In het onderstaande artikel ga ik in op de juridische aspecten rondom de salderingsregeling. Ik wil @marktweakt bedanken voor zijn hulp bij de totstandkoming van het onderstaand artikel.
Er zijn in de afgelopen tijd een aantal creatieve energieleveranciers geweest. De wetgever heeft het noodzakelijk geacht om duidelijk te maken dat overschrijding van de salderingsgrens niet betekende dat de kleinverbruikers niet mochten salderen.3 Budget Energie heeft maandelijks salderen willen invoeren, wat inhield dat je het overschot op maandbasis tegen het terugleveringstarief kreeg uitbetaald. @Rienzilla heeft nog geprocedeerd tegen Budget Energie over het maandelijks salderen.4 En de laatste ontwikkeling is de invoering van de ‘vaste’ terugleververgoeding door Vandebron en enkele anderen.
In de rest van dit artikel ga ik in op de onderstaande vragen:
Terug naar het overzicht van vragen.
Helaas is er in de behandeling van het eerste wetsvoorstel niet gesproken over hoe er moet worden omgegaan met tussentijdse meterstanden. Het ligt echter voor de hand om tussentijdse meterstanden op dezelfde wijze te berekenen. Dat resultaat sluit ook aan bij wat de ferrarismeter zonder terugloopbeveiliging toont op de tussenliggende data en de wetgever heeft bij de invoering van de salderingsregeling dan ook de ferrarismeter als optie genoemd.
Tegenwoordig staat in de salderingsregeling niet meer dat de meterstanden berekend moeten worden, maar dat het verbruik berekend moet worden. Uit de toelichting van 2012 wordt echter duidelijk dat de wetgever hiermee destijd niet heeft beoogd om tot een ander resultaat te komen dan wanneer eerste de meterstanden berekent zouden worden en daarna het verbruik te berekenen op basis van die berekende meterstanden:9
In het bovenstaande voorbeeld is er in een jaar tijd in totaal 2400 kWh geleverd en 1600 kWh teruggeleverd en dus wordt de factuur opgesteld aan de hand van enkel de levertarieven.
Wanneer er in een jaar minder wordt geleverd dan teruggeleverd, bijvoorbeeld respectievelijk 1600 en 2400 kWh, dan mogen de berekende meterstanden met maximaal de levering worden verminderd en moet over het overschot een redelijke vergoeding worden betaald. De wetgever heeft met de opmerking dat het verbruik niet negatief kan zijn beoogd dat het jaarverbruik niet negatief kan zijn, maar ik geef de teruglevering wel zo weer in dit artikel, in dit voorbeeld is dat dan -800 kWh. Wanneer er in een factuurperiode twee tariefperiodes zijn voor het teruglevertarief, dan komt het pragmatisch en onjuist voor om de meterstanden op dezelfde wijze te corrigeren c.q. het verbruik op dezelfde manier te berekenen en de factuur op te stellen door de teruglevertarieven te hanteren. Een alternatief is om het verbruik naar verhouding op te splitsen in twee delen en beiden anders belast worden en voor de verhouding zou je dan kunnen kijken naar de gesaldeerde elektriciteit en het overschot, in dit geval 1600 : 800 of 2:1. In het onderstaande voorbeeld is het alternatief voordeliger, maar dat kan uiteraard ook anders uitpakken.
Minister Jetten heeft een hele andere opvatting en heeft op kamervragen per brief van 23 september 2022 als volgt geantwoord:10
De rechtbank Midden-Nederland overwoog dat uit het antwoord van Jetten, zoals hierboven weergegeven, volgt dat het de bedoeling van de wetgever was dat eerst de hoeveelheid geleverde en teruggeleverde elektriciteit tegen elkaar moet worden weggestreept en vervolgens het restant moet worden belast of vergoed, ook wanneer er sprake is van een variabel contract.11 Echter, hiertegen kan worden aangevoerd dat de salderingsregeling uit 2004, en de wijzigingen in 2008 en 2012 moet worden uitgelegd aan de hand van de toelichting van de wetgever van destijds. Het is dan ook aannemelijk dat een andere rechter tot een andere overweging zal komen.
Terug naar het overzicht van vragen.
