
04-02-17
Ik ben begonnen met een revisie van dit topic. In de loop der tijd zullen onderdelen worden toegevoegd,
aangepast en verplaatst om zo een overzichtelijker geheel te krijgen.
22-05-16
Met dank aan Jag is het topic weer een stuk uitgebreid met interessante informatie over het effect van meerdere subwoofers.
Let op: topic is nog niet volledig!
Inhoudsopgave
- Intro
- Basis - Beginner? Hier moet je zijn!
- Waarom een Subwoofer?
- Waarom Actief?
- Frequentiebereik
- Verschillende Typen
- Downfire en Frontfire
- Aansluitingen
- Staande Golven
- Fase en Vertraging
- Plaatsing
- Meerdere Subs
- MSO tutorial
- Video-info van Audioholics
- Handige Links
- Snel naar reacties

Intro
Iedereen die wel eens in de bioscoop of op een concert is geweest kent het wel. Het tintelende gevoel in je lichaam wat je krijgt tijdens een actiescene of bij bepaalde liedjes. Het gevoel dat je oren dichtslaan en soms zelfs alsof iemand je een trap in je maag geeft. Waar we hier mee te maken hebben zijn de lage frequenties.Eigenlijk kan elke speaker wel lage frequenties voortbrengen, maar meestal is dat op een niet-hoorbaar volume. Onder andere om die reden zijn subwoofers in het leven geroepen. Oftewel de speakers die puur en alleen voor de lage frequenties worden ingezet.
Over die speakers gaan we het in dit topic hebben. In deze topicstart probeer ik een uitleg te geven over de verschillende typen subwoofers, wat de specificaties precies betekenen, welke instelopties er zijn en wat ze doen, hoe je een subwoofer het beste integreert met de rest van het systeem, wat plaatsing van een subwoofer kan doen voor de prestaties en probeer ik wat dieper in te gaan op de theorie van al deze onderdelen.
Ik zal beginnen met de basis, zodat een beginner of iemand die slechts op zoek is naar een subwoofer, niet verdwaald kan raken in een wirwar van termen en informatie. Voor de geïntereseerden volgt daarna een uitgebreider stuk waarin dieper ingegaan wordt op de materie.
Ik heb de eerste versie van dit topic ongeveer een jaar geleden opgezet. Ik had op dat moment nog geen kennis van audio en subwoofers en heb de vergaarde informatie zo goed mogelijk vertaald naar een topic. Na een jaar kwam ik er achter dat diverse delen niet helemaal klopte en dat het nogal een overload aan informatie was. Vandaar de keuze om het topic eens te herzien.

