Er is het afgelopen jaar aardig wat onderzoek gedaan naar de sociale en economische situatie van verschillende groepen in Nederland en deze onderzoeken geven eigenlijk een uniform beeld. Er ontstaat een steeds diepere kloof tussen de elite/hogere klassen en de lagere klassen, terwijl de middenklasse zich steeds bedreigder voelt en hierdoor qua politiek en maatschappelijk gevoel zich langzaam aansluit bij de onderklassen.
Eerst de onderzoeken:
WRR en SCP: tweedeling dreigt in Nederlandse samenleving
Hoog- en laagopgeleiden leven langs elkaar heen
Onderzoek naar de politieke en maatschappelijke gevolgen:
Nederland, een gelukkig land zonder vertrouwen in de toekomst
Dit kán niet goed blijven gaan, Interview met Gabriël van den Brink, hoogleraar
Hoogopgeleiden houden er een vals zelfbeeld op na
‘Global Inequality: A New Approach for the Age of Globalization’, by Branko Milanovic
‘Steeds verdere flexibilisering arbeidsmarkt’
Het verdwijnende economische, organisatorische en politieke midden?
Er zijn geen nieuwe banen voor de middenklasse
‘De middenklasse verdwijnt’
Dit fenomeen heeft natuurlijk voornamelijk een economische oorzaak voornamelijk op het gebied van globalisering en recentelijk op gebied automatisering. Het is belangrijk in deze op te merken dat deze beide ontwikkelingen door zowel politici als economen verkocht zijn aan de kiezers als ontwikkelingen waarin (bijna) iedereen wint. Banenverlies door globalisering zou ruimschoots gecompenseerd worden door het vanzelfsprekend ontstaan van nieuw werk. Echter is er geen rekening gehouden dat het nieuwe werk qua niveau steeds hoger ligt en automatisering het traditionele middenkader overbodig maakt. Voor de onderklasse heeft men nooit veel gevoeld, maar die worden natuurlijk dubbel geraakt door flexibilisering en enorme concurrentie van steeds meer arbeiders uit Europa of andere vrijhandelsgebieden.
Het effect heeft er mede voor gezorgd dat de traditionele verzorgingsstaat op de schop ging, terwijl globalisering de onzekerheid verhoogde, werd deze nog eens versterkt doordat de kaasschaaf na elke verkiezingen, of links or rechts nu won, weer nieuwe plakjes afsneed.
Er waren natuurlijk ook winnaars, voor hogeropgeleiden en de elite betekende globalisering meer kansen en nieuwe markten die vaak ook nog eens meer opbrachten. Zo profiteerden tevens van de nadelige situatie de midden en lagere klassen, goedkope services en diensten (aangeboden via webportals) en werknemers waren nog nooit zo ruim beschikbaar.
Deze economische scheiding voltrekt zich ook op sociaal en cultureel gebied. De groepen komen elkaar nauwelijks meer tegen en het contact dat er is, is er in de vorm van een gezagsverhouding of dienstverlening.
Je ziet de gevolgen voor de diverse groepen zich af tekenen in hun sociale, economische en politieke visie.
Lageropgeleiden hebben steeds flexibeler werk zonder zekerheid en vertrouwen daardoor alle aspecten van globalisering niet meer, wat zich uit in verslagenheid (niet meer stemmen) of ronduit protest. Sociaal en cultureel gezien zijn steeds meer geïsoleerd en ervaren ze geen sociale lift functie meer. Tevens is dit de groep die de zwaarste klappen van migratie en integratie moet opvangen, terwijl ze het minst voor uitgerust zijn.
De middenklasse voelt zich steeds bedreigd nu hun banen steeds onzekerder en flexibeler worden, de afbraak van de verzorgingsstaat versterkt dat gevoel. Door deze ontwikkelingen staat men ook steeds negatiever ten op zich van de uitingen van globalisering en maakt men zich veel zorgen.