Vandebron heeft de 'vaste' terugleveringskosten regeling geïntroduceert.17 Deze regeling houdt in dat kleinverbruikers die terugleveren daar een vergoeding voor moeten betalen, zo moet voor 1000 kWh € 4,- worden betaald, voor de volgende 1000 kWh komt daar € 8,50 bij, enzovoort. De ACM heeft aan de media laten weten dat het volgens de salderingsregeling toegestaan zou zijn om kosten die veroorzaakt worden door teruglevering van zonnepanelen bij eigenaren van zonnepanelen in rekening te brengen en dat de terugleveringskosten van Vandebron daarom geoorloofd zijn.18
Vaste kosten zijn kosten die niet te beïnvloeden zijn door het verbruik te verminderen of vermeerderen, terwijl variabele kosten juist kosten zijn die wel te beïnvloeden zijn door te verminderen of vermeerderen. De 'vaste' terugleveringskosten zoals Vandebron en anderen hanteren zijn te beïnvloeden en zijn dus eigenlijk variabele kosten. Het eerdergenoemde arrest van het hof Amsterdam ziet juist op de variabele kosten. Vandebron moet de geleverde elektriciteit dan ook exact hetzelfde belasten als de teruggeleverde kosten, maar deze ‘vaste’ terugleveringskosten worden alleen op de teruggeleverde elektriciteit en dus saldeert Vandebron niet op de voorgeschreven wijze.
Vandebron is met haar ‘vaste’ terugleveringskosten in het nieuws gekomen, er zijn kamervragen over gesteld en minister Jetten heeft op die kamervragen zo geantwoord:19
Terug naar het overzicht van vragen.
Rick van de Westelaken heeft, op zijn YouTube kanaal Ketel Klets, aandacht besteed aan de handelspraktijken van Essent.22 Essent weet namelijk op welke adressen voorzien zijn van zonnepanelen en baseert hier haar tarieven en kortingen op. De verschillen staan hieronder. Essent kiest er kennelijk voor om haar operationele kosten door te belasten in de levertarieven en de vaste kosten.
De salderingsregeling brengt met zich mee dat de kleinverbruiker geen variabele leveringskosten hoeft te betalen over de door hem gesaldeerde elektriciteit. De leverancier moet wel operationele kosten betalen voor de gesaldeerde elektriciteit. De groep kleinverbruikers met zonnepanelen wordt door de jaren heen steeds groter. De wens van de energieleverancier om haar operationele kosten door te belasten aan alle kleinverbruikers komt hier vandaan. Essent heeft ervoor gekozen om dat door te belasten door verschillende tarieven te hanteren voor kleinverbruikers met en zonder zonnepanelen.
Het lijkt erop dat het toegestaan is om de operationele kosten in relatie tot de saldering op deze wijze door te belasten in de leveringstarieven en de vaste kosten. De bedoeling van de salderingsregeling is namelijk om het kleinverbruikers makkelijk te maken om een redelijke vergoeding te krijgen voor de door hen opgewekte elektriciteit. Dit blijkt uit de toelichting op de eerste versie van salderingsregeling:23
Terug naar het overzicht van vragen.
Terug naar het overzicht van vragen.
________
1. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
2. Wetswijzigenoverzicht van artikel 31c Elektriciteitswet 1998, wetten.overheid.nl
3. TK 2007-2008, 31 374, nr. 14.
4. @Rienzilla 9 september 2022, ‘Procedure tegen Budget Energie over salderen per jaar en TLV.’
5. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
6. TK 2007-2008, 31 374, nr. 14.
7. TK 2012-2013, 33 493, nr. 3, par. 2.2, tweede alinea.
8. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
9. TK 2012-2013, 33 493, nr. 3, par. 2.2, vierde alinea.
10. Kamerstukken II[ 2023-2024, 2022Z13495, randnummer 4.
11. Rb Midden-Nederland 1 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:788, r.o. 4.14, Rb Midden-Nederland 17 juli 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4292, r.o. 4.5.