Basis informatie voor beginners
In dit deel wil ik de basis globaal uitleggen. Tevens weerleg ik een paar hardnekkige aannames om zo de zoektocht en keuze naar een subwoofer te vergemakkelijken.Laat ik meteen beginnen met een hardnekkige aanname dat de subwoofer qua klank moet “passen” bij de overige speakers. In tegenstelling tot speakers, hebben subwoofers veel minder een eigen klank. Er zijn wel klankverschillen, maar die hebben meer te maken met het soort/type subwoofer en daaraan gerelateerde werking van de subwoofer. Of de ene subwoofer beter past in je bestaande setup heeft niet zoveel te maken met de overige speakers, maar veel meer met je eigen persoonlijke voorkeur.
Zo dat maakt het al meteen een stuk makkelijker om tot een juiste keuze te komen. Het is echter wel belangrijk te weten waar je op moet letten, dus daarom volgt nu wat informatie.
Wat betekenen de specificaties van een subwoofer?
Als je op zoek gaat naar een subwoofer, wordt je al snel overspoeld door cijfertjes en bij sommige fabrikanten schreeuwende teksten die (volgens die fabrikant) aangeven dat hun subwoofer toch wel je-van-het is. Voor veel mensen zullen die specificaties niet veelzeggend zijn en zullen ze vooral afgaan op de grootte van de cijfers. Groter is immers beter, toch?
Down-fire en Frontfire | Dit zegt iets over orriëntatie van de (actieve) conus. Is deze dus naar voren of naar beneden gericht. Klik hier voor meer informatie |
Type | Dit geeft het type subwoofer aan. In de meeste gevallen gaat het om een gesloten (closed, sealed) of een gepoord model (ported, bass-reflex). We onderscheiden echter ook nog slotted en passive radiator. Klik hier voor meer informatie |
Driver of Woofer size | Dit zegt iets over de diameter van de actieve conus. De diameter is vaak in inches (2,54cm) of millimeter uitgedrukt |
Frequentiebereik | Het frequentiebereik geeft aan welke frequenties kunnen worden weergegeven binnen een bepaalde volume-marge. Een groter bereik betekent niet dat de subwoofer beter presteert. Het laagbereik is belangrijker dan het hoogbereik. Alle speakers kunnen alle frequenties weergeven, maar doen dit op een variërend volume. Hoe kleiner de volumeverschillen tussen frequenties onderling, hoe beter de subwoofer presteert. Een valide waarde voor het frequentiebereik wordt verkregen wanneer het volume niet meer dan 3db afwijkt. Als de afwijking/marge niet vermeld wordt, kun je er van uitgaan dat er een grotere afwijking wordt gebruikt om tot een betere waarde te komen. Klik hier voor meer informatie |
Vermogen | Aangezien de meeste subwoofers een ingebouwde versterker hebben, wordt ook het vermogen aangegeven. Net als bij receivers is het vermogen van subwoofers an sich weinig zeggend. Ook hier zullen de verkregen waardes afhankelijk zijn van de condities waarbij getest wordt. In dat geval is het eigenlijk alleen zinvol te weten of het aangegeven vermogen een Peak-waarde of RMS-waarde betreft. In het eerste geval kan de versterker het vermogen slechts kortstondig leveren in het tweede geval (rms) kan het continu geleverd worden. |
Crossover frequentie | Dit betreft de instelmogelijkheden van de crossover-knop op de subwoofer. De crossover is het punt waarboven frequenties niet langer worden weergegeven door de subwoofer. Deze instelling is belangrijk voor de integratie met de overige speakers, maar is niet voor alle aansluitmogelijkheden van toepassing. |
Input (en output) Connections | Dit is een opsomming van de mogelijkheden om de subwoofer te verbinden met de versterker/receiver. We onderscheiden; LFE, Low-level en High-level. LFE is het meest gebruikelijk bij receivers, High-level is het meest gebruikelijk bij stereo-versterkers. In sommige gevallen zit er ook een output aansluiting op. Deze dient ervoor om het (aangepaste) signaal door te sturen naar speakers of een eindversterker. Klik hier voor meer informatie |
Maximum SPL | Dit is het maximale volume (Sound Pressure Level) wat de subwoofer kan voortbrengen. Meestal geldt dit voor slechts 1 specifieke frequentie en zegt dus niet altijd iets over het maximale volume in een praktijksituatie. |
Gain Control Range | Dit geeft de reikwijdte van de gain-knop aan. De gain-knop versterkt het inkomende signaal. Deze waarde (uitgedrukt in dB) geeft dus aan hoe sterk je het signaal kunt versterken. |
Phase/fase | Dit geeft aan of de fase wel of niet aan te passen is en op welke manier. We onderscheiden een 0-180 graden schakelaar en een 360 graden draaiknop. Klik hier voor meer informatie |
Hoe kies ik de juiste subwoofer?
In de meeste gevallen dient de subwoofer als een aanvulling/verlenging van je bestaande speakers. De subwoofer is de speaker die de lage frequenties weergeeft, waar de overige speakers teveel moeite mee hebben. Ik zie regelmatig topics voorbij komen waarin de topicstarter aangeeft goede speakers te hebben die ver door gaan in het laag en daarom dus een simpele subwoofer zoekt. Of iemand die kleine speakers heeft en daarom ook een kleine subwoofer wil hebben.
Beide aannames zijn verkeerd; Wanneer je goede speakers hebt, die ook de lage frequenties netjes weer kunnen geven, maar je wilt dit toch aanvullen met een subwoofer, dan heb je juist een beest van een subwoofer nodig. Het heeft tenslotte geen meerwaarde als de subwoofer eigenlijk hetzelfde (of minder) kan als de bestaande speakers.
Bij kleine speakers is het natuurlijk “mooier” om een kleinere subwoofer te nemen. Dit staat in verhouding wat formaat betreft. Ook bij kleine speakers is het echter belangrijk niet te bezuinigen op de subwoofer. Kleine speakers zijn namelijk niet in staat om de lage frequenties weer te geven, waardoor dit allemaal op de subwoofer moet aankomen. De grens waar de subwoofer het overneemt, ligt dus aanzienlijk hoger dan bij grotere speakers. In dit geval wil je dus juist een subwoofer die wat verder kan doorlopen in het hoog, de laagste frequentie is hierbij wat minder belangrijk.
Belangrijk om ook te weten is dat een subwoofer zelden overkill is. Een grote subwoofer in een kleine ruimte zal nooit maximaal hoeven te presteren, maar een kleine subwoofer in een grote ruimte zal vaak maximaal moeten presteren. In het tweede geval zit je vaak al snel tegen de limieten van de subwoofer aan en dat komt de prestaties zelden ten goede (denk aan ongecontroleerde geluidsweergave met fluctuaties in het volume, vervorming en zelfs clipping).
De juiste subwoofer is dus vooral afhankelijk van de prestaties van de overige speakers en ook het formaat van de ruimte. De mensen van Audioholics zijn zelf vaak bezig met subwoofers en hebben daardoor (in mijn ogen) heel wat kennis. Zij onderscheiden 4 formaten (woon)kamers;
Formaat | Inhoud | Oppervlakte voorbeeld |
Klein | <43m^3 | ±4 x 4,5 meter |
Gemiddeld | 43 – 85m^3 | ±4 x 4,5 tot 5,5 x 6 meter |
Groot | 85 – 142m^3 | ±5,5 x 6 tot 7,5 x 7,5 meter |
Extreem | >142m^3 | ±7,5 x 7,5 meter |
In de ogen van Audioholics moet een subwoofer een flinke impact hebben. Afhankelijk van de kamergrootte is dus een grotere (luidere) output nodig. Als ik kijk naar hun testresultaten dan zie ik daar de volgende (ooit in Nederland verkrijgbare) adviezen:
Klein | B&W ASW-610XP | € 999 ,- |
BK P12-300SB | € 440 ,- | |
SVS SB1000 | € 549 ,- | |
SVS PB1000 | € 549 ,- | |
Gemiddeld | Klipsch SW-311 | € 1199 ,- |
BK Monolith | € 500 ,- | |
BK XXLS400 | € 510 ,- | |
SVS SB12-NSD | € 699 ,- | |
SVS SB2000 | € 799 ,- | |
SVS PB2000 | € 899 ,- | |
Velodyne EQ-Max 15 | € 1599 ,- | |
Velodyne DD-15 | € 2999 ,- | |
Groot | SVS PB12-NSD | € 949 ,- |
SVS PB12-Plus | € 1799 ,- | |
SVS PB13-Ultra (sealed mode) | € 1899 ,- | |
SVS SB13-Ultra | € 1899 ,- | |
BK Monolith Plus | € 660 ,- | |
Velodyne DD-15+ | € 5450 ,- | |
Velodyne DD-18 | € 2899 ,- | |
Extreem | Paradigm Signature Sub 2 | € 8999 ,- |
SVS PB13-Ultra | € 1899 ,- | |
SVS SB16-Ultra | € 2799 ,- | |
SVS PB16-Ultra | € 3499 ,- | |
Velodyne DD-18+ | € 7899 ,- |
De schuingedrukte subwoofers heb ik naar eigen inzicht toegevoegd.
Wat hieruit te herleiden valt is dat goede subwoofers aardig wat knaken kosten en dat een kleine subwoofer eigenlijk tekort schiet. Dat betekent echter niet dat kleinere en goedkopere subwoofers per definitie ongeschikt zijn. Bij goede plaatsing en afstelling, en met een beetje geluk qua kamergrootte, kan het zomaar zijn dat ook een kleine subwoofer het gewenste resultaat geeft. Zie bovenstaande tabel dan ook als een soort “zekerheidsgarantie”. Tussen aanhalingstekens, want plaatsing heeft een gigantisch effect op de prestaties van een subwoofer.
Plaatsing
Je hebt een mooie subwoofer gekocht, je hebt ook al een mooi plekje uigezocht waar hij mag komen te staan. Na plaatsing en wat afstellen ben je toch wat teleurgesteld. “Heb ik een verkeerde aankoop gedaan?” Nee, waarschijnlijk niet, maar de plek die je hebt uitgekozen werkt helaas niet voor de subwoofer/ruimte combinatie.
Zoals eerder gezegd, en zoals verderop in dit topic uitgediept, is plaatsing van de subwoofer een zeer belangrijke, zoniet de meest belangrijke factor voor diens prestaties. Ik ga er in dit stukje niet te diep op in, maar ik kan wel verklappen dat reflecties hier debet aan zijn. Alle frequenties hebben te maken met reflecties, maar de hogere frequenties (>400hz ongeveer) worden zeer snel geabsorbeerd door de omgeving, zodat ze niet als storend ervaren zullen worden. De lage frequenties zijn een ander verhaal, deze bevatten teveel energie om direct geabsorbeerd te worden, waardoor ze het geluidsbeeld in zijn geheel zullen bepalen. In de praktijk resulteert dit in het overaanwezig of onderaanwezig zijn van de subwoofer bij bepaalde frequenties en bepaalde posities. Dit effect is voor alle frequenties en voor alle posities anders. Het verplaatsen van de subwoofer heeft dus invloed op welke frequenties over- en onderaanwezig zijn op een bepaalde locatie.
Plaatsing van de subwoofer is dus heel belangrijk. Het is echter ook belangrijk om te weten dat het nooit (ja nooit) perfect gaat zijn. Er zullen altijd plaatsen zijn die slecht of op zijn minst niet optimaal klinken. Het beste wat je in de meeste gevallen kunt bereiken is een acceptabel tot goed presterende subwoofer op de primaire luisterpositie. Voor goede prestaties op meerdere luisterposities, moet je aanzienlijk meer uit de kast halen. Het plaatsen van meerdere subwoofers is daarbij een belangrijk aspect. Over het effect van meerdere subwoofers heeft Jag een stuk geschreven.
Oké, over op de plaatsing van de subwoofer. Er zijn verschillende manieren om de beste plaats voor je subwoofer te bepalen, maar de meest simpele met vaak een acceptabel resultaat, is de zogenaamde “subwoofer crawl”.
De subwoofer crawl is precies wat de naam doet vermoeden. De mensen van Audioholics hebben er een handig filmpjes over gemaakt. Voor degenen die Engels niet zo goed begrijpen, staat hieronder een kort stappenplan in het Nederlands;
- Je zet de subwoofer op de primaire luisterpositie (idealiter op oorhoogte). Inderdaad, gewoon op de bank.
- Je verbindt de subwoofer met de versterker of met een andere mediaspeler (bijvoorbeeld je telefoon).
- Zorg ervoor dat de crossover op de subwoofer helemaal open staat.
- Zet de gain knop op ¼.
- Kies een liedje op met goede bass, of beter nog “pink noise”. Download hier
- Pas de gainknop dusdanig aan dat er wel wat volume uit de subwoofer komt, maar niet zoveel dat de ramen springen.
- Kruip nu rond door de kamer, met je oren zo’n 10-20cm van de grond. Je zal al snel merken dat het in de hoeken een stuk luider klinkt dan elders.
- Als je een (of meerdere) plek(ken) hebt gevonden waar het goed klinkt, is dat de beste plek voor de subwoofer.
- Als je niet alle vrijheid hebt in plaatsing, luister dan alleen op de mogelijke posities en kies daaruit de best klinkende.
Eindelijk staat de subwoofer op de juiste plek, nu is het zaak om alles goed op elkaar af te stemmen.
De optimale instellingen hangen niet alleen af van de overige speakers, maar ook van de manier van aansluiten. We onderscheiden 3 manieren om een subwoofer te verbinden met de receiver;
- LFE
- Low level
- High level
In sommige gevallen kies je beter voor een andere aansluiting, de verschillen hiertussen heb ik hier uitgelegd en hier lees je welke aansluiting het beste werkt voor welke situatie en welke instellingen daar bij horen.

