen te bewijzen met meten. Sommige verschillen zijn nauwelijks tot niet meetbaar, maar wel goed hoorbaar. Zo is de weerstand van een gewoon netsnoer laag genoeg om goed te functioneren. Maar als u een kabel met een nog lagere weerstand en hogere capaciteit pakt, hoort u toch verbetering.
Maar hoe zit het nu met de dikkere, afgeschermde netkabels? Ook daar kunt u er lastig omheen dat een goed netsnoer een invloed heeft op het geluid, maar of dat aan de afscherming ligt of aan de capaciteit en kwaliteit van de aders, daar zullen producenten nog lang over discussiëren. Feit blijft wel dat het effect hoorbaar is op een goede set.
Iemand die dit wil debunken ?
Twee vraagjes:
Is het verschil tussen verschillende stekkerdozen überhaupt meetbaar aan het geluid wat uit je speakers komt?
Dan het niet hoorbaar is tenzij een component kapot is weet ik, maar is het meetbaar ?
edit: Nu ja, dit zinnetje kan ik ook nog wel debunken:
Sommige verschillen zijn nauwelijks tot niet meetbaar, maar wel goed hoorbaar
Als het niet meetbaar is is het ook niet hoorbaar. Je oren en hersenen zijn niet gevoeliger dan objectieve meetapparatuur. Voor sommige dingen zijn je zintuigen misschien wel gevoeliger maar het probleem is, je hersenen bedriegen je waar je bij staat. Apparatuur doet dat niet en is dus betrouwbaar en de enige manier om aan wetenschap te doen.
[
Voor 3% gewijzigd door
Kain_niaK op 21-10-2011 15:20
]