Ik denk zelf dat de evolutietheorie is gemaakt zodat het ontstaan van de aarde met het verstand te begrijpen is, andere zaken zoals bv de schepping is namelijk niet met het verstand te begrijpen, of ze waar zijn laat ik maar in het midden, want beiden zijn niet (volledig) te bewijzen
ikzelf geloof niet dat de evolutietheorie waar kan zijn om de volgende redenen
De evolutietheorie is allesbehalve bewezen
1. Het is niet waar, dat de evolutietheorie op harde bewijzen berust. Zelfs Darwin schreef aan een collega, dat zijn boek Oorsprong der Soorten 'verschrikkelijk hypothetisch' is, dat is 'verschrikkelijk gebaseerd op vóóronderstellingen'. Vandaag geven steeds meer evolutionisten toe, dat de evolutietheorie wordt gekenmerkt door onoplosbare problemen. Dat staat in schril contrast met wat de grote massa gelooft.
Darwin geloofde al in evolutie, vóórdat hij zelf op onderzoek uitging
2. Darwin was éérst - om emotionele en financiële redenen - van het bestaan van evolutie overtuigd. Pas daarná trok hij met het schip 'The Beagle' op wereldreis, op zoek naar mogelijke bewijzen. Hij wekte echter overal de indruk, dat hij, na twintig jaar onderzoek, door de vele 'bewijzen' gedwongen werd in een algemene evolutie te geloven.
Natuurlijke selectie is geen evolutiemechanisme
3. Door natuurlijke selectie werd nog nooit een nieuwe soort voortgebracht. Natuurlijke selectie elimineert (doet verdwijnen) slechts de zwakkere exemplaren van alle soorten, en sommige van die zwakke soorten geheel, maar brengt geen nieuwe sterkere exemplaren van andere, lees nieuwe, soorten voort. Nieuwe exemplaren, die voortkomen uit één ouderpaar, waarvan men meent dat deze een nieuwe soort zouden kunnen zijn, blijven trouwens altijd binnen het basistype. Vinken blijven vinken, en rozen blijven rozen. Er is slechts sprake van een begrensde interne (inwendige) variatie. Het evolueren (ontwikkelen, veranderen) van één basistype tot een totaal ander basistype is nog nooit vastgesteld.
Mutaties brengen nooit nieuwe genetische informatie voort
4. Volgens de evolutietheorie zijn ontelbare positieve mutaties de hoofdoorzaak van de evolutie. In het verleden zouden door toevallige foutjes en veranderingen in de genen bij alle levende wezens miljarden keren nieuwe genen zijn ontstaan en toegevoegd aan het bestaande genenbestand. Echter: Sinds mensenheugenis is zo iets nog nooit waargenomen. Men bedenke, dat de mensheid vele duizenden jaren ervaring heeft in het kweken van planten en dieren. In de werkelijkheid zijn mutaties altijd wijzigingen van de bestaande genetische informatie. Nooit werd/wordt er nieuwe genetische informatie toegevoegd aan de bestaande.
Informatie (óók genetische informatie) ontstaat nooit uit niet-informatie
5. In één levende cel is evenveel (genetische) informatie opgeslagen als in duizend boeken van 500 bladzijden. In de moderne informatica weet men allang, en uit ervaring, dat informatie niet vanzelf ontstaat uit iets anders, uit niet-informatie. Het is onmogelijk te realiseren om de 1000*500 losse bladzijden van de bedoelde boeken in een grote doos te doen, waarna men zeer lang wacht, onder voortdurend hevig schudden, om tenslotte duizend boeken met zinvolle inhoud tevoorschijn te zien komen.
Een goed functionerend systeem ontstaat nooit vanzelf
6. Alle levende organismen op onze planeet aarde zijn volmaakte totaalconcepten. Het zijn stuk voor stuk ingenieuze meesterwerkjes, samengesteld en opgebouwd uit meerdere perfect functionerende systemen. Al deze systemen, zoals de spijsvertering, het zenuwstelsel, de hersenen, de bloedsomloop, de ademhaling, de hartwerking, de zintuigen, en het skelet, zijn op elkaar afgestemd, zijn gekoppeld, en werken onderling samen als een wonderlijke eenheid. De minste verstoring van een van deze systemen heeft een effect op het gehele organisme. Eerst als alle delen van het geheel, alle deelsystemen, goed samenwerken, dan verkeert het gehele organisme in goede gezondheid.
Levende mechanismen kunnen niet stap-voor-stap ontstaan
7. Een complex organisme of mechanisme kan slechts functioneren, en dus overleven, als een minimum van de samenstellende systemen en delen aanwezig is, èn werkt zoals het geheel het verwacht, dat is zoals het geheel het nodig heeft. Zodra één wezenlijk deel ontbreekt, of slecht functioneert, kan het geheel niet blijven werken, en sterft tenslotte af. Daarom is het onmogelijk, dat de talloze, uiterst complexe, mechanismen en systemen in de levende (en dode) natuur heel langzaam, middels miljoenen kleine stapjes, tot stand zijn gekomen.
