Ik heb een stuk geschreven over christelijke geloofsleer en -beleving. Het valt me op dat in discussies mensen vaak niet erg goed geïnformeerd zijn hierover terwijl het, mede in CU-gerelateerde discussies, wel regelmatig terugkomt. Het is een lang stuk, dat besef ik me, maar ik denk wel dat het een goede impressie geeft van wat de geloofsleer inhoudt en wat de daaruit volgende denkwijze is. Natuurlijk zal deze van individu tot individu verschillen en ik heb een poging gedaan redelijk denominatie-neutraal te blijven. Daarin zal ik allicht op punten gefaald hebben. Ook als m'n tekst op punten verduidelijking nodig heeft door onverklaard jargongebruik hoor ik dat graag.
Wat er over christendom al in de FAQ staat is op zich niet zoveel mis mee. Een kleine correctie die ik persoonlijk zou maken is bij de uitleg van de betekenis van de naam Jeshua 'Jehovah is redding': 'Jehovah' als uitspraak van de naam JHWH is erg... getuigen-georiënteerd en in deze zin 'Jehovah' door 'JHWH' veranderen laat het aan de lezer hoe (en of) hij de Naam wil uitspreken zonder hierin dwingend te zijn. Overigens zijn de plaatjes van de Naam stuk; ik denk dat de gemiddelde tweaker wel Hebreeuws kan weergeven en je zou dus net zo goed יהוה als tekst in de FAQ kunnen zetten

. (Misschien vinden Joden dat alleen niet fijn).
Wat mijn eigen stuk aangaat zie ik de volgende uitbreidingen nog als mogelijkheden:
- Een korte uitleg over verschillende denominaties die in Nederland vertegenwoordigd zijn (ga ik voor katholicisme denk ik hulp voor nodig hebben), verschillend aangeven in leer, liturgie, beleving, etc.
- De christelijke visie(s) op verschillende thema's die vaak in discussies aan de orde komen met bijbelse onderbouwing en visies van verschillende denominaties.
Nouja, ik hoop dat jullie er iets mee kunnen, m'n stuk staat onder de streep

.
Wat geloven christenen?
Hoe zien christenen de Bijbel?
Christenen geloven dat de Bijbel het geïnspireerde woord van God is. Welke boeken er in de Bijbel staan staat elders in de FAQ vermeld. Christenen geloven dat het Gods Heilige Geest is die door de verschillende auteurs heen de Bijbel gemaakt heeft tot wat die nu is en elk schriftwoord waar is. Doordat sommige passages allegorisch en/of symbolisch zijn en daarnaast de context van het geschrevene ook belangrijk is voor een goede interpretatie komt het nogal eens voor dat mensen het met elkaar oneens zijn over wat een tekst precies zegt en betekent. Sommigen zullen de zesdaagse schepping als een poëtische lofzang op diezelfde schepping zien, terwijl anderen dit letterlijk als zes keer vierentwintig uur lezen. En waar Paulus schrijft dat lang haar een man tot een oneer is neemt de een dat aan als een geldend in zijn algemeenheid, terwijl de ander beredeneert dat in Korinthe, waar Paulus aan schrijft, lang haar een kenmerk is van schandknapen; iets waarmee je niet geassocieerd zou moeten willen worden. Wie goed aan bijbelstudie wil doen laat wat hij denkt dan ook voortdurend bijgestuurd worden door wat hij in de Bijbel leest zodat de stukjes van de puzzel steeds beter op hun plaats vallen.
De Bijbel is verkrijgbaar in vele vertalingen, sommige beter dan andere. Bij vertalingen gaan er altijd nuances verloren en zit er soms een stuk interpretatie van de vertaler in. Wie goed aan bijbelstudie wil doen doet er daarom verstandig aan om de grondtekst te raadplegen bij belangrijke begrippen. Dit kun je online bijvoorbeeld doen met de Blue Letter Bible, waar je van passages de grondtekst samen met exacte woordbetekenissen kunt vinden. Het bestuderen van de grondtekst is ook iets dat voorgangers vaak doen bij het voorbereiden van een preek.