Waarom een subwoofer?
Het menselijk gehoor is in staat een scala aan frequenties waar te nemen. In de jonge jaren ligt het bereik ongeveer tussen de 20hz en 20.000hz. Naarmate de leeftijd vordert zal er aan het begin, maar vooral aan het eind van dit spectrum wat afgesnoept worden, maar daar gaan we het hier niet over hebbenAangezien de verschillende frequenties hun eigen eisen stellen aan speakerdrivers voor een juiste weergave, bestaan de meeste speakers uit verschillende type drivers.
We kennen;
- tweeters voor de hoge tonen (2.000 – 20.000 hz)
- mid-range voor de midden tonen (250 – 2.000hz)
- woofers voor de lage tonen (<1000hz)
Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar dan praten we over grote vloerstaanders in een prijsklasse die de gemiddelde sterveling niet kan behappen en waar doorgaans ook niet voldoende ruimte voor is. Daarnaast is de beste plaats voor speakers die de hogere frequenties weergeven, niet per definitie ook de beste plaats voor speakers welke de lage frequenties voor hun rekening nemen.
Juist daarom zijn subwoofers in het leven geroepen. Omdat een subwoofer los staat van de hoofd speakers, hoeven er geen consessies gedaan te worden voor wat betreft bouw en kan een subwoofer dus zo gemaakt worden dat ze een groter rendement behalen, met als resultaat; een (veel) groter laagbereik.
Een subwoofer valt dus beneden het frequentiebereik van de hoofd speakers. In de praktijk komt dat neer op zo’n <20 – 200hz.
De “subwoofers” die je vaker tegenkomt bij alles-in-een setjes zoals een bose, sony, philips, etc mogen eigenlijk niet zo genoemd worden, daar deze eigenlijk maar met moeite onder de 35hz zullen komen, althans niet zonder bijkomende vervormingen. Naast hun (te) kleine formaat om serieus lage tonen te produceren, dienen ze ook nog eens een groter hoogbereik te hebben (ze moeten ten slotte de tekortkomingen van de kleine monitorspeakers of soundbar compenseren). Dit komt de uiteindelijke geluidskwaliteit niet ten goede.

Waarom Actief?
Ik gaf het eerder al aan, maar de lagere frequenties vereisen heel wat vermogen om op een hoorbaar volume weergegeven te kunnen worden. Voor elke halvering in frequentie, moet er namelijk 4x zoveel lucht verplaatst worden om tot eenzelfde geluidsniveau te komen. Wanneer het dus bijvoorbeeld 50w kost om een signaal van 100hz op een bepaald volume weer te geven, dan kost het 800w om een signaal van 25hz op datzelfde volume weer te geven. Daar komt dan nog bij dat de gevoeligheid van het menselijk oor ook nog eens afneemt naarmate de frequentie daalt. Met andere woorden, lagere frequenties vereisen een hoger volume om waargenomen te kunnen worden. Dit maakt dat er zoveel actieve subwoofers te koop zijn met soms absurd lijkend opgegeven vermogens.
Frequentiebereik
Subwoofers zijn dus gemaakt om geluiden weer te geven in de frequentieband van <20 – 200hz. Helaas is het praktisch onmogelijk dat dit over het hele spectrum op hetzelfde volume gebeurt. Over het algemeen geldt wel dat grotere drivers, grotere kasten en meer vermogen zorgen voor een beter bereik, maar je loopt altijd tegen limieten aan. Op een gegeven moment kom je nou eenmaal op een punt dat het volume daalt naarmate de frequentie daalt (of stijgt). Dit noemen we de roll-off. Daarnaast zullen er ook nog wat fluctuaties ontstaan qua volume in het hele weer te geven spectrum. Ook hier geldt weer hoe beter de bouwkwaliteit en afstemming van onderlinge onderdelen, hoe kleiner de fluctuaties zullen zijn.Onderstaand voorbeeld is van een SVS PB13 Ultra. Een zéér capabele subwoofer van een kleine €2100,-.

Zoals te zien in de grafiek zijn er nogal wat fluctuaties in het volume over het hele frequentiebereik. Onthou dat een afwijking van 3db betekend dat het volume gehalveerd of verdubbeld wordt.
Om toch tot een waarde te komen waar de consument wat mee kan, hanteren fabrikanten een bepaalde marge. De meeste serieuze subwoofer fabrikanten (waaronder SVS) hanteren een marge van ±3db. Dit betekent dat het volume 3db mag afwijken van het gemiddelde over het hele spectrum. Sommige fabrikanten gebruiken echter een marge van ±6db om zo tot een ruimere frequentieband (lees lager laagbereik) te komen.


Zoals hierboven is te zien, kan dat best een verschil maken in het opgegeven laagbereik. Nu is deze subwoofer van zeer goede kwaliteit. Hieronder staat een vergelijking tussen het instap-model en het high-end model van SVS. Hierbij is duidelijk te zien dat de roll-off op het laagbereik op hetzelfde punt plaatsvindt, maar dat de daling in volume bij het instap-model sneller verloopt. Hierdoor is het effectieve bereik bij een marge van ±3db dus ook wat kleiner in het instap-model. Het is te verwachten dat dit ook bij andere fabrikanten geldt.

Puur ter illustratie nog een vergelijking tussen de eerder genoemde PB-13ultra en een zeer slecht presterende subwoofer:

Zoals je ziet zijn er zeer grote fluctuaties qua volume, waarbij het volume van de slecht presterende sub al bij 60hz naar beneden keldert aangaande het hoogbereik. Om tot een “mooi” frequentiebereik te komen zal de fabrikant een marge van wel 14db aan moeten houden (dit resulteert in een bereik van 21-200hz). In de praktijk betekend het echter dat je een kat in de zak koopt en dat je met een subwoofer zit die ongecontroleerd dreund op diverse frequenties
Er is overigens ook een verschil te ontdekken tussen ported en sealed subwoofers. De roll-off zal bij ported subwoofers later beginnen, maar de daling zal sneller verlopen in vergelijking tot sealed subwoofers. Een sealed subwoofer heeft verder een stabieler verloop over het gehele spectrum.


