TheGhostInc schreef op maandag 05 september 2016 @ 18:32:
[...]
Maar de grote vraag is: "Is de 'homo offlinus' de verantwoordelijkheid is van de ING?"
Er zijn best wel wat 'fatsoensnormen' te bedenken. Maar neem bijvoorbeeld CoolBlue, staat een mooi artikel op T.net hoe 'jong en fris' dat bedrijf is. Gem. leeftijd <30 jaar. Daarmee 'adverteert' T.net dus ook dat 'oudjes' eigenlijk vooral een last zijn en dat het ideaal een bedrijf als CoolBlue is zonder 'al die bagage'.
Bestellen bij CoolBlue is dus ook dit soort dingen 'accepteren' of zelfs stimuleren. Ik ken genoeg bedrijven die de hele IT afdeling 'zuiveren' van alles 40+, omdat ze met de tijd mee moeten... dat vind ik een aardige manier om een kloof te creëren.
Dat zijn allemaal dingen waarbij een bedrijf een keuze maakt over hoe om te gaan met 'ons'. Als 'wij' kiezen voor de goedkoopste of asociaalste bedrijven, dan kun je moeilijk naar iemand anders gaan wijzen.
"O wat erg dat mensen zelfmoord plegen bij het maken van de iPhone... maar wel fijn dat ik het goed kan lezen op mijn nieuwe iPhone"
De geschiedenis wijst wel uit dat concepten als "zelfcorrigerend" en "zelfregulerend" stand noch steek houden. Vrij logisch ook, we hebben het over menselijke dynamiek. Bedrijven zijn net als elke andere vorm van menselijke organisatie een uitvloeisel daarvan, een afgeleide ongeacht doelstellingen of overtuigingen.
Laat ik het even simpel stellen: er is altijd een afhankelijkheidsrelatie aanwezig binnen welke menselijke dynamiek dan ook, meer dan één zelfs. Een zo'n basale relatie is die van selectief en algemeen (belang).
Je geeft twee voorbeelden, de ING, en CoolBlue. De appel en het eitje. Ik zeg dit met opzet, aangezien in het voorbeeld van de ING er een veel diepere relatie van afhankelijkheden bestaat voor het selectieve belang van de ING en het algemeen / algeheel functioneren van de dynamiek waarbinnen de voetafdruk van de ING staat.
De ING is een bank, in meer dan één opzicht een systeembank, kent zowel rol als functie als mandaat voor meer dan enkel het functioneren als vermogensbeheerder, financieringsbank of spaarbank. Het gedrag van de ING beïnvloed zowel stabiliteit als functionaliteit van de grotere dynamiek. En vice versa, al is dat een afhankelijkheidsrelatie die niet strookt met onze aannames.
Let wel, nu gaat dit ietsje scheef op, aangezien banken geleerd hebben zowel kosten als consequenties van die afhankelijkheidsrelatie af te wentelen op die grotere dynamiek. Dat is verklaarbaar, wordt als normaal gezien, en is - ongeacht moraliteit of welke geitenwollen sok dan ook - onderdeel van gevestigde systematiek. Daar zitten grenzen aan, het is niets nieuws in de geschiedenis. Veelvuldig gebruik van dergelijk vermogen resulteert in een omzetting van rol: van smeermiddel binnen kaders van de grotere dynamiek naar parasitair instrument voor selectief belang (waarop zonder uitzondering altijd uitholling van functie volgt - gevolgd door spreekwoordelijk kannibalisme dan wel het op deze of gene wijze afschrijven van de mensen gekoppeld aan selectief belang).
Het voorbeeld van CoolBlue is een heel ander verhaal. Dit bedrijf kent vele afhankelijkheden, waaronder de afhankelijkheid van algemeen consumptief vermogen en bereidheid tot participatie in consumptief gedrag - het heeft echter rol noch functie binnen de grotere dynamiek voor stabiliteit en functionaliteit daarvan. Werkgelegenheid zouden we kunnen noemen in deze vergelijking, maar laten we eerlijk zijn, niet enkel is dat een uitermate afgeleide variabele, het is überhaupt geen primaire variabele: het is een grondstoffenfactor. Niet bepalend. Daar kunnen mensen veel over zeggen, maar dat is het domein van geloof, ideologie en andere vormen van overtuigingen. De realiteit is dat dit een ander domein is dan dat van een bank: CoolBlue heeft immers rol noch functie noch mandaat voor het geheel aan afspraken en gedrag wat zowel economie als samenleving heet
Appels en peren, zouden we mogen zeggen, maar het heeft absoluut nut om de voorbeelden hoe dan ook op tafel te leggen. Op zijn minst om verder te kijken naar hoe we onze omstandigheden - collectief - inrichten.
Maar let op, verantwoordelijkheid kent als woord vele smaken. Het is als term ook vrij gevoelig. Is de "homo offlinus" de verantwoordelijkheid van de ING? Dat impliceert in publieke perceptie een idee of smaak van causaliteit, in ontstaan dan wel in interactie. Een bank, zeker een systeembank, al helemaal een bank van publieke functie is vereist verantwoordelijkheid te kennen voor zowel rol, functie en mandaat. Dit is niet enkel een kwestie van al die afspraken die we gemaakt hebben, het is ook een economische realiteit groter dan de bank zelf vanuit de simpele realiteit dat de bank voor functioneren afhankelijk is van het collectief van afspraken. Dit staat vanzelfsprekend los van aansprakelijkheid, iets waar veel mensen verantwoordelijkheid meer verwarren.