De hogere klassen en de elite gaat het voor de wind. Men is positief en optimistisch over de eigen toekomst en vaak niet meer nationaal maar internationaal georiënteerd. Gezien de positieve gevolgen voor hunzelf, ziet men globalisering graag nog in een veel hogere tempo en lobby'ed dan ook voor meer handelsverdragen, vrije migratie en het wegnemen van grenzen en hun restricties. Zoals ook in een van de artikelen staat, kijk deze klasse vaak neer op de lagere klassen, voornamelijk als ze zich niet schikken in hun 'rol' van het lijdzaam en deemoedig ondergaan van globalisering.
De botsing van deze 3 groepen is inmiddels ook zichtbaar in het politieke landschap, met het opkomen van flankpartijen die stevig ageren tegen alle uitingen van globalisering. Zoals wordt gesteld in de artikelen zijn deze processen een bedreiging voor de democratische stabiliteit of misschien wel de democratie zelf.
De centrale vraag is natuurlijk: Klopt dit beeld, en zo ja, wat moeten we er aan doen?
Aangezien de post al lang genoeg is, moet ik me excuseren voor de lange oplossingsrichting.
Het belangrijkste om te erkennen dat bijna ieder mens streeft naar zekerheid, voldoening, erkenning en mogelijkheden tot ontplooiing. Het zou de taak van de samenleving dan ook moeten om dit te zoveel mogelijk te bevorderen. Onder andere door de volgende maatregelen, waarbij ik de tegenstelling ook probeer aan te geven:
- Veel meer te investeren in onderwijs, niet in alleen in beroeps of wetenschappelijk onderwijs, maar vooral ook in belangrijke vaardigheden in de maatschappij en hun achtergrond (financieel, sociaal en politiek).
- Bevordering van lokale cohesie en samenwerking en deze in afdoende mate te beschermen tegen globalisering. De meeste mensen zijn nog steeds lokaal gericht en vooral bezig met hun eigen omgeving. Je wilt deze lokale gemeenschappen de kans geven om zich aan te passen of eigen lokale markten te creëren. Dit zal veel meer gestimuleerd moeten worden, o.a. door hulp bij het opzetten van lokale ondernemingen, verenigingen en andere sociale structuren.
- Financiële en sociale zekerheid terugbrengen in een nieuwe jas, er is een ondergrens aan wat je zou moeten aanbieden, deze is op afhankelijk van je visie op bepaalde punten al overschreden. Dat kost natuurlijk (veel) geld en daarvoor moet wel draagvlak zijn, maar zonder dit is de rest ook niet mogelijk.
- Meer onderscheid tussen wetten en regels op lokaal en globaal niveau, wetgeving is door handelsverdragen vaak helemaal afgestemd op globale handel en niet op lokale handel.
- Aangezien je ook globaal moet concurreren zouden er bepaalde gebieden moeten worden aangewezen waarin activiteiten die zich ervoor lenen geconcentreerd zijn en gefaciliteerd worden. Een soort van silicon valley of ruhrgebied. Mensen kunnen ervoor kiezen belasting voor een groot gedeelte terug te laten vloeien naar hun eigen gemeenschap in hun eigen land. Dit is iets voor de wat langere termijn.
Wat ik dus voorstel is een soort hybride globalisering/lokaal model, waarbij een sterke sociale en economische sterke lokale gemeenschappen weerstand kan bieden tegenover globalisering en er niet geheel van afhankelijk is. Het is misschien inefficiënter maar wel weerbaarder. Dit gaat natuurlijk regelrecht tegenover de huidige visie van volledige omarming van alle aspecten van globalisering.
De mensen en bedrijven die het willen kunnen daarnaast nog steeds deelnemen aan de globale economie en gemeenschap of een tussenvorm kiezen.
Ik heb tevens migratie/integratie een beetje proberen te vermijden gezien de vele andere topics, maar mijn mening is dat voor massa migratie in traditionele zin geen plaats meer is, aangezien het raakvlakken heeft met bijna alle negatieve punten van globalisering.
Het belangrijkste is dat alle klassen ervan overtuigd zijn dat het gedeeltelijk terugdraaien van bepaalde elementen van globalisering door iedereen gesteund moet worden, met name de elite en hogere klassen. De vraag is of die in voldoende mate willen inleveren ter bevordering van kwaliteit van leven voor de rest. Het antwoord daarop weten we en is wederom bevestigd door de panama papers.