In vrijzinnig christendom wordt de Bijbel als Gods geïnspireerde en onfeilbare Woord meer losgelaten. Het ermee oneens zijn wordt niet als een probleem gezien en ook men ziet het meer als iets dat de mens tot nut kan zijn dan als bron van Goddelijke autoriteit waar je als mens echt iets mee móet. Vrijzinnigen laten derhalve de diverse dingen die de Bijbel leert dus ook meer los, waaronder ook een groot gedeelte van de christelijke geloofsleer die in deze FAQ beschreven staat. Zie ook het volgende item, ‘
Vader, Zoon, Geest, drie-eenheid?’. De mate waarin vrijzinnigen de Bijbel loslaten varieert van gemeente tot gemeente, waarbij in sommige gemeenten het kerk-zijn meer een humanistische aangelegenheid overgoten met een saus van de protestantse kerkelijke traditie is.
Katholieken hebben ook een andere visie op de Bijbel: waar protestanten en evangelicalen de Bijbel als enige bron van Goddelijke autoriteit zien kent de RKK hun traditie evenveel autoriteit toe en stellen ook dat binnen de kaders die hun traditie stelt de Bijbel slechts begrepen kan worden, terwijl protestanten en evangelicalen stellen dat door Gods Geest geleid iedere gelovige dat kan. Waar een protestant het pausdom als onbijbels instituut ziet ziet de katholiek er geen probleem in omdat het een product van de traditie is en de RKK ziet ook de Bijbel als iets dat door hun traditie voortgebracht is. Verder erkent de RKK 11 apocriefe boeken als deel van het oude testament terwijl ze bij de protestanten/evangelicalen als nuttige, maar niet als gezaghebbende literatuur worden gezien.
Vader, Zoon, Geest, drie-eenheid?
Christenen geloven in één God die Zich in 3 personen openbaart: God de Vader, God de Zoon (Jezus) en Zijn Heilige Geest. De Bijbel laat zien dat al deze drie personen één God zijn terwijl ze wel onderscheiden kunnen worden. Meningen over hoe deze verhoudingen precies liggen verschillen (en hebben in het verleden tot scheuringen geleid, zoals het oosters schisma waarbij de oosters-orthodoxe kerk zich afscheidde; in deze FAQ wordt voor het gemak aangenomen dat hun leerstellingen en die van de RKK grotendeels overeenkomen). Waar men het over eens is is echter dat Jezus als ‘God in het vlees’ (dwz, God in een mensenlichaam) naar deze wereld is gekomen om te sterven voor onze zonden zodat zij geen scheiding meer tussen ons en God de Vader vormen en dat Gods Heilige Geest in eenieder woont die gelooft en dit geloof ook bewerkstelligt. Jezus’ Godheid is een punt dat vaak onder vuur ligt. Jehova’s getuigen zien dit bijvoorbeeld niet zo en hun geloof wordt onder andere om deze reden door de meeste christenen dan ook als een dwaalleer gezien.
Verregaand vrijzinnigen adopteren eerder New-Age-achtige beelden van God, als onpersoonlijk, meer een soort van ‘kracht’. Jezus wordt gezien als slechts een mens die veel over God wist en leerde. Het vrijzinnige godsbeeld richt zich meer op ‘de god die in ieder mens zit’ en op spirituele beleving. Verder bestaan zaken als zonde en hel niet. Daarmee nemen ze duidelijk afstand van bijbelse doctrine; in behoudenere en orthodoxere kringen wordt de term vrijzinnigheid dan ook zelden als een compliment gezien. Men ziet het als geestelijk verval en ernstige dwaling en soms stelt men ook botweg dat vrijzinnigen eigenlijk geen christenen zijn. Vrijzinnigheid is overigens binnen orthodoxe en behoudende christelijke kringen soms ook een term die te pas en te onpas gebruikt wordt om zaken in een gemeente aan te duiden die door de betreffende christen als ‘van God verwijderend’ worden gezien.
Zonde? Zondeval? Satan? Wat heb ik fout gedaan?