12. Rb Amsterdam 31-01-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1208, r.o. 10.
13. Rb Amsterdam 31-01-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1208, r.o. 17.
14. Hof Amsterdam 30-03-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:906, r.o. 3.5.4.
15. Hof Amsterdam 30-03-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:906, r.o. 3.5.5.
16. TK 2020-2021, 35 594, nr. 3, par. 2.1.
17. Vandebron 15 augustus 2023, ‘Wat je moet weten over onze vaste terugleveringskosten.’
18. Solarmagazine 17 augustus 2023, ‘Toezichthouder ACM: toeslag Vandebron voor klanten met zonnepanelen niet verboden.’
19. Kamerstuk II 2023-2024, 2023Z19517, randnummer 10.
20. Vattenfall, ‘Wat zijn onbalanskosten?’
21. Vattenfall, ‘Wat zijn profielkosten en hoe komen ze totstand?’
22. Rick van de Westelaken, 18 januari 2024, ‘Energie trukendoos: kat in het nauw?’
23. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
24. TK 2012-2013, 33 493, nr. 3, par. 2.2, tweede alinea.
Inleiding
Salderen is het berekenen van het verbruik aan elektriciteit door het verbruik te berekenen door de levering te verminderen met de teruglevering. De salderingsregeling is in 2004 ingevoerd om eindgebruikers te stimuleren om duurzame elektriciteit te produceren.1 Sindsdien is de salderingsregeling een aantal keer aangepast.2 Inmiddels kunnen we constateren dat de maatregel een groot succes is en kunnen we terugblikken.De bovenstaande bepaling geeft de kern van de salderingsregeling weer en bepaalt dat de leverancier het verbruik moet berekenen door de levering te verminderen met de teruglevering. Hiernaast zijn er ook bepalingen voor niet-duurzame elektriciteit en voor het recht op een redelijke vergoeding als er meer wordt teruggeleverd dan geleverd. In dit artikel ga ik uit van verbruik = levering - teruglevering, waarbij de leverancier een redelijke vergoeding moet betalen voor een negatief verbruik op jaarbasis.Artikel 31c lid 1 Elektriciteitswet 1998
Voor [kleinverbruikers] (...), die duurzame elektriciteit invoeden op het net, berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten door de aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het net ingevoede elektriciteit, waarbij de vermindering maximaal de hoeveelheid aan het net onttrokken elektriciteit bedraagt.
Er zijn in de afgelopen tijd een aantal creatieve energieleveranciers geweest. De wetgever heeft het noodzakelijk geacht om duidelijk te maken dat overschrijding van de salderingsgrens niet betekende dat de kleinverbruikers niet mochten salderen.3 Budget Energie heeft maandelijks salderen willen invoeren, wat inhield dat je het overschot op maandbasis tegen het terugleveringstarief kreeg uitbetaald. @Rienzilla heeft nog geprocedeerd tegen Budget Energie over het maandelijks salderen.4 En de laatste ontwikkeling is de invoering van de ‘vaste’ terugleververgoeding door Vandebron en enkele anderen.
In de rest van dit artikel ga ik in op de onderstaande vragen:
- Over welke periode moet worden gesaldeerd?
- Hoe moet er gesaldeerd worden?
- Mogen variabele terugleveringskosten in rekening worden gebracht?
- Mogen de operationele kosten in andere posten worden verdisconteerd?
1. Over welke periode moet worden gesaldeerd?
De wetgever heeft bedoeld om met de salderingsregeling tot een jaarlijkse saldering te komen. Dit blijkt uit de eerste versie van salderingsregeling en de daarbij behorende toelichting:5Artikel 31c lid 2 Elektriciteitswet 1998 (oud)
Voor [kleinverbruikers] (...), die per jaar minder dan 3000 kWh duurzame elektriciteit produceren berekent de netbeheerder de stand van de in het eerste lid bedoelde meter, ten behoeve van de jaarlijkse rekening van de leverancier, door de verbruikte elektriciteit te verminderen met de opgewekte elektriciteit.
Hierna is de wetgeving enkele keren aangepast. In 2008 is besloten dat ook niet-duurzame energie mag worden teruggeleverd en per amendement6 is de salderingsgrens verhoogd naar 5000 kWh. In 2012 is de salderingsregeling aangepast naar de huidige versie. De salderingsgrens van 5000 kWh is daarbij komen te vervallen zodat ook Vereniging van Eigenaren met een gezamenlijke aansluiting kunnen salderen. Hoewel de term “jaarlijkse facturering" in de salderingsregeling is komen te vervallen, wordt uit de toelichting duidelijk dat de wetgever nog steeds beoogde dat er jaarlijks gesaldeerd moet worden:7Toelichting
Het amendement betreft twee delen:
(...)
- De netbeheerders moeten de jaarlijkse stroomrekeningen van afnemers die per jaar minder dan 3000 kWh duurzame elektriciteit produceren gaan baseren op de door hen geleverde én de door de kleinverbruiker aan het net geleverde duurzame elektriciteit.