Verschillende Typen
Er bestaan verschillende soorten subwoofer modellen, als het gaat om consumentenelektronica zijn de volgende vier echter het meest gebruikt;- Sealed / gesloten
- Ported / gepoort
- Slotted bass reflex
- Passive radiator
Elk model heeft zijn eigen voor- en nadelen, waardoor er eigenlijk geen “beste design” bestaat. Om tot een keuze te komen zul je afwegingen moeten maken van wat je belangrijk vindt.
Sealed
Een gesloten model is het meest eenvoudige model. De driver wordt in een luchtdichte behuizing geplaatst, welke van binnen is bedekt met isolerende en dempende materialen. Op deze manier worden de geproduceerde tonen relatief snel gedempt, waardoor een gesloten model “strak” en “precies” klinkt. Een specifieke toon start en stopt abrupt, waardoor er geen “nagalm” is.
Doordat de behuizing gesloten is, kan de door de driver verplaatste lucht niet aan de behuizing ontsnappen. Hierdoor wordt de luchtdruk binnen in de behuizing hoger wanneer de driver naar binnen beweegt en lager wanneer de driver naar buiten beweegt. Door deze verschillen in luchtdruk wordt de driver geremd in zijn uitslag (maximale in- en uitgaande beweging). Dit heeft als gevolg dat er meer vermogen nodig is om tot een bepaald geluidsniveau te komen. Men kan dit compenseren door de behuizing te vergroten, maar over het algemeen kiezen fabrikanten ervoor om gesloten subwoofers relatief klein te houden. Dit heeft alles te maken met de WAF.
Ported
Een gepoort model is waarschijnlijk het meest populaire subwoofer model op de markt. De behuizing heeft een buis (poort) welke zorgt voor een open verbinding met de buitenlucht. Naast de driver, draagt de poort zelf ook bij aan de productie van de lage tonen (denk hierbij aan het geluid wat ontstaat wanneer je over de opening van een fles blaast). Daarom is de poort niet zomaar een simpel stukje pvc-buis, maar moet deze aan bepaalde eisen voldoen. Door veranderingen in de diameter en lengte van de poort, produceert deze namelijk tonen op een andere frequentie. Bij het ontwerpen van de subwoofer wordt gekeken naar het frequentiebereik van de driver bij een specifiek formaat behuizing. Zoals je hebt gelezen heeft elke subwoofer een “roll-off” (het punt waarop het geluidsniveau begint te verzwakken naarmate de frequentie lager wordt). De poort zal zo ontworpen worden dat deze de frequenties op dit punt extra versterkt, waardoor de roll-off op een lagere frequentie komt te liggen en daarmee de subwoofer dus effectief een groter frequentiebereik krijgt.
Gepoorte subwoofers hebben een aanzienlijk complexer ontwerp t.o.v. gesloten subwoofers, maar het feit dat er een hoger geluidsniveau geproduceert kan worden bij een bepaald vermogen, maakt dat deze subwoofers zeer populair zijn, zeker bij de goedkopere subwoofers (let op, dit betekend niet dat gepoorte subwoofers per definitie goedkoper zijn!).
Slotted
Een slotted model lijkt erg veel op een gepoort model, echter heeft deze geen ronde pvc-poort, maar een sleuf in de behuizing. Binnenin de behuizing wordt d.m.v. wanden een soort gang gecreëerd. De lengte en breedte van deze gang bepaalt hier de frequentie van de sleuf.
Passive radiator
Een passive radiator model lijkt erg op een gesloten model, echter heeft dit model één of meerdere extra drivers, maar dan zonder de actieve componenten zoals de voicecoil. Deze extra drivers worden dus niet gestuurd door het geluidssignaal, maar worden geactiveerd door de luchtdrukverschillen binnen de behuizing a.g.v. beweging van de actieve driver. Dit model produceert (net als een gepoort model) meer volume bij een bepaald vermogen, maar is daarintegen net zo “strak” als een gesloten model en kan in een relatief kleine behuizing geplaatst worden.
De passieve radiatoren zijn echter bijna even prijzig als een volledige driver, waardoor “meer geluid uit een klein formaat” eigenlijk het enige verkoop-argument is voor dit model.

Over het algemeen wordt gesteld dat een sealed subwoofer beter geschikt is voor muziek en een gepoort model beter geschikt is voor film. In de praktijk is het echter niet zo zwart wit en zal het vooral afhangen van je eigen voorkeuren. De verschillende typen hebben elk hun eigen voor- en nadelen welke inherent zijn aan de bouw van de behuizing.

Downfire en Frontfire
De term downfire en frontfire heeft betrekking op de positie van de driver. Deze kan aan de voorzijde (frontfire) of aan de onderzijde (downfire) zitten. De basreflexpoort kan zich op dezelfde locatie bevinden, maar dat hoeft niet. De locatie van de basreflexpoort is niet van invloed op de naamgeving.Er is wat discussie over het effect op de geluidsweergave van een frontfire of downfire model, maar er kan aangenomen worden dat de plaatsing en afstelling meer van invloed zijn dan de driver-positie. Het geluid verplaatst zich namelijk als een bol vanuit de subwoofer door de ruimte. Het geluid wordt dus in alle richtingen even sterk afgegeven, waardoor er geen hoorbaar verschil kan zijn.
Toch heeft het type vloer invloed op de juiste keuze. Over het algemeen wordt een downfire model afgeraden bij een zwevende houten vloer (suspended wooden floor). Hiermee wordt bedoeld dat de vloer niet op beton is gelegd (isolatiemateriaal daargelaten), maar echt zwevend, met een holle ruimte eronder. Of dit vaak voorkomt weet ik niet, maar het is vrij makkelijk te testen. Wanneer de vloer hol klinkt wanneer je erover loopt, heb je waarschijnlijk een dergelijke vloer. De reden waarom specifiek een downfire model wordt afgeraden is me nog niet duidelijk. Dergelijke vloeren kunnen namelijk problematisch zijn bij elke soort speaker i.v.m. de beweegbaarheid van de vloer.
Bij een dergelijke vloer is het belangrijk dat de subwoofer ontkoppeld wordt. Er bestaan speciale onderzetters zoals de Auralex Subdude welke de subwoofer beter ontkoppelen, waardoor ongewenste vibraties van de vloer (en alles wat daarmee in contact staat) worden beperkt. Dit zou mogelijk klachten van buren kunnen verminderen.
Een goedkoper alternatief is het gebruik van een dikke natuurstenen tegel zoals graniet. Het is dan wel belangrijk dat deze tegel op rubber voetjes wordt gezet om ook de tegel te ontkoppelen van de vloer. De tegel zelf zal ook een dempende werking hebben.
Wanneer je geen zwevende houten vloer hebt, maak je de afweging tussen downfire en frontfire dus hoofdzakelijk op esthetisch of praktisch vlak. De één zal voor een front-fire model gaan, waarbij er nóg een mooie grote driver toegevoegd wordt aan het totaalbeeld. Terwijl de ander liever kiest voor een down-fire model, waarbij de subwoofer mooi geïntegreerd kan worden in het overige interieur (WAF).
Ook bij de aanwezigheid van kinderen of huisdieren kan men over het algemeen beter kiezen voor een downfire model, zodat er geen handjes of pootjes tegen de driver kunnen komen. Om nog maar te zwijgen over dat bekertje yogidrink wat mooi tussen de drivercomponenten kan komen


