De belangrijkste reden om vrij van huur te kunnen verkopen is de waardedaling die samenhangt met een verhuurde woning. Niet elke koper zit namelijk te wachten op een huurder en een koper die bewust een woning met een huurder koopt is o.a. gebonden aan de beperking in opzegging voor dringend eigen gebruik gedurende drie jaar na overdracht (
art. 7:274 lid 5 aanhef en onder b BW).
En door een waardedaling zal een eventuele restschuld kunnen ontstaan, wat inderdaad bij executieverkoop een (groot) probleem kan worden.
Maar ook niet irrelevant is een huurbeding dat waarschijnlijk aanwezig is in de overeenkomst tussen de TS en de bank, omdat de bank alleen op grond van de uitzonderingen in
art. 3:264 BW dat huurbeding ongemoeid mag laten.
Dat betekent dat de huurovereenkomst met zittende huurders vernietigd wordt en daarmee zal de TS in dat geval waarschijnlijk aansprakelijk zijn voor de schade die de huurders leiden (met spoed andere woning, proceskosten huurders etc.) voor wat betreft die niet betaald wordt uit de opbrengst (art. 3:264 lid 7 BW).
Dus, net zoals ieder ander in deze situatie, gewoon verhuren.
En vooral: sterkte!
Bij de laatste zin sluit ik mij aan, maar bij de voorlaatste zin nadrukkelijk niet. Het lijkt mij juist niet iets om 'gewoon' maar aan te beginnen.
Behalve bovenstaande onderschatten veel particuliere verhuurders van een woning volgens mij de moeilijkheden die daarmee kunnen samenhangen. Een klein foutje is snel gemaakt en voor je het weet heeft de huurder een overeenkomst voor onbepaalde tijd als het de bedoeling was om tijdelijk te verhuren. Dat is niet per se het einde van de wereld, maar sommige huurders betalen de huur niet. Of vertrekken ineens tijdens een overeenkomst voor bepaalde tijd. Of willen de woning verbouwen en krijgen daarvoor een machtiging van de rechter (
art. 7:215 BW). Een zelfaangebrachte voorziening mag immers niet geweigerd worden tenzij een van de twee uitzonderingen in art. 7:215 BW van toepassing is. Dat geldt ook bij tijdelijke verhuur en art. 7:215 BW is behoudens de buitenzijde van de woning van semi-dwingend recht. Verder hebben twee Kamerleden (waaronder een Kamerlid van een coalitiepartij) een initiatiefwet ingediend om tijdelijke verhuur van zelfstandige huurwoningen van twee jaar of korter weer uit art. 7:271 BW te halen.
Verder staan er soms ook in modelovereenkomsten voor verhuur van woonruimte fouten of zijn die modellen niet ge-update n.a.v. recente en soms zelfs Europese jurisprudentie.
Daarnaast kunnen er bestuursrechtelijk problemen opdoemen als die niet tijdig zijn onderkent, zoals beperkingen in een huisvestingsverordening die samenhangen met een huisvestingsvergunning of opkoopbescherming of (als het gaat om nieuwbouw) om een privaatrechtelijke zelfbewoningsplicht en een daarmee samenhangend (vermoedelijk zeer hoog) boetebeding.
De lijst is uiteraard eindeloos als het aankomt op risico's en je kunt altijd beren op de weg zien, maar 'gewoon' verhuren lijkt mij persoonlijk geen verstandig idee als de bank daar niet aan meewerkt of waarschijnlijk niet aan zal willen meewerken. Uiteraard is het uiteindelijk aan de TS om een keuze te maken en mede daarom draagt de TS het risico daarvan, maar het lijkt mij niet iets om al te lichtzinnig over na te denken (maar misschien bedoel je het ook niet zo).
Voor onbepaalde tijd ben ik gestopt met reageren op dit forum.