Op basis van het voorgaande kan dus de conclusie worden getrokken dat er op jaarbasis moet worden gesaldeerd.Bij het opstellen van de jaarlijkse facturering voor de leveringskosten komt de saldering tot uiting. Artikel 95c, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 bepaalt, dat de leverancier verplicht is aan de kleinverbruiker een redelijke vergoeding te betalen voor de hoeveelheid duurzame elektriciteit die de kleinverbruiker op het net invoedt. Het kunnen salderen van ingevoede en onttrokken elektriciteit is voor de kleinverbruiker financieel voordeliger dan het ontvangen van een redelijke vergoeding voor ingevoede elektriciteit en het betalen voor de verbruikte elektriciteit.
Terug naar het overzicht van vragen.
2. Hoe moet er gesaldeerd worden?
De wetgever heeft bedoeld dat er gesaldeerd wordt door de meterstanden voor inkomende en uitgaande elektriciteit te combineren tot één meterstand. Dit staat zo omschreven in de eerste versie van de salderingsregeling:8Een berekende meterstand wordt berekend door de meterstand voor de inkomende elektriciteit te verminderen met de meterstand van de uitgaande elektriciteit. Het verbruik is logischerwijze het verschil tussen twee berekende meterstanden. Voor twee tariefperiodes in een factuurperiode komt de saldering dan als volgt tot uiting:Artikel 31c lid 2 Elektriciteitswet 1998 (oud)
Voor [kleinverbruiker] (...), die per jaar minder dan 3000 kWh duurzame elektriciteit produceren berekent de netbeheerder de stand van de in het eerste lid bedoelde meter, ten behoeve van de jaarlijkse rekening van de leverancier, door de verbruikte elektriciteit te verminderen met de opgewekte elektriciteit.
Datum | Meterstand in | Meterstand uit | Meterstand berekend | Verbruik |
---|---|---|---|---|
1 jan | 300 | 200 | 100 (300 - 200) | - |
1 juli | 1500 | 1600 | -100 (1500 - 1600) | -200 (-100 - 100) |
31 dec | 2700 | 1800 | 900 (2700 - 1800) | 1000 (900 - -100) |
Totaal | 800 (900 - 100) |
Helaas is er in de behandeling van het eerste wetsvoorstel niet gesproken over hoe er moet worden omgegaan met tussentijdse meterstanden. Het ligt echter voor de hand om tussentijdse meterstanden op dezelfde wijze te berekenen. Dat resultaat sluit ook aan bij wat de ferrarismeter zonder terugloopbeveiliging toont op de tussenliggende data en de wetgever heeft bij de invoering van de salderingsregeling dan ook de ferrarismeter als optie genoemd.
Tegenwoordig staat in de salderingsregeling niet meer dat de meterstanden berekend moeten worden, maar dat het verbruik berekend moet worden. Uit de toelichting van 2012 wordt echter duidelijk dat de wetgever hiermee destijd niet heeft beoogd om tot een ander resultaat te komen dan wanneer eerste de meterstanden berekent zouden worden en daarna het verbruik te berekenen op basis van die berekende meterstanden:9
Dat betekent dat het verbruik tegenwoordig wel wordt uitgerekend door de levering te verminderen met de teruglevering, maar dat daarbij nog steeds op hetzelfde resultaat moet uitkomen als wanneer de meterstanden wel worden berekend. De saldering komt tegenwoordig met twee tariefperiodes in één factuurperiode zo tot uiting:Hierbij wordt opgemerkt dat een kleinverbruiker alleen die elektriciteit kan salderen die hij via dezelfde aansluiting van het net onttrekt en op het net invoedt. De leverancier berekent immers de meterstand ten behoeve van de facturering en de inning van de kleinverbruiker en dat geschiedt per aansluiting. De uitkomst van het salderen van aan het net onttrokken en op het net ingevoede hoeveelheid elektriciteit kan geen negatief saldo opleveren. De kleinverbruiker heeft geen recht op betaling van zijn leveringsprijs door zijn leverancier over de overige ingevoede elektriciteit die hij niet met zijn verbruik kan salderen. In artikel 31c, derde lid, is expliciet bepaald dat de kleinverbruiker voor zijn surplus minimaal het recht heeft op een redelijke vergoeding.
Datum | Meterstand in | Meterstand uit | Levering | Teruglevering | Verbruik |
---|---|---|---|---|---|
1 jan | 300 | 200 | - | - | - |
1 juli | 1500 | 1600 | 1200 (1500 - 300) | 1400 (1600 - 200) | -200 (1200 - 1400) |
31 dec | 2700 | 1800 | 1200 (2700 - 1500) | 200 (1800 - 1600) | 1000 (1200 - 200) |
Totaal | 2400 (2700 - 300) | 1600 (1800 - 200) | 800 (2400 - 1600) |
In het bovenstaande voorbeeld is er in een jaar tijd in totaal 2400 kWh geleverd en 1600 kWh teruggeleverd en dus wordt de factuur opgesteld aan de hand van enkel de levertarieven.