Aansluitingen:
Een subwoofer moet uiteraard aangesloten worden op de receiver/versterker om zo een geluidssignaal binnen te krijgen. Dit kan echter op verschillende manieren en de meeste receivers en subwoofers hebben ze niet allemaal aan boord.Eigenlijk maken we onderscheid tussen 3 typen aansluitingen met elk hun eigen eigenschappen. Zo kennen we LFE/subwoofer, Low Level en High Level.
LFE De meest voorkomende aansluiting op zowel receivers als subwoofers is de LFE/subwoofer-aansluiting. De subwoofer kent eigenlijk altijd één connector, terwijl de receiver er met één of twee uitgerust kan zijn. In het geval van twee connectors betekent het dat er twee subwoofers aangesloten kunnen worden; per subwoofer wordt maar één aansluiting gebruikt. Wanneer een subwoofer is aangesloten via de LFE/subwoofer aansluiting, wordt de crossover van de subwoofer geregeld door de receiver. Voor deze aansluiting gebruik je een enkele RCA kabel waarbij de subwoofer output van de versterker wordt verbonden met de LFE in van de subwoofer. Indien de subwoofer een dubbele input heeft, zou je de receiver d.m.v. een y-splitter met beide kunnen verbinden. Het enige effect van deze aansluitmethode is dat het subwoofer signaal nog eens met 6db wordt versterkt. | ![]() |
Low Level De Low Level aansluiting (ook wel Line In of Line Level genoemd) lijkt vrij veel op de LFE aansluiting. Het grote verschil is dat de Low Level aansluiting wél gebruik maakt van twee RCA stekkers. Deze aansluiting komt veelal voor bij stereo-versterkers en derhalve wordt de crossover bij deze aansluiting door de subwoofer zelf geregeld. Hierbij gebruik je de aanwezige crossover knop. Voor deze aansluiting gebruik je een dubbele RCA kabel waarbij de R en L van de pre-out van de versterker wordt verbonden met de R en L input van de subwoofer. Hoewel de subwoofer stereo wordt aangesloten, zullen beide kanalen door de subwoofer gemixt worden tot een mono-kanaal. | ![]() |
High Level Tot slot bestaat er nog de High Level aansluiting (ook wel Speaker Level genoemd). Deze aansluiting kan gebruikt worden wanneer er geen Low Level aansluiting voor handen is, of wanneer de subwoofer gebruikt wordt in een HI-FI opstelling. Bij de High Level aansluiting wordt gebruik gemaakt van normale speakerkabel, waarbij je de subwoofer aansluit via de speaker-terminals. Ook bij de High Level aansluiting wordt de crossover door de subwoofer geregeld via de instel-knop. In sommige gevallen heeft de subwoofer aparte instelknoppen voor zowel Low- als High Level. Men hoeft niet bang te zijn dat er rare dingen gebeuren; de weerstand/impedantie van de subwoofer is namelijk zo hoog, dat er geen vermogen gevraagd zal worden van de receiver.. | ![]() |
Neutrik Speakon
Een aantal subwoofer fabrikanten wijkt af van de bovenstaande gangbare aansluitingen. Zo zal er op sommige subwoofers een Neutrik Speakon connector aanwezig zijn i.p.v. de reguliere speakerterminals voor high-level. Deze aansluiting mondt uit in 3 losse speakerkabeltjes (rood, geel, zwart) welke men alsvolgt aansluit;
- Rode kabel van sub gaat naar rode terminal van rechter speaker-aansluiting op receiver.
- Gele kabel van sub gaat naar rode terminal van linker speaker-aansluiting op receiver.
- Zwarte kabel van sub gaat naar zwarte terminal van linker OF rechter speaker-aansluiting op receiver.

XLR
Andere subwoofer fabrikanten kiezen voor het gebruik van XLR aansluitingen i.p.v. de reguliere RCA/tulp aansluitingen voor low-level. De bijgeleverde kabel mondt dan meestal uit in een gewoon tulpstekkertje welke weer in de receiver geplugd kan worden.

Wat werkt nu het best?
Welke aansluitvorm het best werkt, hangt een beetje af van je eisen.
Film
Wanneer je de subwoofer hoofdzakelijk voor film gebruikt, dan kies je het best voor de LFE aansluiting. Deze aansluiting heeft als voordeel dat de crossover van de receiver gebruikt wordt (doorgaans is deze van hogere kwaliteit (lees; grotere resolutie) dan die van de subwoofer). Daarnaast ben je er ook van verzekerd dat enkel de sub het 0.1 kanaal voor zijn rekening neemt. Het is hierbij wel belangrijk dat je de overige speakers in je systeem instelt alszijnde “small” (dit gebeurt meestal niet automatisch);. Op deze manier worden de speakers namelijk afgekapt in het laag, zodat de subwoofer ook de lage frequenties van deze kanalen voor zijn rekening neemt. Het punt waarop dit gebeurt (crossover) dien je zelf in te stellen en is afhankelijk van de grootte/capaciteiten van de overige speakers en persoonlijke voorkeur. Doorgaans kun je stellen dat hoe groter de fysieke afmeting van de speaker, hoe lager de crossover mag zijn.
Hieronder staat een grove richtlijn, dit kun je als uitgangspunt nemen waarna je op gehoor gaat finetunen.
Type speaker | Gewenste crossover |
Satelliet speaker / Melkpak | 120-150hz |
Boekenplank speaker | 80-120hz |
Zuilspeakers / Vloerstaanders | 60-90hz |
Stereo/Hifi
Bij stereo/hifi kies je eigenlijk ook het best gewoon voor LFE, maar in sommige gevallen (bijvoorbeeld wanneer je een aparte versterker hebt voor stereo/Hifi weergave), kies je het beste voor de low-level aansluiting (dus van pre-out R+L naar line-in R+L). Net als bij de normale speakers, kun je ook de speakergrootte van de pre-outs instellen. Aangezien je niet wilt dat de subwoofer lage frequenties mist, dien je hier te kiezen voor “large”. Het is (meestal?) niet mogelijk om voor “subwoofer” te kiezen. Door deze instelling krijgt de subwoofer het volledige frequentiebereik van de geluidsbron binnen, de crossover stel je dus in op de subwoofer zelf. Dit kan op 80-120hz, maar wanneer je zeer capabele front speakers hebt, kun je dit ook wat lager instellen om te voorkomen dat het signaal van twee bronnen komt en daardoor storing veroorzaakt. De speakers kun je als “Large” of als “small” instellen, waarbij je eventueel de crossover kunt gebruiken die ik hierboven heb genoemd. Let er wel op dat er geen “gat” ontstaat tussen de crossover van de speakers en van de subwoofer. De crossover van de subwoofer dient altijd gelijk aan of hoger te liggen dan de crossover van de overige speakers.
Het “nadeel” van deze aansluiting is dat de subwoofer niet wordt herkend alszijnde aanwezig, waardoor het 0.1 kanaal aan de overige aanwezige kanalen zal worden toegevoegd. Bij films betekend dit een mogelijk minder goede bass-weergave.
Geen tulp
Wanneer er geen subwoofer out of pre-out aanwezig is op de versterker, dan kies je voor aansluiting via de speakerterminals. De speakers dienen uiteraard ingesteld te worden alszijnde “large”, omdat de subwoofer hetzelfde signaal binnen krijgt. Wanneer speakers worden ingesteld op “small” wordt het laagbereik afgekapt en krijgt de subwoofer enkel signalen binnen die hij niet of nauwelijks kan weergeven. Doordat ook hier de subwoofer het volledige frequentiebereik binnenkrijgt, wordt de crossover ingesteld op de subwoofer. Dit kan het best op een wat lagere frequentie dan bij de voorheen genoemde methoden. Het advies is om de subwoofer pas in te laten springen op punt waarop de front speakers hun roll-off hebben. Meestal is dit de laagst genoemde frequentie van het door de fabrikant vermeldde frequentiebereik. Ook bij deze aansluiting is het belangrijk dat er op de receiver wordt ingesteld dat er geen subwoofer aanwezig is, om te voorkomen dat niet alle signalen naar de speakerterminals worden gestuurd.
LFE + Main
Wanneer de receiver een subwoofer/LFE aansluiting heeft, kun je vaak instellen welke signalen via deze aansluiting verstuurd moeten worden. Je hebt meestal de keuze uit LFE en LFE+Main (of een gelijkaardige benaming). Deze optie is eigenlijk alleen van invloed wanneer je muziek luistert op de direct of pure direct luistermodus. Bij gebruik van deze twee luistermodi wordt het signaal namelijk niet gemixt over andere kanalen en heb je een zuiver stereo weergave wanneer de bron ook zuiver stereo is (meestal tenzij dts muziek). Doordat er sprake is van zuivere stereo, wordt de subwoofer dus niet gebruikt. Door te kiezen voor LFE+Main krijgt de subwoofer ook signalen van het stereo-kanaal binnen.
Bij films heeft dit eigenlijk geen invloed, omdat de lage tonen uit de 5.0 geluidssignalen (<200hz) bij het 0.1 signaal worden gevoegd. Het LFE signaal zelf (0.1) gaat enkel tot 120hz en kan niet met speaker-crossovers geregeld worden (maar met LPF for LFE, deze laat je altijd op 120 staan, hoger heeft geen zin, lager is niet wenselijk).
Line-out op sub Bij sommige subwoofers zul je ook een line-out aansluiting vinden. Dit kunnen zowel speakerterminals als RCA-aansluitingen zijn. Het idee hierachter is dat het signaal voor de front speakers via de subwoofer (of via de subwoofer naar een eindversterker) loopt. Hierbij wordt het inkomende signaal afgekapt op de frequentie die is ingesteld met de crossover. Het uitgaande signaal bevat dus het frequentiespectrum boven de ingestelde crossoverfrequentie. | ![]() |
Samengevat
![]() | Aansluiting | Kabel | Crossover door | Doorgestuurde kanalen | Speakers instellen als |
LFE | 1x RCA | Enkele RCA, evt. Y-stekker | Receiver | LFE+ <200hz mains | Small |
Low Level | 2x RCA | Dubbele RCA | Subwoofer | Volledig Spectrum | Small of evt. Large |
High Level | Speaker Terminal | Speakerkabel | Subwoofer | Volledig Spectrum | Large |