Eerst de onderzoeken:
WRR en SCP: tweedeling dreigt in Nederlandse samenleving
Hoog- en laagopgeleiden leven langs elkaar heen
Onderzoek naar de politieke en maatschappelijke gevolgen:
Nederland, een gelukkig land zonder vertrouwen in de toekomst
Dit kán niet goed blijven gaan, Interview met Gabriël van den Brink, hoogleraar
Hoogopgeleiden houden er een vals zelfbeeld op na
‘Global Inequality: A New Approach for the Age of Globalization’, by Branko Milanovic
Recente analyse van globalisering (ik kan er nog veel meer opnoemen):Ever-rising inequality looks a highly unlikely combination with any genuine democracy. It is to the credit of Milanovic’s book that it brings out these dangers so clearly, along with the important global successes of the past few decades.
‘Steeds verdere flexibilisering arbeidsmarkt’
Het verdwijnende economische, organisatorische en politieke midden?
Er zijn geen nieuwe banen voor de middenklasse
‘De middenklasse verdwijnt’
Dit fenomeen heeft natuurlijk voornamelijk een economische oorzaak voornamelijk op het gebied van globalisering en recentelijk op gebied automatisering. Het is belangrijk in deze op te merken dat deze beide ontwikkelingen door zowel politici als economen verkocht zijn aan de kiezers als ontwikkelingen waarin (bijna) iedereen wint. Banenverlies door globalisering zou ruimschoots gecompenseerd worden door het vanzelfsprekend ontstaan van nieuw werk. Echter is er geen rekening gehouden dat het nieuwe werk qua niveau steeds hoger ligt en automatisering het traditionele middenkader overbodig maakt. Voor de onderklasse heeft men nooit veel gevoeld, maar die worden natuurlijk dubbel geraakt door flexibilisering en enorme concurrentie van steeds meer arbeiders uit Europa of andere vrijhandelsgebieden.
Het effect heeft er mede voor gezorgd dat de traditionele verzorgingsstaat op de schop ging, terwijl globalisering de onzekerheid verhoogde, werd deze nog eens versterkt doordat de kaasschaaf na elke verkiezingen, of links or rechts nu won, weer nieuwe plakjes afsneed.
Er waren natuurlijk ook winnaars, voor hogeropgeleiden en de elite betekende globalisering meer kansen en nieuwe markten die vaak ook nog eens meer opbrachten. Zo profiteerden tevens van de nadelige situatie de midden en lagere klassen, goedkope services en diensten (aangeboden via webportals) en werknemers waren nog nooit zo ruim beschikbaar.
Deze economische scheiding voltrekt zich ook op sociaal en cultureel gebied. De groepen komen elkaar nauwelijks meer tegen en het contact dat er is, is er in de vorm van een gezagsverhouding of dienstverlening.
Je ziet de gevolgen voor de diverse groepen zich af tekenen in hun sociale, economische en politieke visie.
Lageropgeleiden hebben steeds flexibeler werk zonder zekerheid en vertrouwen daardoor alle aspecten van globalisering niet meer, wat zich uit in verslagenheid (niet meer stemmen) of ronduit protest. Sociaal en cultureel gezien zijn steeds meer geïsoleerd en ervaren ze geen sociale lift functie meer. Tevens is dit de groep die de zwaarste klappen van migratie en integratie moet opvangen, terwijl ze het minst voor uitgerust zijn.
De middenklasse voelt zich steeds bedreigd nu hun banen steeds onzekerder en flexibeler worden, de afbraak van de verzorgingsstaat versterkt dat gevoel. Door deze ontwikkelingen staat men ook steeds negatiever ten op zich van de uitingen van globalisering en maakt men zich veel zorgen.
De hogere klassen en de elite gaat het voor de wind. Men is positief en optimistisch over de eigen toekomst en vaak niet meer nationaal maar internationaal georiënteerd. Gezien de positieve gevolgen voor hunzelf, ziet men globalisering graag nog in een veel hogere tempo en lobby'ed dan ook voor meer handelsverdragen, vrije migratie en het wegnemen van grenzen en hun restricties. Zoals ook in een van de artikelen staat, kijk deze klasse vaak neer op de lagere klassen, voornamelijk als ze zich niet schikken in hun 'rol' van het lijdzaam en deemoedig ondergaan van globalisering.