Datum | Verbruik | Levertarief | Bedrag |
---|---|---|---|
1 jan | - | - | - |
1 juli | -200 | 0,10 | € -20 |
31 dec | 1000 | 0,20 | € 200 |
Totaal | 800 | € 180 |
Wanneer er in een jaar minder wordt geleverd dan teruggeleverd, bijvoorbeeld respectievelijk 1600 en 2400 kWh, dan mogen de berekende meterstanden met maximaal de levering worden verminderd en moet over het overschot een redelijke vergoeding worden betaald. De wetgever heeft met de opmerking dat het verbruik niet negatief kan zijn beoogd dat het jaarverbruik niet negatief kan zijn, maar ik geef de teruglevering wel zo weer in dit artikel, in dit voorbeeld is dat dan -800 kWh. Wanneer er in een factuurperiode twee tariefperiodes zijn voor het teruglevertarief, dan komt het pragmatisch en onjuist voor om de meterstanden op dezelfde wijze te corrigeren c.q. het verbruik op dezelfde manier te berekenen en de factuur op te stellen door de teruglevertarieven te hanteren. Een alternatief is om het verbruik naar verhouding op te splitsen in twee delen en beiden anders belast worden en voor de verhouding zou je dan kunnen kijken naar de gesaldeerde elektriciteit en het overschot, in dit geval 1600 : 800 of 2:1. In het onderstaande voorbeeld is het alternatief voordeliger, maar dat kan uiteraard ook anders uitpakken.
Pragmatisch | Alternatief | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | Verbruik | Teruglevertarief | Bedrag | Verbruik | Levertarief | Verbruik | Teruglevertarief | Bedrag |
1 jan | - | - | - | - | - | - | - | - |
1 juli | 200 | 0,05 | € 10,- | 133 | 0,10 | 67 | 0,05 | € 16,67 |
31 dec | -1000 | 0,10 | € -100,- | -667 | 0,20 | -333 | 0,10 | € -166,67 |
Totaal | -800 | € -90,- | -534 | -266 | € -150,- |
Minister Jetten heeft een hele andere opvatting en heeft op kamervragen per brief van 23 september 2022 als volgt geantwoord:10
Wanneer alleen naar de letter van de wet wordt gekeken, dan is dit een logische gedachte. Immers, verbruik = levering - teruglegering en salderen moet op jaarbasis. Alleen is het berekenen van het verbruik juist steeds uitwisselbaar geweest met het berekenen van de meterstanden. Wanneer je de begin- en eindmeterstanden berekend door de meterstanden van de geleverde elektriciteit te verminderen met de meterstanden van de teruggeleverde elektriciteit, dan lijkt het mij voor de hand te liggen om de meterstanden van tussenliggende data op dezelfde wijze te berekenen.Salderen is het tegen elkaar wegstrepen van de hoeveelheid ingevoede en onttrokken elektriciteit zonder het tarief hierbij te betrekken. Het aantal kWh dat resteert na saldering, onttrokken dan wel ingevoed, wordt gefactureerd. Op dit moment is wettelijk niet geregeld tegen welk tarief het saldo na dit salderen moet worden gefactureerd in een situatie waarbij het tarief in de factuurperiode varieert.
De rechtbank Midden-Nederland overwoog dat uit het antwoord van Jetten, zoals hierboven weergegeven, volgt dat het de bedoeling van de wetgever was dat eerst de hoeveelheid geleverde en teruggeleverde elektriciteit tegen elkaar moet worden weggestreept en vervolgens het restant moet worden belast of vergoed, ook wanneer er sprake is van een variabel contract.11 Echter, hiertegen kan worden aangevoerd dat de salderingsregeling uit 2004, en de wijzigingen in 2008 en 2012 moet worden uitgelegd aan de hand van de toelichting van de wetgever van destijds. Het is dan ook aannemelijk dat een andere rechter tot een andere overweging zal komen.
Terug naar het overzicht van vragen.