Staande golven
Bijna iedereen heeft wel eens een representatie van een geluidsgolf gezien. Als dwarsdoorsnede lijkt een geluidsgolf sterk op de welbekende sinus. Een sinus (en daarmee ook een geluidsgolf) heeft een hoogtepunt (piek) en een dieptepunt (dal).
Zoals eerder aangegeven worden geluidsgolven gereflecteerd door harde oppervlakken zoals muren en plafond en vloer, zodat de kamer eigenlijk gevuld wordt met de orginele geluidsgolf en een veelvoud aan reflecties.


Doordat de richting van de geluidsgolf veranderd als deze wordt gereflecteerd, zijn er bepaalde punten waar waar de geluidsgolven elkaar “raken”. Wanneer twee pieken of dalen elkaar “raken”, wordt het geluid op dat punt versterkt (buik). Wanneer een piek en een dal elkaar “raken” heffen ze elkaar op en is er op dat punt geen sprake van geluid (knoop).


De basweergave op de luisterpositie zal in bovenstaande afbeelding bijna afwezig zijn, aangezien de originele geluidsgolf en de reflectie elkaar op deze positie zullen opheffen.
Doordat deze punten van versterking (en opheffing) altijd op exact dezelfde locatie plaatsvinden (bij een specifieke frequentie), spreekt men van staande golven. Staande golven komen voor als de weergegeven golflengte in dezelfde orde is als de afstand tussen tegenoverliggende wanden. In praktijk betekent dit de hele lage frequenties (<150hz). Daarboven worden het er dusdanig veel, dat het effect verdwijnt. Daarom hebben we er vooral bij subwoofers mee te maken.

Elke ruimte heeft natuurlijke frequenties die gedicteerd worden door de afmetingen van de ruimte. Dit zijn de zogenaamde “kamermodi”. De natuurlijke frequentie is een bepaalde frequentie (of frequenties) die een object aanneemt wanneer deze in trilling wordt gebracht. Deze frequentie is afhankelijk van het materiaal van het object en de grootte. Voor de duidelijkheid neem ik een xylofoon als voorbeeld.

Door met de stok op één van de klankstaven te slaan, wordt deze in trilling gebracht en zal er een toon met een bepaalde frequentie voortgebracht worden. Dit komt omdat de geproduceerde toon een golflengte zal hebben die gelijk is aan de lengte van de staaf*2 (m.a.w. de lengte van de staaf is slechts de halve golflengte). Deze frequentie is de natuurlijke frequentie van de betreffende klankstaaf en wordt ook wel de fundamentele frequentie of de 1e harmonische frequentie genoemd. Wanneer de golflengte van een toon helemaal binnen de lengte van de staaf past, is er sprake van de 2e harmonische frequentie. Wanneer de golflengte van een toon 1,5x binnen de lengte van de staaf past, is er sprake van de 3e harmonische frequentie, etc. etc.

Elk object of medium heeft een natuurlijke frequentie, dus ook jouw luisterruimte/woonkamer. Je kunt je woonkamer zien als het binnenste van de voorgenoemde klankstaaf. De muren zijn hierbij de uiteinden van de klankstaaf. De natuurlijke frequentie van de woonkamer is dus gelijk aan de lengte van de muur*2.
Kamermodi
In bovenstaand voorbeeld heb ik het voor het gemak enkel gehad over de natuurlijke frequentie die ontstaat door de lengte of breedte van een kamer. Dat is een reflectie tussen 2 muren en is daarmee de meest eenvoudige reflectie (ook het krachtigst). Aangezien de meeste kamers niet uit slechts 2 muren (vlakken) bestaan, maar uit 6 (4 muren, plafond en vloer), zullen geluidsgolven ook via een andere route gereflecteerd worden. Zo kan de reflectie ook via 4 muren verlopen of zelfs via alle 6.
Deze verschillende “vormen” van reflectie noemt men kamermodi. Hieronder een versimpelde visualisatie van de 3 kamermodi.

Zoals je je kunt voorstellen heeft de positie van de subwoofer t.o.v. de muren, invloed op de hoek die de geluidsgolven maken bij reflectie en daarmee ook de positie waar staande golven kunnen ontstaan.


Fase en vertraging
Misschien heb je het ooit wel eens gelezen; speakers en subwoofers welke uit fase (out of phase) zijn, maar heb je er nooit bij stilgestaan wat het nou precies in houdt.Zoals je hebt gelezen beweegt de driver van een speaker van voor naar achter waardoor er lucht verplaatst wordt. De snelheid waarop dit gebeurt bepaald de frequentie van het geproduceerde geluidssignaal. De voor- achterwaartse beweging wordt getriggerd door een magneet welke om en om van lading verandert, afhankelijk van het elektrische signaal dat deze binnenkrijgt.
Door de luchtverplaatsing, ontstaat er een geluidsgolf welke na enkele milliseconden ons oor bereikt en daar wordt omgezet in een geluidswaarneming. De snelheid van een geluidsgolf is afhankelijk van het medium waar het zich door verplaatst. In water zal dat bijvoorbeeld zo’n 5.400 km/u zijn, in staal kan dat zelfs oplopen tot 21.000 km/u. Lucht is een minder goede geleider, waardoor de snelheid van een geluidsgolf hierin een stuk lager ligt. In de gemiddelde huiskamer zal de snelheid op zo’n 1235 km/u oftewel 343 m/s liggen. Hoewel nog steeds bijzonder snel, kunnen er toch minieme verschillen zitten tussen de geluidsgolven van verschillende speakers.
Wanneer twee identieke signalen welke door zowel de stereo-speakers als de subwoofer worden geproduceert, niet gelijktijdig bij het oor aankomen, heeft dit een negatieve invloed op de kwaliteit van het waargenomen signaal. Dit wordt vaak “uit fase” genoemd, maar in sommige gevallen betekent het dat er simpelweg een vertraging is.
Deze vertraging kan veroorzaakt worden door een verschil in kabellengte tussen speaker en receiver en door een verschil in afstand van speaker tot oor. Het kan ook zijn dat de verwerking van de elektrische signalen door de speakers en subwoofer beiden op een andere manier worden gedaan. Zo kan het zijn dat een positieve lading er bij de speakers voor zorgt dat de driver naar buiten beweegt, terwijl bij de subwoofer dit als gevolg heeft dat de driver naar binnen beweegt.
[YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=EsQ52mnfTcw]
In bovenstaande video is duidelijk te zien dat de speakers zelf 180 graden uit fase staan t.o.v. elkaar.
Om dit fase-probleem/vertraging weg te nemen, hebben veel fabrikanten een faseknop op de subwoofer aangebracht. Een fase-knop komt in twee varianten. Soms is er sprake van een schakelaar waarbij je kunt kiezen tussen 0 of 180 graden. In andere gevallen heb je te maken met een draaiknop waarbij je in het meest gunstige geval een traploze aanpassing kunt maken van -180 tot 180 graden of van 0 tot 360 graden. Hoewel beide knoppen een soortgelijk effect hebben, werken ze beide via een ander princiepe.
Fase Schakelaar
Om aan te geven hoeveel een signaal uit fase/vertraagt is, wordt er gesproken over graden. Hierbij wordt één enkele sinus in 360 graden verdeeld. Wanneer de schakelaar op 0 graden staat, loopt de sinus gelijk aan het electrische signaal (positieve lading betekent uitwaardse beweging van driver). Wanneer de schakelaar op 180 graden staat, loopt de sinus precies tegenovergesteld (positieve lading betekent inwaardse beweging). Aangezien een fase schakelaar maar twee opties heeft, geeft het je weinig vrijheid om alles te finetunen. Bij een fase schakelaar luister je simpelweg naar het resultaat van beide opties en kies je degene die het best klinkt.