Zonde is een begrip dat een dominante positie inneemt in de christelijke theologie. In Genesis 3 staat de eerste zonde beschreven. In de hof van Eden staat een boom, de boom van kennis van goed en kwaad. God heeft de eerste mensen, Adam en Eva, uitdrukkelijk verboden vruchten (‘appels’ staat nergens

) van deze boom te eten, omdat het er onherroepelijk toe zal leiden dat zij zullen sterven. De satan, in de vorm van een slang, maakt Eva wijs dat God liegt en iets achterhoudt voor haar. Hij verleidt haar ertoe toch van de boom te eten en ook Adam eet ervan als zij hem van de vruchten geeft.
De gevolgen zijn desastreus. Ze leefden in weelde, maar ze worden uit Eden gestoten en moeten voortaan zwoegen om hun voedsel van het land te kunnen krijgen. Verder is de hele aarde door wat ze gedaan hebben vervloekt: God schiep de mens om over de wereld te heersen, maar nu staat de mens onder heerschappij van de satan. Waardoor hij dus ook overste over de wereld is geworden. Wat God zei over sterven klopt: de zonde bracht ook de dood in de wereld. Christenen spreken tegenwoordig vaak over ‘de gebroken schepping’ aangezien de vloek van de zonde allerlei ellende in de wereld veroorzaakt.
De satan komt regelmatig in de Bijbel voor. Onder andere gebaseerd op Jesaja 14 wordt verondersteld dat hij als Lucifer ooit de hoogste van alle engelen was. Hij wilde zich echter uiteindelijk boven God stellen en nam daarbij een derde van Gods engelen mee (Op 12). Ze hebben het uiteindelijk moeten bekopen met het uit de hemel geworpen worden. De Bijbel spreekt van de satan als mensenmoorder van den beginne waarin geen waarheid is (Joh 8:44) en van gevallen engelen, demonen, wordt in 3 van de 4 evangeliën melding gemaakt. De Bijbel zet de satan neer als tegenstander van God én mensen, die mensen van God wil scheiden en ze zo de dood wil insleuren (zie ook 1 Petr 5:8).
Sinds de geschiedenis in Eden heeft iedere mens een natuurlijke neiging tot zonde, al dan niet door satanische invloed. Zonde wordt vaak omschreven als ‘je doel missen’, iets dat scheiding brengt tussen de zondaar en God. Hoewel God die liefde zelf is is Hij ook heilig: Hij kan geen duisternis bij Zich laten omdat Hij dan Zichzelf zou verloochenen. Hij kan niet negeren wat mensen aan zonde doen, wat mensen feitelijk aan ongehoorzaamheid tegen God doen. Daarnaast leert de Bijbel dat de mens onder de zonde simpelweg een vijand van God is: hij wil niks van Hem weten en wil doen wat hij zelf wil. Dit laat zich ook keer op keer in de geschiedenis van het volk Israël lezen. Paulus schrijft in de Romeinenbrief ook dat de mens simpelweg niet in staat is zich aan God te onderwerpen, juist door de zondemacht in hem.
Het grote gebod dat Jezus gaf is dit: En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze. (Markus 12:30-31, SV). Alle mensen zijn zondaars en het lukt dus niemand zich hieraan te houden. Het liefhebben van je naaste is ook iets waarbij iedereen met regelmaat struikelt. Ook dit is een uitwerking van zonde: zonde wordt dan ook door gekenmerkt dat het voortkomt uit egoïstische verlangens en het eigen ik op de hoogste plaats zet, terwijl God van mensen vraagt Hem op de eerste plek te zetten en Hem en je naaste lief te hebben. De ‘oerzonde’ van het beter denken te weten dan God is een thema dat vanaf de zondeval als een rode draad door de Bijbel heenloopt.
Wat is de wet? Wat houden verlossing en vergeving in?
Een groot gedeelte van het oude testament in de Bijbel beslaat de geschiedenis van het volk Israël. Hij koos de Joden uit om een weg mee te gaan, Zich te laten kennen en uit Israël de Verlosser, namelijk Jezus, voort te brengen. En Israël heeft zich door de geschiedenis heen als een weerbarstig volk leren kennen, iets dat een beeld is voor de verhouding die de hele mensheid tot God heeft (en is dus geen excuus voor antisemitisme!). Daar staat tegenover dat God telkens weer met ontferming omkeek naar Zijn geliefde volk, net zoals God telkens weer in ontferming naar Zijn hele geliefde mensheid omkijkt.
