Virtuozzo schreef op vrijdag 24 april 2020 @ 01:48:
[...]
Kleine longread, maar je bericht kwam precies neer op een aantal indringende kwesties die samen komen en juist nu tijdens deze crisis op tafel komen. Met goede redenen.
Het is zo'n beetje een discussie over de
Laffer Curve, een theorie vanuit supply-side economics, over theoretisch verband tussen de belastingtarieven en de belastingontvangsten.
De discussie over hogere belastingen is er eigenlijk een van verdeling van last bij belasting, keuze in wat belast wordt, keuze in verdeling van baten daarbij,
én discussie over de relatie tussen belastingen en het kunnen doen wat we willen.
Misschien een handig stuk video om eens te bekijken:
https://universiteitvanne...-zoveel-belasting-betalen
De crux is dat zonder belastingen geen beschaafde samenleving mogelijk is. Maar wat is dat? Dat is een samenleving waar we keuzes kunnen maken voor onze opbouw, onze ontplooiing en onze wensen en overtuigingen. Iemand met een leuk idee kan er een product van maken, maar enkel omdat er andere mensen zijn en omdat we samen het mogelijk maken om het überhaupt te kunnen doen.
Voor ons moderne denken is dat laatste vaak vreemd. Ik als individu doe het zelf, alleen. Ik ben zelfredzaam. Ik beslis. Het is mijn werk. Dit is geloofsgedrag, dat wordt aangeleerd. De realiteit zit anders in elkaar. Zolang het goed gaat kan dat geloofsgedrag best nuttig zijn voor opbouw (overtuiging maakt heel veel mogelijk, het is een motor). Gaat het minder, of komt er druk op de ketel, dan zorgt dat denken vrij makkelijk voor structurele verstoringen. We missen immers dat er pas "ik" is na én dankzij "wij".
Een beschaafde samenleving is het investeren in vereisten om zaken op te bouwen. Dat is een kwestie van geld, en omdat we enkel iets kunnen doen wanneer dat collectief mogelijk gemaakt wordt, is dat geld ook iets wat we collectief op moeten brengen.
Het wordt dan dus meteen een discussie van wat halen we op en hoe verdelen we dat. En ook daar zitten wat complicaties. Met name in termen van risico's die voortvloeien uit ongelijkheid bij de variabelen van eerdergenoemde vereisten. Hoe meer ongelijkheid, des te minder stabiel het fundament, des te meer ongelijk de verdeling, waaruit helaas ook onvermijdelijk volgt dat we de vereiste investeren ondermijnen.
Je hebt volledig gelijk als je zegt dat Nederlanders het goed hebben waar het op die realiteit van ongelijkheid aankomt. Wanneer we het vergelijken met landen
die verder zitten op dezelfde ontwikkelingslijn waar wij op zitten. Dat zou ons aan het denken moeten zetten.
Dat is echter ook meteen nadenken over wat eigenlijk allemaal speelt achter ons denken over kansen scheppen en nemen. Dat is ook meteen nadenken over balans bij inkomen en vermogen. En dus over belastingen. Het is immers niet enkel wat je ophaalt, maar ook waar. Ook daar zit een verkenning van efficiëntie.
Wat is er specifiek zo erg aan financiële of fiscale ongelijkheid ten opzichte van andere vormen van ongelijkheid? Financiële / Fiscale ongelijkheid is vrij eenvoudig eigenlijk:
[list=1]
• Ongelijkheid concentreert beschikbare macht over mensen
• Ongelijkheid concentreert beschikbare toegang tot belangenbehartiging
• Ongelijkheid concentreert beschikbare middelen voor schepping van welvaart
• Ongelijkheid concentreert beschikbare toegang tot én middelen vereist voor opbouw & ontplooiing
[/list]
Heel eenvoudig gesteld,
ongelijkheid ondermijnt wat we "beschaafde samenleving" noemen, wat het enige is wat als garantor kan dienen voor wat mensen opbouwen. Het is dus eigen belang om die ongelijkheid in toom te houden, dat is ook iets wat we in Nederland na de Tweede Wereldoorlog lang in stand gehouden hebben als politieke, economische en sociale focus. In ons stelsel zijn belastingen het primaire instrument daarbij.