Draaiknop
Een draaiknop geeft je aanzienlijk meer vrijheid, maar wel met een kanttekening. Je kunt het inkomende electrische signaal niet gedeeltelijk veranderen (de lading is nu eenmaal positief of negatief, niet een beetje positief of negatief), waardoor een draaiknop eigenlijk extra vertraging van het signaal introduceert. Door het signaal (en daarmee de uitslag van de driver) te vertragen t.o.v. de andere speakers, kun je deze synchroon proberen te krijgen.

Doordat je alleen extra vertraging kunt introduceren, is het waarschijnlijk dat het allemaal in fase lijkt, maar dat het daadwerkelijk 360, 720 (of meer) graden vertraagd wordt. Het geluid van de subwoofer kan dus 1 of meerdere golflengtes achterlopen t.o.v. de overige speakers.

Betekend het dan dat je de signalen met geen mogelijkheid in fase kunt krijgen? Nee, maar om dit recht te trekken zullen we in de receiver moeten duiken.
Speaker afstand
Zoals eerder gezegd reizen geluidsgolven niet met de snelheid van het licht, waardoor de afstand tot de luisterpositie van invloed is op het wel of niet synchroon lopen van de geluidssignalen van speakers en subwoofer.

Laag weergave verbeteren - door Jag
Laagweergave verbeteren voor een enkele luisterpositie - basisOk, er bestaat dus een complex patroon van staande golven in een ruimte. Hoe hiermee om te gaan? Er zijn meerdere dingen die helpen, waarbij het makkelijker is om het voor 1 positie goed te krijgen dan op meerdere posities dezelfde laagweergave te krijgen.
Allereerst is de positie van de subwoofer van invloed in welke mate de staande golven van de ruimte aangesproken worden. Plaatsing op de nul(=knoop) van een staande golf zorgt ervoor dat deze niet wordt aangesproken. Stel dat je last hebt van een piek bij 28Hz, de first order mode van de lengte van de ruimte. Dan helpt het om de subwoofer halverwege de lengte as te positioneren, dan zal deze staande golf minder aangesproken worden. Helaas is die positie wel weer de piek (=buik) van de second orde mode, 57Hz, dus die zal maximaal worden aangesproken. Tevens beinvloedt het uiteraard ook hoe alle andere modes van de ruimte worden aangesproken. Dus als je het aanspreken van de ene mode vermindert, kan het juist weer een probleem vormen voor een andere mode. In zijn algemeenheid kan je dan ook stellen, dat het zich lastig laat voorspellen wat de beste positionering van een subwoofer is op voorhand! Het devies is dan ook om meerdere posities te proberen. Hierbij kan je het best een aantal flink verschillende posities proberen: dus zowel halverwege wanden, als hoekplaatsingen. Een hoekplaatsing spreekt een maximaal aantal staande golven aan, en dit kan voordelig werken. Naast het variëren van de positie van de sub, kan je ook je luisterpositie anders kiezen! Meer van een wand af kan storende pieken verminderen. Maar je opstelling een kwart slag draaien betekent ook dat het totaal anders wordt en daarmee potentieel beter.
Daarnaast kunnen de storende pieken worden gecorrigeerd met een equalizer (EQ). Bij laagweergave is het doel om een vlakke response te krijgen. Vaak zijn de pieken die ontstaan het meest storend, die veroozaken het bonkerige of hoenkerige geluid. De traagheid die vaak aan bass reflex wordt toegeschreven, is meestal dan ook niet een eigenschap van de bass reflex subwoofer zelf, maar zijn interactie met de ruimte. De laagste staande golven in de ruimte kunnen nogal eens teveel sublaag geven met een subwoofer die uit zichzelf al erg diep doorloopt. Zoals altijd geldt hierbij: de amplitude response is leidend. Met andere woorden, als je met een EQ de pieken corrigeert, dan los je de storende invloed van de staande golf op. EQs zijn in er in vele vormen en maten. Klassiek is de zogenaamde grafische EQ met vaste EQ “banden” in de vorm van schuifjes. Deze zijn niet geschikt voor het corrigeren van de laag response. Wat nodig is, zijn parametrische EQ filters waarbij de frequentie instelbaar is net als de zogenaamde Q van het filter. De Q is een maat voor de breedte van het filter, en staande golven geven hele smalbandige pieken en dalen die dus ook hele hoge Q filters vereisen voor nauwkeurige correctie. Tegenwoordig zijn de meeste receivers uitgerust met enige vorm van EQ voor het laag. Elk merk heeft zijn eigen variant hiervan. Hierbij is bij de ene variant beter inzichtelijk wat er voor filters worden toegepast en zijn deze ook handmatig instelbaar (standing wave control van Pioneer) dan bij bijvoorbeeld Audyssey (Denon/Marantz).
Hoe nauwkeurig EQ ook wordt toegepast, het is belangrijk om te realiseren dat je hiermee niet de variatie in de laagweergave door de ruimte verbetert. Ook werkt het altijd maar voor één plek in de ruimte. Want wat een piek is op de ene plek, is een dip ergens anders. Ook kan je de nullen (dips in de response) niet corrigeren. EQ is dus alleen maar geschikt om storende pieken weg te halen voor een enkele luisterpositie!
Hieronder een praktijk voorbeeld van een ruimte met een 5.1 HT installatie. De gebruikte sub was een 10inch bass reflex sub van Jamo. De grafiek laat de amplitude response zien van dezelfde subwoofer op 4 posities in de ruimte. Belangrijk hierbij om te beseffen, is dat een subwoofer uit zichzelf een uitermate vlakke response heeft. De variaties in volume (met een bandbreedte van meer dan 20dB!), wordt louter veroorzaakt door de nabijheid van wanden (dat geeft een verschil in overal niveau) en staande golven (dit veroorzaakt de pieken en dalen). Dit illustreert mooi de winst die je kan behalen met je sub anders positioneren!