De aartsvaders van het geloof, Abraham, Isaäk en Jakob (die na zijn worsteling met God de naam Israël kreeg), zijn ook de voorouders van dit naar Jakob vernoemde volk Israël. Israël bestaat uit twaalf stammen die elk afstammen van één van Jakobs zonen. Hij was met hen naar Egypte getrokken toen er in het land Kanaän, waar zij woonden en wat aan Abraham en hen beloofd was, hongersnood heerste. Gedurende 400 jaar groeide Israël in Egypte uit tot een groot volk dat uiteindelijk door de Egyptenaren zwaar onderdrukt werd. Uiteindelijk bevrijdde God Zijn volk uit Egypte; de geschiedenis van de tien plagen en de doortocht door de Rode Zee zullen de meesten wel kennen. Tijdens de 40-jarige tocht door de woestijn terug naar het beloofde land gaf God Zijn volk de wet: 613 in het totaal, waaronder de bekende 10 geboden.
Paulus schrijft in de Romeinenbrief over de betekenis van deze wet. De wetten die God Israël gaf zijn een afbeelding van Zijn heiligheid en maken duidelijk wat zonde is. Ze omvatten daarnaast ook een omvangrijke offerdienst. Een onderdeel daarvan was dat eenmaal per jaar het deksel van de Ark des Verbonds (hierin lagen de stenen tafelen met de 10 geboden) met bloed bedekt werd om de zonden van het volk te bedekken. Deze offerdienst wordt als voorafbeelding gezien van wat Jezus op Golgotha gedaan heeft: Zijn bloed bedekt de zonden van eenieder die in Hem gelooft waardoor ze niet meer tussen hem en God instaan. Niemand kon en kan de wet houden omdat alle mensen zondigen. De mens Jezus was echter zonder zonde en kon zich wel aan de wet houden waardoor Hij voor ons een vlekkeloos offerlam kon zijn dat de prijs van onze zonde betaalde. Hij is ook de Joodse Messias die het volk zou bevrijden. Alleen deed Hij dat op een heel andere manier dan zij verwachtten: van hun zonde, en niet van de Romeinse bezetters.
De Joodse wet bevat veel leefregels en laat zien wat zonde is. Die onder de wet zijn worden ook aan de hand van die wet veroordeeld. Iemand die wedergeboren is is echter door zijn doop samen met Jezus gestorven en leeft voor de wet niet meer. Paulus gebruikt daarvoor een vergelijking met een huwelijk: een mens is niet meer aan de wet gebonden net zoals wanneer een man overlijdt zijn vrouw niet meer aan hem gebonden is. Desondanks blijft de wet nog steeds van kracht (alles wat God verordineert wordt als eeuwig geldend gezien), maar de christen zal niet meer veroordeeld worden omdat hij in Christus leeft. Een teken hiervan is ook de inwoning van Gods Heilige Geest die ervoor zorgt dat de christen stukje bij beetje z’n zondige natuur kan afleggen en steeds heiliger kan leven zoals God van mensen vraagt, uiteindelijk boven het niveau uit dat zelfs door het perfect houden van de wet bereikt kan worden. Dit is geen menselijke prestatie. Zelfs het geloof in Jezus is iets dat slechts door Gods Geest bewerkt kan worden (1 Kor 12:3). En door Jezus’ bloed kan God ook vergeving voor zonde schenken aan hen die er oprecht om vragen.
De visie van de RKK op verlossing verschilt op een paar punten van wat er in protestantse en evangelicale kringen geleerd wordt. Ten eerste zien zij hun eigen kerk als enige weg tot verlossing, omdat ze zichzelf als de enige ware kerk van Christus zien. Daarnaast stellen ze dat je als christen geen zekerheid van je behoud kunt hebben en dit altijd gepaard moet gaan met goede werken. In protestantse/evangelicale kringen wordt dit als dwaling gezien: Jezus heeft in hun visie aan het kruis alles gedaan wat nodig was en een mens kan daar niets aan toevoegen. Het idee dat een mens zelf aan z’n verlossing zou kunnen bijdragen wordt als hoogmoed beschouwd en bovendien als een egoïstische houding omdat men niet belangeloos goed doet maar de hemel zou willen verdienen.
