Wispe schreef op woensdag 5 november 2025 @ 12:55:
[...]
Alternatief voor de box 3 heffing kan zijn om het vermogen onder te brengen in een BV waarvan je de aandelen houdt. In het Nederlandse systeem vindt de belastingheffing over aandelen in een BV plaats in box 2 als het belang in de BV groter is dan 5%. Dit wordt wel aanmerkelijkbelangheffing genoemd. In box 2 is sprake van een reel stelsel waarbij de heffing aansluit bij hetgeen ontvangen is, dividend uit de BV of verkoopopbrengst (bij verkoop van de BV).
Het tarief voor 2025 is 31% als het dividend hoger is dan € 67.804 (of € 135.608 voor fiscale partners). Daaronder is het tarief 24,5%. Als er sprake is van dividend dan houdt de BV 15% dividendbelasting in en draagt deze op aangifte af aan de belastingdienst. In de aangifte inkomstenbelasting komt deze ingehouden dividendbelasting in mindering op de verschuldigde aanmerkelijkbelangheffing (=box 2 heffing). Dus zolang er niets wordt uitgekeerd door de BV is er geen box 2 heffing verschuldigd.
De BV betaalt over haar resultaat vennootschapsbelasting, te weten 19% tot een belastbaar bedrag van € 200.000. Daarboven 25,8%. Ook de BV betaalt alleen over het gerealiseerde resultaat. De effecten worden in de BV gewaardeerd tegen kostprijs en/of lagere beurswaarde. Dit betekent dat er alleen belasting wordt betaald als de BV koerswinsten maakt. Uiteraard zijn de verliezen aftrekbaar.
De kosten die toe te rekenen zijn aan de BV, zoals daar zijn de oprichtingskosten, de jaarlijkse kosten van de jaarrekening, de aangifte vennootschapsbelasting en de deponering van de jaarcijfers bij de Kamer van Koophandel zijn aftrekbaar. Als er sprake is van een beleggingsvennootschap dan is de BV niet onderworpen aan BTW (de BV drijft voor de bepaling van de omzetbelasting geen onderneming). Dit wil zeggen dat er geen aangifte btw gedaan behoeft te worden, er is ook geen aftrekrecht. De kosten inclusief BTW komen ten laste van het resultaat.
Het door jou in privé gestort kapitaal in de BV (tegen uitreiking van aandelen) kan, indien de juiste route gevolgd worden, onbelast worden terugbetaald indien je bijvoorbeeld geld uit de BV nodig hebt. Deze onbelaste terugbetaling kan alleen dan plaatsvinden als het aandelenkapitaal verminderd wordt. Dit kan enkel en alleen geschieden via een notariële akte.
Gecombineerd tarief vennootschapsbelasting en box 2 (=AB tarief)
Vpb tarief: 19% AB tarief 24,5% Gecombineerd 38,845%
Vpb tarief: 19% AB tarief 31% Gecombineerd 44,110%
Vpb tarief: 25,8% AB tarief 24,5% Gecombineerd 43,979%
Vpb tarief: 25,8% AB tarief 31% Gecombineerd 48,802%
Let op: vanaf 1 januari 2025 telt het box 2 en box 3 inkomen voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Deze korting is inkomensafhankelijk en tot en met 2024 telde alleen het box 1 inkomen mee. Dit betekent onder omstandigheden (afhankelijk van het box 1 inkomen) dat door de afbouw van de algemene heffingskorting het tarief maximaal stijgt met 6,337% (tarief 2025).
De afweging tussen beleggen in de BV (=box 2) in plaats van privé (= box 3) verschilt voor spaartegoeden en voor beleggingen. Voor spaartegoeden geldt een relatief laag forfaitair rendement, dat meestal gelijk is aan het werkelijke rendement. Het advies is hier om dit privé te laten ook als er geld nodig is voor aanvulling van de privébestedingen.
Voor beleggingen is de afweging ingewikkelder. Voorheen gold als “regel” dat bij een laag verwacht rendement, zoals bij defensieve beleggingen, deze beleggingen beter in de BV ingebracht konden worden. Door de recente uitspraken van de Hoge Raad is dit deels achterhaald, omdat nu ook gekozen kan worden voor heffing over het werkelijke rendement. Zie hierboven bij het onderdeel “Belastingheffing over inkomsten uit vermogen, box 3”
Bij een rendement tussen 0% en het forfait is de belastingdruk 36% van het rendement. Bij een rendement boven het forfait is de belastingdruk gefixeerd op ruim 2% (36% van het forfait op overige bezittingen, thans 5,88%).
Bij beleggen in de BV tussen 0% en het forfait bedraagt de belastingheffing bij het laagste gecombineerde tarief van 38,88%. Verder is het zo dat bij een negatief rendement verliesverrekening toegepast kan worden binnen de BV. Tot een werkelijk rendement van 5,88% (tarief 2025) neemt het voordeel in de BV af. Bij een rendement van hoger dan 5,88% is beleggen in privé door de maximering van het forfait en het vaste tarief fiscaal gezien aantrekkelijker.
Op het eerste gezicht lijkt Box 3 door een lager tarief altijd voordeliger. Als vanaf 2028 het werkelijk rendement inderdaad belast gaat worden tegen 36%, met kostenaftrek en met verliesverrekening, dan is dit wellicht juist echter wij weten het niet (er is er veel te doen omtrent de nieuwe wetgeving, ook het parlement heeft verschillende opvattingen). Tot die tijd hebben we echter te maken met verschillen tussen de BV en in box 3.
Een aantal belangrijke verschillen tussen BV en privé:- Box 3-belasting is gemaximeerd. Is het rendement hoger dan het forfaitair rendement dat voor je totale box 3-vermogen geldt? Dan betaal je slechts belasting over het forfait. De rest van je rendement is onbelast. In zo’n geval is box 3 vaak voordeliger.
- Geen kostenaftrek in box 3. Maak je naast rendement ook kosten? Bijvoorbeeld kosten voor vermogensbeheer? Dan kun je deze niet aftrekken van het belastbare rendement in box 3. In de BV kan dit wel. Daardoor kan de te betalen belasting in de BV toch lager uitvallen, ondanks een hoger gecombineerd tarief.
- Verliesverrekening in de BV In een jaar met negatief rendement is doorgaans de BV voordeliger dan box 3, omdat in de BV verliezen verrekend mogen worden met winsten in andere jaren.
- Box 2-belasting kan worden uitgesteld. Over het rendement moet in beginsel direct vennootschapsbelasting worden betaald. De box 2-belasting kan doorgaans worden uitgesteld zo lang het vermogen in de BV blijft. Dit uitstel kan een voordeel zijn, en dat voordeel bestaat niet in box 3. Het is wel zo dat bij overlijden over de niet uitgekeerde winsten in de BV wel de box 2 heffing verschuldigd is (in jouw situatie over de helft).
- In box 3 wordt ook tot het werkelijke rendement de ongerealiseerde resultaten gerekend. Dit zal ook zo zijn in het nieuwe systeem volgens de huidige conceptteksten en commentaren. In de BV wordt alleen belasting geheven over de werkelijke opbrengst bij verkoop.