Wij hebben dat echter langzaam aan gecompliceerd met een gericht en selectief onderscheid tussen inkomen en vermogen, waarbij dat laatste meer gewaardeerd, maar minder belast wordt dan inkomen, ondanks dat vermogen ook concentrerend is, en niet bewegend (zoals inkomen). We hadden ooit veel hogere belastingen, echter bij relatieve focus die heel anders in elkaar zat, op basis van andere visie op ordening en relatie tussen samenleving en individu. Saillant, met relatief hoger besteedbaar inkomen bij ander model voor opbouw.
Is het probleem echt hoge belastingen? Dat hangt er maar van af waar je kijkt in die taart. Wij kennen een fiscaal stelsel van glazen plafonds. Ik zou dan eerder stellen dat onze blik op het onderwerp misschien eerst aan de realiteit getoetst moet worden. Er is niets mis met hoge belastingen, integendeel, ze zijn vaak op hun plaats en zelfs vereist.
Maar zitten ze op de juiste plek? Die vraag wordt vrij makkelijk vervormd.
Je punt van belasting op arbeid is daarbij zeer goed gekozen. Daar zitten de meest brede belastingen, maar ook de meest hoge in relatie tot effectief besteedbaar inkomen en participatie in schuldverklaring. Met flinke complicaties, we staren ons blind op marginale uitzonderingen van bijvoorbeeld bijstandsfraude, maken enorme kosten om daar op te jagen, maar corrigeren niet wat in essentie een niet optimale focus van (hoge) belasting is (herinnering, belastingen zijn mechanismen van zowel ophalen als verdelen als vereiste voor beschaafde samenleving).
Belasting op vermogen is een mechanisme om te voorkomen dat er vanuit die ongelijkheid trendmatig concentreren van welvaart en toegang / kansen / middelen daarbij optreedt.
Hier zit echter een frappant springende focus in hoogte van belastingen.
Wat je laatste punt aangaat, ik zou juist stellen dat er een nieuw tijdperk is aangebroken van onderwijs als fabriek van dociele arbeiders. Misschien klinkt dat vreemd, maar laten we er even bij stil staan.
Arbeid is arbeid, of je nu advocaat bent, arts, dokwerker of chauffeur. Arbeid is al heel lang niet meer louter een concept van manuele arbeid, het is meer complex en divers geworden. Maar het blijft arbeid. En onderwijs leidt op voor arbeid. Ja, onderwijs leidt ook op voor samenleven en maatschappij, al is dat in toenemende mate minder een focus.
Onderwijs is echter ook een mechanisme van schuldverklaring geworden. En wie schulden heeft is meer conformistisch want hij of zij draagt meer risico. Ergo, meer schuld vanuit onderwijs? Meer dociele arbeid.
Onderwijs is ook meer gericht geworden, er is minder ruimte voor breder blikveld, het wordt minder aangeleerd, er is meer focus op strikte kaders van hoe zaken aan te pakken en te optimaliseren. Het resultaat is arbeid wat minder in staat is om zelfstandig aan kaders voorbij te gaan, wat meer gericht is op het volgen van patronen en aangeleerde best practices. Meer dociele arbeid.
Onderwijs wordt ook steeds duurder. De drempels worden hoger. Waar het ooit mogelijk was om eigen ontplooiing relatief makkelijk te verbreden, om meer ruimte voor eigen kansen te scheppen, is dat steeds moeilijker en duurder geworden. Inmiddels is het zover dat bij de discussies rondom vervolgstudies, een leven lang leren en zo meer er een verschuiving besproken wordt waarbij arbeid zich steeds meer conditioneel moet gedragen en verbinden (aan bedrijven) voor dat soort ontplooiing, waarbij ook steeds meer gesproken wordt van óf het zelfstandig dragen van alle toenemende kosten bij toenemende restricties, óf het afhankelijk zijn van verbinding aan bedrijf. Arbeid wordt ook zo meer dociel.
Het opmerkelijke is dat we bij onderwijs eigenlijk hetzelfde aan het doen zijn, naast al het bovenstaande, als bij de zorgsector.