Moraliteit staat los daarvan, maar ook daar zijn genoeg argumenten te vinden. Om eerlijk te zijn, het is heel erg moeilijk om argumenten te vinden om het functioneren van een bank los te koppelen van maatschappelijke verbanden - en dat is een kwestie van maatschappelijke dynamiek. Politiek en economie zijn daar afgeleiden van. Dit is een les die de banken geleerd zouden moeten hebben, een les die echter geweigerd is om in ogenschouw te nemen (historisch verklaarbaar, sinds de jaren '80 vorige eeuw zijn de banken in Nederland ondernemers geworden, dat is niet zonder consequenties gebleken).
In dergelijke verbanden is de "homo offlinus" geen grote factor zolang de perceptie heerst (en het functionele draagvlak aanwezig is om dit te continueren) dat het om oude, ongeletterde dan wel arme mensen gaat. Laten we eerlijk zijn, in mentaliteiten gebaseerd op focus in abstracte systematiek is dan op zijn best een marketingtechnisch politiek onderwerp, op zijn ergst louter een individuele ervaring op het moment dat iemand buiten de geschapen systematiek valt of staat.
Dit is heel erg belangrijk. Op het moment dat de kwestie van vertrouwen immers op tafel komt is het een heel ander verhaal, een verhaal van memes en besmetting - zie de vorige crisis en de huidige recessie. Op zich zitten daar best grappige puntjes ten aanzien van collectieve aannames en overtuigingen. Bijvoorbeeld het idee dat breek- en omslagpunten altijd intern zijn, of een kwestie van grote mensenmassa's. De geschiedenis laat ons wel zien hoe irreëel dergelijke ideeën zijn. Het zijn altijd kleine groepen buiten gevestigde systemen die de grootste factoren aanleveren voor grote verschuivingen ten aanzien van continuïteit.
Toch wring daar een schoen die op zijn beurt niet nieuw is. Banken zijn systemen. Systemen zijn altijd conditioneel en afhankelijk. Problematisch als je fundament rust op iets wat extreem moeilijk is om op bestendige wijze te garanderen, noch meer problematisch wordt het als je als bank steeds kleiner wordt in een versnellende en kleiner wordende wereld. Je zou dan juist in moeten zetten op dat menselijke moeras waarop dat fundament rust: al was het maar omdat zonder uitzondering dat soort ontwikkelingen altijd instabiel zijn op termijn. Dan heb ik het nog niet eens over de kwesties als voortschrijdende technologie

Het is voor elk financieel medium en bedrijf per definitie een wedstrijd van kogel versus pantser. Het ter beschikking hebben van instrumentatie die vanuit menselijk gedrag vertrouwen doet zekeren (versus bits en bytes die geen meetbaar effect binnen dat gedrag hebben) is voor een bank een primair vereiste voor continuïteit wanneer de virtualiteit onbeheersbaar wordt.
Dat is nu reeds op vele terreinen het geval, zwevende kapitaalstromen, statische reserves, parkeren van gelden, draken bij de horizon van negatieve inflatie, ga zo door. Vooralsnog niet het domein van de consumptieve economie, maar ik zou zeggen dat de recente crisis wel heeft aangetoond hoe fragiel de bodem onder dat fundament is als het op vertrouwen aankomt. En dan te bedenken dat in de afgelopen 140 jaar de rol van de bank verschoven is van het enige waar men op kan bouwen naar iets wat men niet mag vertrouwen.
Als het dus aankomt op dat aspect van het debat van de homo offlinus, zou ik juist zeggen dat er domeinen zijn waar onze aannames simpelweg nooit op zullen kunnen gaan omdat ze gebaseerd zijn op menselijk gedrag. De simpele papieren administratie, de papieren weg, de persoon aan tafel, zo futiel ook hier wringt een schoen die we niet weg zouden moeten redeneren. Ik ben in het verleden werkzaam geweest in de financiële sector, ik begrijp zowel de verleidingen als de overtuigingen om dat wel te doen. Ik heb echter genoeg gezien in mijn tijd om ongeacht eigen oriëntatie overtuigd te zijn geworden van de fragiliteit van het functioneren zonder oog voor afhankelijkheden.
Mijn stelling is dus eigenlijk vrij simpel: waar een intrinsieke relatie bestaat tussen selectief en collectief functioneren waar meerdere afhankelijkheden gedeeld worden voor stabiliteit zijn er meer argumenten om ettelijke vormen van "offlinus" als vereiste te stellen voor continuïteit (van zowel selectieve als collectieve continuïteit") dan dat we toetsbare argumenten kunnen bedenken om het over te laten aan gedachtegoed als marktwerking, de aard van de mens of wat voor geloof dan ook. Leuke marketing, mooie functionaliteit, allemaal prima. En als er echt iets mis gaat, staat je fundament nog steeds op dat moeras van vertrouwen. En dat er zaken fout gaan, is geen uitzondering, het is de aard van ontwikkeling van menselijke dynamiek.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.