Wat leert christendom over hemel, hel en oordeel?
De Bijbel leert dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen komen. Ook leert de Bijbel dat dan iedereen, na de tweede komst van de Messias, voor Christus’ rechterstoel zal komen. In de evangeliën vertelt Jezus over de hel. Hij omschrijft het als een plek van duisternis, vuur… en ook vertelt Hij de discipelen wat een mens moet doen om daar niet toe veroordeeld te worden en naar God te kunnen: heilig leven. De lat ligt echter zo hoog dat ook de discipelen er wanhopig van worden. In het beroemde bijbelvers Johannes 14:6 (’Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij’) laat Jezus ook zien dat slechts door Hem een mens behouden kan worden.
In het boek Openbaring wordt beschreven hoe de doden op de laatste dag geoordeeld worden en hoe iedereen van wie de naam niet in het boek des levens staat in een poel van vuur geworpen wordt. Geloof in Jezus is de enige manier om in dat boek des levens te komen. Nu is er de terechte vraag of dat niet oneerlijk is tegenover de mensen die nog nooit van Jezus en Zijn evangelie gehoord hebben. In Matthéüs 25 wordt ook een beschrijving van het oordeel gegeven en hier wordt over geloof in Jezus niks genoemd. Vaak wordt dan ook aangenomen dat God weet wie Zijn Zoon zullen aannemen en dat deze mensen dan ook Zijn gerechtigheid aangerekend zullen worden.
Kort gezegd: christenen geloven dat de menselijke ziel eeuwig blijft bestaan, danwel bij God, danwel gescheiden van God in de hel. Dit laatste wordt gezien als het resultaat van de mens die tot het laatste toe niets van God en heilig leven zoals Hij vraagt heeft willen weten. Een kleine groep gelooft daarentegen dat de poel van vuur de menselijke zielen zal vernietigen in plaats van dat zij er de eeuwigheid bestaand in door zullen brengen.
Aangezien de RKK werken-gebaseerd geloof leert, kent zij naast hemel en hel nog een derde plaats: het vagevuur. Men stelt dat hierin een ziel gelouterd wordt totdat hij schoon genoeg is om naar God te kunnen. Protestanten en evangelicalen wijzen deze doctrine af om dezelfde reden als dat zij behoud door werken naast geloof afwijzen: het zou betekenen dat Jezus’ offer op Golgotha niet genoeg zou zijn om een mens te verlossen. Hun standpunt is dat loutering in dit leven plaatsvindt en na de dood van een mens direct de scheiding gemaakt zal worden.
Christelijk leven: regeltjes?
Vaak hebben de mensen de indruk dat christenen mensen zijn die regeltjes volgen. Het is echter zo dat wat mensen aan regeltjes houden niet kan bijdragen aan hun behoud (katholieken denken hier anders over). De neiging tot het houden van regeltjes bestaat onder christenen echter wel en wordt vaak met de term wetticisme aangeduid. Vaak wordt het gezien als een uiting van menselijke hoogmoed om iets aan je behoud te kunnen bijdragen terwijl Jezus daarvoor alles al gedaan heeft. Ook kan het leiden tot trots op wat je doet, terwijl je ten allen tijde God de eer zou moeten geven.
Idealiter leven christenen volledig onderworpen aan God en volledig levend door Zijn Geest. Door met Hem te leven leert de christen steeds meer afscheid te nemen van zijn zondige ‘oude ik’ en heilig te leven. Paulus schrijft ook in zijn brief aan de Filippenzen dat het God is die het willen en het werken in een mens bewerkt. Christenen maken keuzes omdat zij tot het inzicht komen dat het is wat God van ze vraagt. Zowel door de Bijbel te lezen als leiding door Gods Geest verkrijgt een christen deze inzichten en leert ernaar leven. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot.
