Uzuhl schreef op donderdag 5 augustus 2021 @ 18:48:
[...]
Dat bepalen 'zij' conform Kareltje Popper. Met onbegrensde tolerantie verdwijnt dus je tolerantie door invloed van hen die intolerant zijn. Vraag is dus wie van de twee intolerant is, de persoon die vind dat je x niet mag vinden over een ander persoon of de persoon die vind dat de eerste persoon niet x mag vinden over de andere persoon. Met resultaat dat de minderheid tolerantie geniet maar zelf intolerant is, of.....
Grote dooddoener imho.
Enkel een dooddoener wanneer we de toetsingen niet uitvoeren voor groepsdynamica en termijneffecten in relatie tot zogeheten grondvesten van de samenleving in kwestie.
Passen we het toe op het Nederlandse, dan is het eigenlijk vrij eenvoudig. Open samenleving, collectieve functionaliteit, balans vrijheden en verworvenheden, basisbeginselen in een historisch equivalent van "first do no harm" en best veel ingebouwde erkenning van correlaties zoals die tussen diversiteit & innovatie - en zo meer.
De crux van de Tolerantie Paradox zit hem niet in het vergelijken van de (gevaarlijke en kunstmatige) binaire tegenstelling. Maar in de toetsing van perspectieven en handelingen aan collectieve functionaliteit - alsmede bestendigheid en continuïteit.
Waar men tolerantie vraagt voor wat geen schade toevoegt kunnen we misschien intolerant zijn, maar de paradox zelf is er niet op van toepassing.
Waar men tolerantie of vraag daarnaar ontzegt en schade schept (nogmaals, dit staat volledig los van intentie of zelfs bewustzijn) daar komt de paradox wel op de proppen. Dan ligt er immers de les van het tolereren van wat intolerant is als garantie voor vernietiging van wat wel tolerant is. In ordening zowel als in effect.
Zeker, het is iets meer gecompliceerd, maar als we er op detail op in willen gaan kunnen we beter een heel eigen topic openen
Een minderheid is voor sommigen extreem omdat ze veel anders zijn op manieren die ver van het bed liggen en net als de rest behartiging zoeken.
Een andere minderheid gaat daar actief tegen in verweer, of gebruikt het zelfs ter afleiding van nogal wat saillante eigen praktijken.
De eerste zoekt tolerantie, de tweede ontzegt het. En schept daarbij schadelast. Dan zegt de Tolerantie Paradox dat die tweede het probleem is. Historisch gesproken blijkt dat ook elke keer weer.
Op groepsniveau weten we dit eigenlijk beter dan op individueel niveau.
Denk bijvoorbeeld aan hoe we op dat soort niveaus taal geleidelijk aanpassen. Ongeacht hetze of weerstand of erger. Onze groepsdynamica richten zich op bestendigheid, op continuïteit, sommige zaken werken voor de groep gewoon beter. Diversiteit en samengesteldheid van de groep is zo'n gevoelig dingetje, net als de vereisten van gelijkwaardigheid voor cohesie en potentieel van groei. Het mag dan ook wel gezegd worden dat het bijzonder is dat in bijvoorbeeld economie of bedrijfskunde we dergelijke correlaties wél erkennen. Maar als het op "sociale" zaken aankomt maken we een ander spel.
Wat gewoon lastig is zit hem in perceptie van zelf weggezet worden als intolerant.
Dat is enkel zo wanneer er sprake is van toxiciteit of subversief gedrag. Voor de rest is het gewoon "niet meer of genoeg weten", "asjemenou wat is dit voor iets nieuw" en zo meer. Daar zit gewoon een aanpassing bij die de een beter maakt dan de ander. Degene die hem niet maakt blijft achter, en dat voelen mensen ook wel aan hun water. Vaak een kwestie van afstand tot een onderwerp. Misschien wat hard om een beetje scheve vergelijking te maken, maar een aardbeving aan de andere kant van de wereld komt bij mensen minder hard of zelfs snel binnen dan een aardbeving de provincie naast eigen huis & tuin. Zo is het ook met blootstelling aan verschil tussen perceptie en realiteit.
Er is geen "zij die bepalen".
Dit is een kwestie van groepsdynamica. Ons gedrag is wat richting geeft aan niet enkel verder gedrag, maar ook stimuli en condities van daar uit geschapen. Dit kan positieve richting geven, negatieve, stimulerende maar ook dempende effecten hebben - en die effecten kunnen elk conditioneel negatief of positief zijn.
Hoe we dat als samenleving verder geregeld hebben voor het uitwerken van structuren, dat is de formeel - procedurele kant van het verhaal. Maar ook dat is een dynamiek puur van gedrag. Politiek volgt bijvoorbeeld op gedrag van de burger. Wat verkoopt, wat werkt, waar kom je me weg, waar wordt je mee gekozen, waar corrigeer je wat omdat de burger het wel, of niet wil. We volgen in deze monitoring van gedrag. Veel minder wat mensen roepen of zeggen, al wordt dat sneller gedacht, veel meer de lijnen en emoties en andere variabelen voor wat we bindingskracht noemen. Bot gezegd, waar komen mensen voor terug. Daar zitten nogal wat gulzige en perverse prikkels bij, ook daar komt die en menige andere Paradox op tafel. Wij zien politiek en besluitvorming als iets wat gedaan wordt los van ons, in weerwil van, zonder binding met. Toch zit dat echt heel anders in elkaar. De burger is fundament en mechanisme. Politiek volgt.
Eenvoudig gezegd bepalen wij dus met ons gedrag allemaal samen welke kant we uitgaan. We kunnen het niet van ons afwentelen. Het maakt zelfs niet uit of we wel of niet participeren, ook dat is variabele in de mix.
Het moet wel opgemerkt worden, dit soort processen zijn steeds eenvoudiger om te verstoren. Technologie is een grote factor, maar dan voornamelijk in het effect van ons gebruik van technologie op onze sociale weefsels. Denk aan de invloed van wat we disproportioneel signaal noemen - het wordt steeds makkelijker om ons voor het lapje te houden met zowel het richten als het afleiden als het vormen van gedrag. Door wat achter de perceptie van het verhaal een marginaal element is.
En dat maakt die Tolerantie Paradox weer pijnlijk relevant. Bijzonder pijnlijk. En lastig.
Ergens is het rauwe ironie, we leven in een tijd waarin we in rap tempo condities benaderen of herscheppen van de vorige vroege nieuwe eeuw, maar een onderwerp als gender(neutraliteit) trekt meer gebruikers dan een topic als bijvoorbeeld Big Tech, NL Politiek, Brexit, Trump en de VS. Verklaarbaar, maar zo langzamerhand mag er wel wat meer pragmatisme komen. De vorige keer waren we daar te laat mee.
En ja, toen stonden we te kijken "hoe kon dit nou toch gebeuren". En ondertussen ging er iemand met de prachtige administratie van de Nederlandse Gemeenten aan de slag ...
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.