De botsing van deze 3 groepen is inmiddels ook zichtbaar in het politieke landschap, met het opkomen van flankpartijen die stevig ageren tegen alle uitingen van globalisering. Zoals wordt gesteld in de artikelen zijn deze processen een bedreiging voor de democratische stabiliteit of misschien wel de democratie zelf.
De centrale vraag is natuurlijk: Klopt dit beeld, en zo ja, wat moeten we er aan doen?
Aangezien de post al lang genoeg is, moet ik me excuseren voor de lange oplossingsrichting.
Het belangrijkste om te erkennen dat bijna ieder mens streeft naar zekerheid, voldoening, erkenning en mogelijkheden tot ontplooiing. Het zou de taak van de samenleving dan ook moeten om dit te zoveel mogelijk te bevorderen. Onder andere door de volgende maatregelen, waarbij ik de tegenstelling ook probeer aan te geven:
- Veel meer te investeren in onderwijs, niet in alleen in beroeps of wetenschappelijk onderwijs, maar vooral ook in belangrijke vaardigheden in de maatschappij en hun achtergrond (financieel, sociaal en politiek).
- Bevordering van lokale cohesie en samenwerking en deze in afdoende mate te beschermen tegen globalisering. De meeste mensen zijn nog steeds lokaal gericht en vooral bezig met hun eigen omgeving. Je wilt deze lokale gemeenschappen de kans geven om zich aan te passen of eigen lokale markten te creëren. Dit zal veel meer gestimuleerd moeten worden, o.a. door hulp bij het opzetten van lokale ondernemingen, verenigingen en andere sociale structuren.
- Financiële en sociale zekerheid terugbrengen in een nieuwe jas, er is een ondergrens aan wat je zou moeten aanbieden, deze is op afhankelijk van je visie op bepaalde punten al overschreden. Dat kost natuurlijk (veel) geld en daarvoor moet wel draagvlak zijn, maar zonder dit is de rest ook niet mogelijk.
- Meer onderscheid tussen wetten en regels op lokaal en globaal niveau, wetgeving is door handelsverdragen vaak helemaal afgestemd op globale handel en niet op lokale handel.
- Aangezien je ook globaal moet concurreren zouden er bepaalde gebieden moeten worden aangewezen waarin activiteiten die zich ervoor lenen geconcentreerd zijn en gefaciliteerd worden. Een soort van silicon valley of ruhrgebied. Mensen kunnen ervoor kiezen belasting voor een groot gedeelte terug te laten vloeien naar hun eigen gemeenschap in hun eigen land. Dit is iets voor de wat langere termijn.
Wat ik dus voorstel is een soort hybride globalisering/lokaal model, waarbij een sterke sociale en economische sterke lokale gemeenschappen weerstand kan bieden tegenover globalisering en er niet geheel van afhankelijk is. Het is misschien inefficiënter maar wel weerbaarder. Dit gaat natuurlijk regelrecht tegenover de huidige visie van volledige omarming van alle aspecten van globalisering.
De mensen en bedrijven die het willen kunnen daarnaast nog steeds deelnemen aan de globale economie en gemeenschap of een tussenvorm kiezen.
Ik heb tevens migratie/integratie een beetje proberen te vermijden gezien de vele andere topics, maar mijn mening is dat voor massa migratie in traditionele zin geen plaats meer is, aangezien het raakvlakken heeft met bijna alle negatieve punten van globalisering.
Het belangrijkste is dat alle klassen ervan overtuigd zijn dat het gedeeltelijk terugdraaien van bepaalde elementen van globalisering door iedereen gesteund moet worden, met name de elite en hogere klassen. De vraag is of die in voldoende mate willen inleveren ter bevordering van kwaliteit van leven voor de rest. Het antwoord daarop weten we en is wederom bevestigd door de panama papers.
"When I am weaker than you I ask you for freedom because that is according to your principles; when I am stronger than you I take away your freedom because that is according to my principles"- Frank Herbert