In zijn eerste brief aan de Korinthiërs schrijft Paulus dat Jezus, de gekruisigde, voor Joden een ergernis en voor Grieken een dwaasheid is. Dit is ook een logisch gevolg van het feit dat mensen van nature niks van God en Zijn geboden moeten hebben. Ook christenen kunnen een zekere weerzin of irritatie voelen als ze danwel door de Bijbel, danwel door Gods Geest op iets worden gewezen dat in hun leven nog niet goed zit. In deze wereld is de christen nog steeds een mens en geen haar beter dan een ander. Ook in de christen is de natuurlijk neiging tot zondigen nog steeds aanwezig en ook de natuurlijke neiging rebels tegen God te zijn. In een christenleven is het echter zo dat God geduld heeft en in het tempo dat Zijn kind aankan het helpt om van deze dingen los te komen.
Paulus schrijft in zijn brief aan de Galaten dat je als christen door Gods Geest moet leven en niet vanuit je vlees, je zondige oude natuur:
De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid, afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.
Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Tegen de zodanigen is de wet niet.
(Gal 5:19-23, SV).
Hij stelt ook dat door het vlees leven en door de Geest leven lijnrecht tegenoverelkaar staan, niet verenigbaar. Iets vergelijkbaars wordt gesteld in de brieven van Jakobus en Johannes: vriendschap met de wereld is vijandschap tegen God. ‘De wereld’ wordt door Johannes beschreven als ‘het systeem’ waar de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid des levens vandaan komen. Onder christenen wordt vaak gesteld dat je niet op ‘de wereld’ moet willen lijken, maar juist anders moet worden door wat God in je bewerkt. Zaken als eigen trots, eerzucht, hebzucht en dergelijke zijn dingen die vaak als ‘werelds’ worden aangemerkt. De grenzen hiervoor verschillen uiteraard per denominatie en per individu.
Verder zijn belangrijke activiteiten in het christenleven bidden en het doen van bijbelstudie. Niet omdat het moet, maar omdat het de relatie met God onderhoudt en je op Hem gericht houdt zodat je niet van de weg afdwaalt. Gebed is communicatie naar God toe. Een christen lucht zijn hart bij Hem, prijst en aanbidt Hem om wie Hij is en wat Hij doet en beloofd heeft en dankt Hem voor dingen die Hij gedaan heeft. Daarnaast vraagt hij God om de dingen die hij nodig heeft en om leiding in het leven, om Zijn wil aan hem duidelijk te maken en in hem te doen. Ook schuldbelijdenis en verootmoediging voor God in haar algemeenheid horen erbij. Het beroemde ‘onze Vader’ (staat onder andere in Matthéüs 6) wordt hierbij vaak als leidraad gebruikt. Daarnaast is in de psalmen te zien hoe verschillende mensen vrijmoedig hun frustraties en zorgen naar God toe uiten. Het is overigens een bekend gegeven dat christenen vaak moeite ondervinden met één of meerdere aspecten van gebed. Dit wordt als een onderdeel van zogenaamde geestelijke strijd gezien, een begrip dat bij het item ‘
Waarom is er zoveel verdeeldheid onder christenen? Wat is geestelijke strijd?’ verder wordt toegelicht.
Hoe beleven christenen hun geloof?
Dat verschilt sterk per denominatie en per individu. Over het algemeen is het zo dat wedergeboren christenen zich erg dankbaar voelen dat ze God mogen leren kennen. Veel mensen halen rust en vreugde uit hun leven en speciale momenten met God (vooral bij gebed en bijbellezen) en merken dat door de weg die God met hen gaat hun hart verandert en zij betere mensen worden. Er zijn veel getuigenissen van mensen die verslavingen en andere slechte gewoonten overwonnen hebben en in Jezus hun werkelijke levensvreugde gevonden hebben.
Het is echter zeker niet altijd gemakkelijk, fijn of leuk. Strijd hoort erbij, net als een begrip dat ‘kruisdragen’ wordt genoemd. Dit houdt het volgen van Jezus in, doen wat Hij deed, ook door lijden heen, hopende op de belofte van wat in de hemel wacht. Kruisdragen is een aspect van het geloof dat vaak lastig gevonden wordt en waarbij christenen vaak verzet en strijd ervaren. Het is ook een aspect dat gemakkelijk op de achtergrond raakt in de zorgen die een mens in deze wereld heeft en waaromtrent gelovigen regelmatig weer terug op het goede pad geleid moeten worden.