3. Mogen variabele terugleveringskosten in rekening worden gebracht?
Twee recreanten van het Nederlands Nationaal Naturistenterrein (hierna: NNT) waren het niet eens over de vergoeding die zij ontvingen voor de door hen teruggeleverde elektriciteit. Het NNT rekende met een leveringstarief van € 0,27 per kWh en een teruglevertarief van € 0,10 per kWh. NNT bracht geen vaste kosten in rekening, maar verwerkte deze in het leveringstarief. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat NNT, hoewel ze de salderingsregeling niet strikt naleefde door niet eerst het verbruik te berekenen, dit toch zo mocht doen, omdat daarmee niemand zou worden benadeeld.12 De rechtbank passeerde de stelling van de twee recreanten dat zij zouden moeten salderen tegen € 0,27 per kWh, omdat het gevolg daarvan zou zijn dat zij dan helemaal niet zouden bijdragen aan de kosten van aanleg en onderhoud van het netwerk als zij 100% salderen.13 Het gerechtshof Amsterdam kwam tot een ander oordeel. Het hof overwoog dat de geleverde en de teruggeleverde elektriciteit op exact dezelfde wijze belast moeten worden,14 en dat het niet bijdragen aan de kosten van aanleg en onderhoud van het netwerk door kleinverbruikers die volledig salderen de consequentie is van de wijze waarop NNT haar (netwerk)kosten in rekening bracht.15 Het hof wees daarbij op de overweging van de wetgever dat de huidige salderingsregeling betekende dat er geen op verbruik gebaseerde kosten in rekening gebracht kunnen worden bij kleinverbruikers die volledig salderen.16Vandebron heeft de 'vaste' terugleveringskosten regeling geïntroduceert.17 Deze regeling houdt in dat kleinverbruikers die terugleveren daar een vergoeding voor moeten betalen, zo moet voor 1000 kWh € 4,- worden betaald, voor de volgende 1000 kWh komt daar € 8,50 bij, enzovoort. De ACM heeft aan de media laten weten dat het volgens de salderingsregeling toegestaan zou zijn om kosten die veroorzaakt worden door teruglevering van zonnepanelen bij eigenaren van zonnepanelen in rekening te brengen en dat de terugleveringskosten van Vandebron daarom geoorloofd zijn.18
Vaste kosten zijn kosten die niet te beïnvloeden zijn door het verbruik te verminderen of vermeerderen, terwijl variabele kosten juist kosten zijn die wel te beïnvloeden zijn door te verminderen of vermeerderen. De 'vaste' terugleveringskosten zoals Vandebron en anderen hanteren zijn te beïnvloeden en zijn dus eigenlijk variabele kosten. Het eerdergenoemde arrest van het hof Amsterdam ziet juist op de variabele kosten. Vandebron moet de geleverde elektriciteit dan ook exact hetzelfde belasten als de teruggeleverde kosten, maar deze ‘vaste’ terugleveringskosten worden alleen op de teruggeleverde elektriciteit en dus saldeert Vandebron niet op de voorgeschreven wijze.
Vandebron is met haar ‘vaste’ terugleveringskosten in het nieuws gekomen, er zijn kamervragen over gesteld en minister Jetten heeft op die kamervragen zo geantwoord:19
De mening van minister Jetten staat alleen haaks op het oordeel van het gerechtshof Amsterdam, dat juist tot de conclusie is gekomen dat het niet mogelijk is om via de tarieven kosten in rekening te brengen bij kleinverbruikers die volledig salderen. En wanneer het niet mogelijk is om, bij kleinverbruikers die volledig salderen, kosten per kWh in rekening te brengen, dan is het ook niet mogelijk om bij die kleinverbruikers kosten per 1000 kWh in rekening te brengen. Immers, de geleverde en teruggeleverde elektriciteit moet op exact dezelfde wijze belast worden.Het via tarieven in rekening brengen van terugleveringskosten voor mensen met zonnepanelen is niet verboden op basis van de Elektriciteitswet 1998. Die wet schrijft echter ook voor dat kleinverbruikers een redelijke vergoeding moeten krijgen voor teruggeleverde elektriciteit. Indien de hoogte van de terugleveringskosten ervoor zorgt dat er geen sprake meer is van een redelijke vergoeding, dan kan er sprake zijn van een overtreding.
Terug naar het overzicht van vragen.