Alle levende wezens worden gekenmerkt door intelligente organisatie
8. Metalen onderdelen, electronica en hydraulica, kunnen niet vliegen. Als deze delen op slimme wijze worden samengebouwd, kan het zo ont-stane vliegtuig wèl vliegen. Kenmerkend zijn de intelligentie, het verstand (wat kennis impliceert), waardoor men weet wat en hoe samen te voegen. En als dit wordt gedaan, is een organisatie nodig, een vliegtuigfabriek, om een bruikbaar resultaat te krijgen. Wat is de belangrijkste vereiste voor de levende cellen, voor een levende mens. ? Natuurlijk, intelligente organisatie ! Om bij de groei van menselijke vrucht tot levensvatbaar kindje de zeer gespecialiseerde organisatie van de miljarden menselijke lichaamscellen tot stand te brengen, is zeer veel kennis en een hoge organisatiegraad nodig. Die wordt gevonden in het complex erfelijke factoren, in de genen, van de levende cellen. Die intelligente organisatie, die men aantreft bij alle levende wezens, en die bij al die wezens verschillend is - immers een plant, een boom, een vogel, een geit en een mens zijn zeer verschillend - kan nimmer zo maar vanzelf ontstaan, evenmin als een Boeing 747 vanzelf tot stand komt.
Er bestaan geen fossielen van overgangsvormen
9. Nog nooit werd er, waar dan ook, een zg. fossiele overgangsvorm gevonden, welke door alle, herhaal alle, wetenschappers als authentiek werd aanvaard. Alle tot op heden gevonden zg. overgangsvormen konden op zware kritiek van vele wetenschappers rekenen. De overigens zeldzame fossielen, die werden gepresenteerd als resten van overgangsvormen, zijn als zodanig afgewezen door grote groepen deskundigen.
De meeste fossielen spreken de evolutietheorie tegen
10. De overgrote meederheid van de fossielen spreekt tegen wat de evolutietheorie beweert. Slechts een klein aantal kan wellicht op zodanige wijze worden uitgelegd, dat zij op een of andere manier in het evolutieverhaal passen. Maar dan nog zijn het slechts speculatieve interpretaties, die door een groot aantal experts van de hand worden gewezen. En: Er is geen wetenschappelijk onweerlegbaar bewijs, dat fossielen inderdaad meerdere miljoenen jaren oud zijn. Alle ouderdomsbepalingen van tijden langer dan ca. 6.000 jaar zijn dubieus.
Van half-aap tot half-mens is geen sprake
11. Heel wat ervaren specialisten zeggen, dat alle fossielen, die wijzen op de zg. afstamming van de mens, ofwel afkomstig zijn van pure apen, ofwel afkomstig zijn van echte mensen. Van wezens, die half-aap- half-mens waren is eigenlijk geen sprake. Bovendien zijn botten, die misschien van dergelijke wezens afkomstig zouden kunnen zijn, jonger dan de vele botten van echte mensen.
De mens is veel meer dan een beest
12. De evolutietheorie ontkent, of minstens verwaarloost, het ontstaan en het voorkomen van het allerbelangrijkste aspect van de mens, nl. de geestelijke vermogens. Dieren spelen geen orgelfuga's van Bach, en lossen geen wiskundige problemen op. Evenmin zijn dieren in staat schilderijen te maken als de Nachtwacht van Rembrandt, of monumenten op te richten als de Notre Dame van Parijs. De evolutie verklaart niet waaruit gevoelens als liefde, haat, creativiteit, en menselijke verlangens uit voortkomen. De mens is geheel anders dan het hoogst-ontwikkelde dier, het zoogdier. Waarom ? Wel, de mens is het evenbeeld van God. Hij is geschapen om lief te hebben, om na te denken, om creatief te zijn, om de aarde te beheren, om te ondernemen, en boven alles, om God te dienen door Gods liefde voor ons te beantwoorden.
Dinosaurussen leefden tegelijkertijd met de mens
13. Het is niet waar, dat dinosaurussen al miljoenen jaren waren uitgestorven toen de mens op aarde verscheen. In de geschiedenisverhalen van alle oude culturen worden verhalen gevonden van ontmoetingen van de mens met dinosauriërs, meestal draken genoemd. In het oude India werden deze reuzenreptielen vereerd als goddelijk. Chinezen en Vikingen bouwden zelfs hun schepen naar het model van deze zeedraken. En in de oude sagen van Denemarken en Engeland vindt men beschrijvingen van gevechten van dino's onderling en met de mens, welke gevechten nog tot in de Middeleeuwen plaats hadden.
De schoonheid van en in de natuur is geen toeval
14. Als men nauwkeurig kijkt naar de wijze waarop in de natuur de vormen der wezens en dingen zijn gemaakt, valt het direct op, dat er op meesterlijke wijze wordt omgesprongen met lijnen, vormen en kleuren. Elke ervaren professionele ontwerper van mode of producten of reclame ziet in de natuur de hand van een 'meesterontwerper', die in staat was/is een mate van vormschoonheid te scheppen, waar iedere menselijke kunstenaar slechts van kan dromen. De natuur is dan ook in alle eeuwen voor tal van kunstenaars steeds weer de ultieme inspiratiebron.
[
Voor 95% gewijzigd door
Ora et Labora op 06-01-2005 12:07
]