We gebruiken het idee dat het meer efficiënt kan als ingang om de sector als marktmechanisme in te zetten. Met andere woorden, vanuit de overtuiging dat marktwerking en gerelateerd denken beter onderwijs kan stimuleren (zie ook de ingang, beter aansluiten bij vraag uit bedrijfsleven) produceren we meer dociele arbeid terwijl we aan de sector steeds meer verdienmodellen toevoegen. Verdienmodellen waarbij vanuit ontwerp sprake is van beperkingen voor deelname daaraan vanuit geconcentreerde punten waar de verdienmodellen gekoppeld of beheerst worden. Denk dan terug aan eerdergenoemde punten van vereisten beschaafde samenleving en ongelijkheid.
Is dit slim? Op papier ja. Dingen kunnen beter. Verandering is de enige constante, er zal dus altijd noodzaak en ruimte voor aanpassing en optimalisatie zijn.
Maar is ons denken hierbij optimaal? Is onze benadering daarbij ook echt productief? Nu ja, dat hangt er van af waar je kijkt. Het is een analyse van baten en kosten. Wie krijgt de baten, waar komen de kosten terecht.
Nu is het zo dat dit geen nieuw draaiboek is. Zoals gezegd en in vele topics door mensen hier opgemerkt, we hebben dit al met de zorgsector gedaan. We kunnen dus best goed kijken of de benadering ook echt slim is.
Ik merk dan op:
- dat het in ieder geval niet productief is voor de kwestie van hoge belastingen. De kosten komen immers bij de burger terecht. De baten? Dat is een meer gevoelige vraag.
- dat alhoewel in de zorgsector de efficiëntie op vlak van zorg is toegenomen, dat niet het resultaat is van toepassing van concepten als marktwerking. Integendeel, daar zijn lasten en kosten juist slechts nominaal toegenomen vanuit evolutie van kwalitatieve focus op zorg.
- dat het toevoegen van verdienmodellen aan de sector als een markt de kosten, en dus de voet op belastingen, door het plafond gejaagd heeft (supply side, fiscale reserves, participaties e.d.).
- dat de reorganisatie van sector als markt an sich enerzijds marktwerking heeft losgelaten met als resultaat bijzonder inefficiënte werking van segmenten (zie PGB's, de moerassen van kantoortjes e.d.) maar de sector als markt gereduceerd heeft tot een gesloten ecosysteem op basis van planeconomie (en dat is ook al zichtbaar in het onderwijs).
Als we dus over onderwijs nadenken bij dit soort discussie, het loont zich wel om te kijken naar de resultaten van hetzelfde draaiboek bij hetzelfde denken elders ingezet. We zien ons bij de Corona crisis op veel punten geconfronteerd met de effecten daarvan. Maar al te vaak weinig nuttig, en uitermate kostbaar.
En dan gaan we dus linea recta terug naar hoge belastingen. Als consequentie van ons denken en handelen bij het bepalen van de "waar" van belastingen, als resultaat van onze percepties bij dat soort vraagstukken.
Ik merk dan op dat onze benadering bij dit soort vraagstukken eigenlijk precies datgene stimuleert wat we niet graag hebben. De vraag is dan of we andere keuzes kunnen / willen maken. Lage belastingen zijn we niet bij gebaat. Hoge belastingen zoals we ze nu kennen wensen we niet. Maar de crisis wijst ons op het hellend vlak, en schept kosten.
Hoge belastingen zijn in historisch opzicht zelden een probleem in de realiteit, zolang ze op de juiste plek zitten. Hogere belastingen -
of zelfs maar directe kosten - tijdens of na crisis zijn ook zelden of nooit een probleem of zelfs maar een complicatie bij het uit de crisis komen. Zolang ze maar op de juiste plek zitten. Echter dit is een verkenning die ondanks cruciaal belang zelden echt ondernomen wordt, vanuit ons aanwezige denken vanuit (aangeleerd) geloofsgedrag.
Een crisis schept daar een extra drempel bij. We zijn onzeker, we zien verstoring. We willen dat niet, we willen terug. Er is echter nooit zoiets als terug. Er is enkel verandering. Zaak dus toch om even stil te staan bij dit soort zaken. Al was het maar voor eigen belang.