4. Mogen de operationele kosten in andere posten worden verdisconteerd?
Alle energieleveranciers hebben te maken met operationele kosten, bestaande uit onbalans- en profielkosten, die een relatie hebben met het in balans houden van de hoeveelheid elektriciteit op het elektriciteitsnetwerk. Onbalanskosten zijn kosten die te maken hebben met het stabiel houden van het elektriciteitsnetwerk.20 Het aanbod van elektriciteit moet namelijk ongeveer gelijk zijn aan de vraag. Wanneer er onbalans op het elektriciteitsnetwerk dreigt moet er elektriciteit worden ingekocht of verkocht tegen de tarieven op de onbalansmarkt. De tarieven op de onbalansmarkt liggen hoger dan de tarieven op de balansmarkt. Profielkosten zijn de kosten waarvoor de elektriciteit wordt aangekocht om afnemer van de verwachte elektriciteitsbehoefte te voorzien.21 Profielkosten bestaan uit een component waarmee wordt voorzien in de minimale hoeveelheid elektriciteit die op ieder moment wordt gebruikt (de baseload) en een component waarmee wordt voorzien in de hoeveelheid elektriciteit die gedurende de piekmomenten wordt afgenomen (de piekload). Deze kosten vertonen een correlatie met de hoeveelheid geleverde elektriciteit en worden daarom in beginsel verwerkt in het leveringstarief.Rick van de Westelaken heeft, op zijn YouTube kanaal Ketel Klets, aandacht besteed aan de handelspraktijken van Essent.22 Essent weet namelijk op welke adressen voorzien zijn van zonnepanelen en baseert hier haar tarieven en kortingen op. De verschillen staan hieronder. Essent kiest er kennelijk voor om haar operationele kosten door te belasten in de levertarieven en de vaste kosten.
Kleinverbruiker | zonder zonnepanelen | met zonnepanelen |
---|---|---|
Product | elektriciteit en gas | elektriciteit en gas |
Duur | • maandelijks opzegbaar, • één jaar vast of • drie jaar vast | • maandelijks opzegbaar of • één jaar vast |
Welkomstkorting | tot € 300 | € 0 |
Elektriciteit, normaal per kWh | € 0,29694 | € 0,39967 |
Elektriciteit, dal per kWh | € 0,29425 | € 0,39725 |
Elektriciteit, vaste kosten | € 0,29477 | € 0,29477 |
Gas, per m3 | € 1,31480 | € 1,43846 |
Gas, vaste kosten | € 0,19638 | € 0,22931 |
De salderingsregeling brengt met zich mee dat de kleinverbruiker geen variabele leveringskosten hoeft te betalen over de door hem gesaldeerde elektriciteit. De leverancier moet wel operationele kosten betalen voor de gesaldeerde elektriciteit. De groep kleinverbruikers met zonnepanelen wordt door de jaren heen steeds groter. De wens van de energieleverancier om haar operationele kosten door te belasten aan alle kleinverbruikers komt hier vandaan. Essent heeft ervoor gekozen om dat door te belasten door verschillende tarieven te hanteren voor kleinverbruikers met en zonder zonnepanelen.
Het lijkt erop dat het toegestaan is om de operationele kosten in relatie tot de saldering op deze wijze door te belasten in de leveringstarieven en de vaste kosten. De bedoeling van de salderingsregeling is namelijk om het kleinverbruikers makkelijk te maken om een redelijke vergoeding te krijgen voor de door hen opgewekte elektriciteit. Dit blijkt uit de toelichting op de eerste versie van salderingsregeling:23
De wetgever heeft de algemene verplichting om een redelijke vergoeding te betaling over de teruggeleverde vergoeding geschrapt in 2012, daarna is de energieleverancier alleen nog gehouden om (i) elektriciteit te salderen tot de salderingsgrens; en (ii) een redelijke vergoeding te betalen over een eventueel overschot. Uit de toelichting blijkt dat het hier gaat om een verduidelijking:24Kleinverbruikers hebben volgens de Elektriciteitswet recht op een redelijke vergoeding voor de door hen op duurzame wijze geproduceerde en op het net ingevoede elektriciteit.
Door dit amendement wordt het voor deze kleinverbruikers makkelijker om gebruik te maken van deze regeling en daarmee wordt de productie van duurzame elektriciteit door kleingebruikers gestimuleerd.
