Er is een uitspraak van het hoger beroep bij het gerechtshof waarbij het gerechtshof de appelante (Rijbroek) ea oplegt:
5.3 verbiedt [appellante] om met onmiddellijke ingang op enigerlei wijze in woord of geschrift, direct of indirect, de hierna genoemde beschuldigingen te (doen) uiten over [geïntimeerde] :
dat zij ( [geïntimeerde] ) zou hebben gefraudeerd (in de boekhouding) bij de bedrijven Dutch Solar Systems B.V. (“DSS”), Wagner Solar GmbH (“Wagner GmbH”) en Wagner Solar Gambia (“Wagner Gambia”);
dat zij zonnepanelen zou hebben ontvreemd bij de bedrijven DSS en Wagner GmbH en die onder het mom van hulpgoederen heeft verkocht in Gambia;
dat zij diefstal heeft gepleegd bij DSS (via bonussen in 2012, via vriendendiensten, de verkoop van computers);
dat zij de FIOD-inval bij het bedrijf Strukton heeft veroorzaakt;
dat zij de moordaanslag op haar voormalige advocaat Philippe Schol zou hebben beraamd en laten uitvoeren;
dat zij een souteneur zou zijn;
dat zij seks zou hebben met Afrikaanse criminelen;
dat zij lid zou zijn van een Afrikaanse moslimsekte die via haar de Nederlandse infrastructuur wil overnemen;
dat zij vier terabytes porno op de server van het bedrijf DSS zou hebben geplaatst;
dat zij activiteiten zou ontplooien in de porno-industrie, waaronder het exploiteren van sekslijnen;
dat zij via het Tor-netwerk namaakaccounts op Twitter heeft gemaakt om daarmee de boekpresentatie van [appellante] zwart te maken;
dat zij journalisten zou omkopen;
dat zij in de drugs zou zitten en drugs zou transporteren met behulp van haar familieleden;
dat zij de administratie en data van onder meer DSS vernietigd heeft;
dat zij valsheid in geschrifte heeft gepleegd;|
dat zij rechters en relaties van rechters intimideert;
dat zij spionagesoftware op de telefoon van [partner appellante ] heeft geplaatst, waardoor [geïntimeerde] zich tot februari 2019 voor [partner appellante ] kon uitgeven;
dat zij brieven zou hebben gestuurd naar alle klanten en relaties van [partner appellante ] ;
dat ter gelegenheid van het bewijsbeslag op 21 december 2021 onrechtmatige handelingen hebben plaatsgevonden, zoals huisvredebreuk op basis van een valse grosse, het plaatsen van afluisterapparatuur in de woning, het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen van de computers, het veroorzaken van mogelijk ernstige gevolgen voor inzittenden van haar auto door de sabotage van (de software voor) het remsysteem, diefstal/vermissing van het paspoort, de huissleutels en de reserve autosleutel van [appellante] , vernieling van de poort tijdens de uitvoering van het bewijsbeslag en het niet terugkrijgen van de inbeslaggenomen computers in originele staat;
dat [geïntimeerde] dader is van een vervalste grosse en van een poging tot doodslag.
5.4
verbiedt [appellante] met onmiddellijke ingang onderzoek te (laten) doen naar de onrechtmatig geoordeelde en hierboven weergegeven beschuldigingen die [geïntimeerde] betreffen;
5.5
bepaalt dat [appellante] voor iedere overtreding van de onder 5.3 en 5.4 opgelegde verboden een dwangsom verbeurt van € 50.000,- per keer en/of per dag, een deel van de dag daaronder begrepen, dat zij het verbod overtreedt, met een maximum van € 5.000.000,-;
5.6
verklaart voor recht dat het handelen van [appellante] kwalificeert als een onrechtmatige daad jegens [geïntimeerde] , en veroordeelt [appellante] tot vergoeding van de schade die [geïntimeerde] heeft geleden als gevolg van dit onrechtmatig handelen, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat;
https://uitspraken.rechts...L%253a2025%253a6528&idx=1