Maar als je het dan goed voor elkaar hebt op één luisterpositie, kan het weer heel anders zijn op een andere luisterpostie. Dit is goed te zien in de volgende grafiek, waarbij 1 van bovenstaande subwoofer posities gebruikt is, en de response op 4 posities in de ruimte is gemeten. Je ziet de enorme variatie in de response! Het laag klinkt dus overal anders.

Laagweergave verbeteren voor meerdere luisterposities – geavanceerd
Maar hoe krijg je het dan voor elkaar dat het laag overal goed klinkt? Dit is in zekere zin de heilige graal van de HiFi, want dit is gewoon erg lastig. Grofweg zijn er twee benaderingen: proberen zo min mogelijk staande golven te krijgen of juist zoveel mogelijk. De eerste oplossing klinkt intuïtief, echter vereist dit een complete verbouwing van de ruimte. Er dient hiervoor in alle richtingen van de ruimte grote hoeveelheden absorptie toegevoegd te worden in vorm van helmholz resonatoren of breedbandigere absorptie van immense grootte. Een enkele richting of een enkele mode dempen is niet zinvol, dan blijven de overgebleven modes alleen maar extra storend aanwezig. De overheersende opinie is dat dit een weinig effectieve / praktische benadering is in bestaande ruimtes.
De andere optie is het toevoegen van zoveel mogelijk modes, zoveel dat de invloed ervan sterk teruggedrongen wordt. Dit doe je door meerdere subwoofers te plaatsen. Ook een hoekplaatsing van een subwoofer maakt dat deze meer modes aanspreekt. Bij een multi sub optstelling (afkorting voor gebruik van twee of meer subs) is het de bedoeling dat de subwoofers niet te dicht bij elkaar staan en verschillend geplaatst worden. Zo is het gebruikelijk tenminste 1 van de subwoofers in de hoek te plaatsen. Twee subs is duidelijk beter dan een enkele sub. Drie is nog beter maar vier wordt vaak gezien als het optimum aantal. Hierbij maakt de individuele plaatsing bijna niet meer uit zolang ze maar niet te dicht op elkaar staan. Meer dan vier subs is niet erg gebruikelijk omdat het te weinig meerwaarde biedt.
Een voorbeeld uit de praktijk. Dezelfde ruimte met dezelfde subwoofers als hierboven, echter nu alle 4 de subs tegelijk spelend. Hierbij staan alle instellingen nog neutraal. Je ziet al een duidelijke afname van de variatie tussen verschillende posities ontstaan, echter de subs staan nog niet optimaal ingesteld.

Hieronder zie je het resultaat na optimalisatie (er werd alleen tussen 30 en 100Hz geoptimaliseerd) met speciaal daarvoor ontwikkelde software.

Het inregelen van meerdere subwoofers is enigszins specialistisch werk door het grote aantal variabelen. Het algemene principe is dat de subs niet te dichtbij elkaar mogen staan. Verder kan je ervoor kiezen om DSP te gebruiken en software waarmee je kan modelleren hoe elke sub het beste ingeregeld kan worden. Om je verder te verdiepen in het onderwerp, zou ik je aanraden om “Sound Reproduction – Loudspeakers and rooms” van Floyd Toole te lezen, een standaard werk op het gebied van HiFi / psychosakoestiek. Hoofdstuk 13 behandelt laagwergave in kleine ruimten (huiskamer formaat). Verder is hier hier de software te vinden waarmee meerdere subwoofers in een ruimte ingeregeld kunnen worden. De help file is erg compleet, en behandelt ook nog wat theorie. De software is enigszinds overweldigend in het begin en een fout is makkelijk gemaakt waardoor je simulatie niet meer klopt. Hier een tutorial:
MSO Tutorial
1. DSP filters moeten neutraal staan. Gains op de subwoofers moeten gelijk staan. Bij verschillende typen subwoofers overwegen om eerst op basis van distortion metingen met ongelijke gains te meten en optimaliseren. Als je 1 sub zachter wilt hebben om wat voor reden dan ook, moet je de meting al doen met lagere gain (anders is geen multistage optimization mogelijk). Input vanuit computer rechtstreeks de (Mini)DSP in om low pass filters van de AVR te omzijlen.2. Metingen voorbereiden in REW: loopback gebruiken (xlr mic met losse interface) ofwel tijd reference uit main speaker. REW Adjust Clock With Acoustic Ref optie aanzetten. Elke positie ook een meting doen met alle subs actief. Meten op 48KHz. De twee sub optelling test doen om te controleren of je tijdreferentie goed werkt. Er mag geen verschil zitten tussen de door REW opgetelde meting en de meting met twee subs actief.
3. Metingen uitvoeren op subs. Tenminste n+1 posities meten (n=aantal subs). Beginnen op laatste positie, eindigen op MLP (main listening position), mic goed vastzetten (statief!). Metingen exporteren vanuit REW zonder smooting.
4. Metingen importeren in MSO. Wizzard gebruiken om een subs only config aan te maken. In de basis geen gain blocks gebruiken (= spl penalty). Wel zoveel shared PEQ filters als je DSP aan input filters heeft, tenminste één 2e orde all pass en delay en verder opvullen met PEQ filters (zoveel als je DSP aan output filters heeft). Een 2e orde allpass, een PEQ en een 2e orde low pass staat gelijk aan 1 biquad (dus een 4e orde lowpass = 2 biquads).
/f/image/mRHzfKEJsfZXv37x7R08UfC3.png?f=fotoalbum_medium)
5. Graphs aanmaken. De belangrijkste is de resulterende response op de verschillende luisterposities. Deze voeg je toe onder measurement groups. Je kan eventueel ook de natural response toevoegen van een posite (of hier een losse graph voor maken). Dit is de response als alle subs in fase spelen met DSP op unity gain (=max spl).
/f/image/uO5vkgfi2jz6ffiolmWuW774.png?f=fotoalbum_medium)
5. Optimization options doorlopen. Typr multistage kiezen. Onder general frequentie range selecteren en eventueel handmatig reference level (niet 75 dB selecteren, wel eventueel "de basis lijn" van de response, dus de onderkant van de pieken). Onder multistage options kan je een compromis maken tussen seat-to-seat variatie en spl penalty. Hoe minder seat-to-seat variatie je wilt, hoe groter de spl penalty wordt in zn algemeenheid. Het staat hier mooi uitgelegd. Duration options op defulat laten. Evt iterations verdubbelen, geen tijd criterium gebruiken.
/f/image/LFpHjVjCMXMlAiihW7AZGtIU.png?f=fotoalbum_medium)
6. Eerste keer optimalisatie runnen. DSP biquads exporteren en importeren in je (mini)DSP. Vergeet niet dat je ook delay blocks en evt gain blocks hebt die je handmatig moet invoeren. Opnieuw meting uitvoeren in REW. Deze meting exporteren en importeren in MSO. Graph aanmaken en deze meting selecteren en de MLP measurement group (daar stond je mic nog!).
/f/image/bYnzL9kAQUNdCihwuWvSsqoe.png?f=fotoalbum_medium)
7. Nu kan je verder offline werken en verder gaan met optimalizeren. Als je een eerste goed resultaat hebt kan je als vervolg stap de configuratie clonen en de opties aanpassen, bijvoorbeeld meer spl penalty toestaan. Dan kan je beoordelen of meer spl penalty tot belangrijk lagere variatie tussen luisterposities leidt. Je kan verschillende configs vergelijken door de performance metrics te openen (ctrl+m).
/f/image/VaMkK4K5GQ6RpizQxwH3K13y.png?f=fotoalbum_medium)
Als je vragen hebt over het gebruik van meerdere subwoofers of hulp nodig hebt bij het inregelen ervan, schroom dan niet om contact op te nemen met Jag.
[ Voor 255% gewijzigd door Jag op 22-10-2024 12:05 ]