Wat houdt kerk-zijn in?
Wie wedergeboren wordt wordt ingevoegd in Christus’ lichaam op aarde, ook wel de kerk of gemeente genoemd. Het houdt in dat je gaat leven hoe God het van je vraagt en ook dat je Hem actief gaat dienen. In 1 Kor 12 omschrijft Paulus het lichaam: het heeft allerlei onderdelen, zoals voeten, oren, neus… ze kunnen niet zonder elkaar en zijn allemaal even belangrijk. Jezus beveelt de discipelen uiteindelijk om de wereld in te trekken en Hem nieuwe discipelen te maken: hen het evangelie vertellen en leren te houden wat Jezus geboden heeft. Discipel-zijn houdt verder ook in dat je je uitstrekt naar de wereld om haar te laten zien wie God is en waar Hij voor staat; uiteraard vanuit liefde.
De kerk is ook een plaats waar de gelovigen elkaar opbouwen en hun relatie met God en met elkaar levend houden; ‘christen zijn kun je niet alleen’ is dan ook een veel gehoord credo. Het is een plek waar onderwijs gegeven wordt, aanbidding plaatsvindt (bijvoorbeeld door zang) en ook waar men elkaar op het rechte pad houdt. Veel gemeenten hebben ook zogenaamde kringen: kleine groepen mensen die regelmatig bijelkaar komen voor gebed en bijbelstudie. ‘Kerk’ betekent dan ook veel meer de gemeenschap dan het gebouw waar deze gemeenschap toevallig samenkomt.
De organisatorische inrichting van kerken verschilt sterk per denominatie en gemeente. De RKK is sterk hiërarchisch met paus en bisdommen terwijl de Vergadering der Gelovigen juist een groepering is waarbij enige vorm van hiërarchie juist ontbreekt. Ook de inrichting van diensten, de zogenaamde liturgie, verschilt sterk.
Waarom is er zoveel verdeeldheid onder christenen? Wat is geestelijke strijd?
Wie de kerkgeschiedenis en het huidige kerklandschap bekijkt ziet dat christenen hopeloos verdeeld zijn. Soms ziet men het als nodig zich af te scheiden als de gemeente waar men zit het echt te bont maakt, vaak wanneer vrijzinnigheid of dwalingen hun intrede doen. Dwaalleraars zijn ook iets waar Jezus en de apostelen in de Bijbel ook talloze keren voor waarschuwen. Als er echt dwalingen zijn wordt het ook gezien als zaak hier iets aan te doen en als het echt niet anders kan zich te distantiëren. Helaas gebeurt het echter te vaak dat scheuringen ontstaan door meningsverschillen over onbenulligheden die voor de heilsboodschap weinig verschil maken. Hier komt op een vervelende manier boven dat christenen slechts mensen zijn en uit egoïstische motieven (gelijk willen hebben is een stuk menselijke trots) handelen in plaats van in de interesse van de gemeente.
Ook wordt, met name in de evangelicale hoek, aangenomen dat dergelijke dingen vanuit de geestelijke wereld (dat is, de satan en zijn gevallen engelen) veroorzaakt worden. De satan gruwt namelijk van mensen, Jezus en Zijn gemeente. Hij ziet het liefst dat Jezus’ gemeente zo ineffectief mogelijk is en zet mensen tegenelkaar op, verleidt tot zonde, hindert het gebedsleven en bijbellezen van mensen en veroorzaakt scheuringen. Dit wordt aangeduid met het begrip ‘geestelijke strijd’ en met name bij evangelicalen krijgt dit aspect van het geloof behoorlijk wat aandacht. Bij traditioneel protestanten wordt het wat minder belicht.
Ook in de tijd van de apostelen was verdeeldheid al een probleem. Mensen kunnen tot verschillende conclusies komen over wat God van ze vraagt en dat kan stof voor conflict zijn. Bekeerde Joden hadden bijvoorbeeld er moeite mee dat christenen uit de heidenen varkensvlees aten of de Sabbat niet hielden omdat je voor hun gevoel zo tegen God ingaat. In Romeinen 14 zet hij uiteen dat je dergelijke verschillen van elkaar moet aanvaarden en anderen geen aanstoot moet geven.