Een kleinverbruiker met zonnepanelen kan natuurlijk vinden dat de operationele kosten voor de teruglevering van elektriciteit voor rekening zouden moeten komen van de kleinverbruiker die deze elektriciteit consumeert. Daar staat tegenover dat een kleinverbruiker zonder zonnepanelen kan vinden dat een kleinverbruiker met zonnepanelen, die niet investeert een thuisbatterij, de operationele kosten voor de elektriciteit die hij consumeert ook voor zijn rekening moet komen, ook als hij die elektriciteit op een later moment teruggeeft. Wat mij betreft voegt de wetgever een bepaling toe aan de salderingsregeling die bepaald, dat een leverancier tussen het leveringstarief en terugleveringstarief een verschil mag zitten op basis van de kostprijs van de operationele kosten voor de geleverde elektriciteit en dat een leverancier geen verschil mag hanteren in het aanbod voor kleinverbruikers met en zonder zonnepanelen. Tot die tijd schat ik in dat de handelswijze van Essent geoorloofd doch onwenselijk is.Tot slot worden de bepalingen over de redelijke vergoeding verduidelijkt. Thans is hierover in zowel artikel 31c als artikel 95c, derde lid, een bepaling opgenomen. In artikel 31c wordt opgenomen dat de leverancier de kleinverbruiker een redelijke vergoeding moet betalen indien de door die kleinverbruiker op het net ingevoede hoeveelheid elektriciteit groter is dan de hoeveelheid die in mindering wordt gebracht op de aan het net onttrokken elektriciteit. In dit geval betaalt de leverancier aan de betreffende afnemer voor het meerdere een redelijke vergoeding. De verplichting tot het betalen van een redelijke vergoeding wordt opgenomen in artikel 31c. De overeenkomstige bepaling in artikel 95c, derde lid, komt daarmee te vervallen.
Terug naar het overzicht van vragen.
Conclusie
De salderingsregeling schrijft jaarlijkse saldering voor en de wijze waarop meterstanden c.q. het verbruik worden berekend. Uit de systematiek van de wet volgt dat separate belasting van levering en/of teruglevering niet mogelijk is. Wel kan verbruik in levering en teruglevering gesplitst worden, mits beide op exact dezelfde wijze belast worden, zodat dat praktisch gezien hetzelfde is als alleen het verbruik belasten. Uit het voorgaande volgt dat het plan van Budget Energie om elektriciteit in de zomer voor tegen het lage teruglevertarief te kopen en het plan van Vandebron om ‘vaste’ terugleveringskosten in te voeren in strijd zijn met de salderingsregeling. Dat laat onverlet dat partijen vanuit de contractuele vrijheid in beginsel met elkaar de afspraken kunnen maken die ze willen, mits ze daarbij binnen de kaders van de wet blijven.Terug naar het overzicht van vragen.
1. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
2. Wetswijzigenoverzicht van artikel 31c Elektriciteitswet 1998, wetten.overheid.nl
3. TK 2007-2008, 31 374, nr. 14.
4. @Rienzilla 9 september 2022, ‘Procedure tegen Budget Energie over salderen per jaar en TLV.’
5. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
6. TK 2007-2008, 31 374, nr. 14.
7. TK 2012-2013, 33 493, nr. 3, par. 2.2, tweede alinea.
8. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
9. TK 2012-2013, 33 493, nr. 3, par. 2.2, vierde alinea.
10. Kamerstukken II[ 2023-2024, 2022Z13495, randnummer 4.
11. Rb Midden-Nederland 1 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:788, r.o. 4.14, Rb Midden-Nederland 17 juli 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4292, r.o. 4.5.
12. Rb Amsterdam 31-01-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1208, r.o. 10.
13. Rb Amsterdam 31-01-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1208, r.o. 17.
14. Hof Amsterdam 30-03-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:906, r.o. 3.5.4.
15. Hof Amsterdam 30-03-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:906, r.o. 3.5.5.
16. TK 2020-2021, 35 594, nr. 3, par. 2.1.
17. Vandebron 15 augustus 2023, ‘Wat je moet weten over onze vaste terugleveringskosten.’
18. Solarmagazine 17 augustus 2023, ‘Toezichthouder ACM: toeslag Vandebron voor klanten met zonnepanelen niet verboden.’
19. Kamerstuk II 2023-2024, 2023Z19517, randnummer 10.
20. Vattenfall, ‘Wat zijn onbalanskosten?’
21. Vattenfall, ‘Wat zijn profielkosten en hoe komen ze totstand?’
22. Rick van de Westelaken, 18 januari 2024, ‘Energie trukendoos: kat in het nauw?’
23. TK 2003-2004, 29 372, nr. 45.
24. TK 2012-2013, 33 493, nr. 3, par. 2.2, tweede alinea.
[ Voor 255% gewijzigd door alfatrion op 08-01-2025 02:12 . Reden: Toevoeging uitspraak bij footnote 11. ]