Ejorne schreef op vrijdag 22 juli 2011 @ 18:52:
[...]
Appels met peren.
Verder hebben wij de test ook met twee personen gedaan. Ik kan natuurlijk niet in mijn eentje een cd in de speler leggen zonder dat ik weet welke cd dat is. Daarbij doe ik geen stelling waarvan ik zeg dat dat de enige optie of waarheid is. Wat hier wel gebeurd door andere, die stellen wel met zekerheid zaken vast. Dat wil ik liever niet doen zolang ik ze niet zeker acht. Dat wordt me kennelijk kwalijk genomen?
Ik zit in deze discussie een beetje met een dillema:
Jij beweert (en ik geloof je daarin) in een blinde test verschillen te hebben gehoord tussen verschillende CD-R's. Voor mij is niet na te gaan hoe goed je deze blinde test uitgevoerd hebt en voor jou is het niet interessant om hem opnieuw te doen, omdat je overtuigd bent van de waargenomen verschillen.
Het probleem voor mij is nu dat er puur op technische gronden geen enkele reden is om de ervaren verschillen toe te schrijven aan de verschillende type's cd-r. Er zijn genoeg andere theorieën die wel aannemelijk en bewezen zijn die de door jou ervaren verschillen wel verklaren, alleen wil jij deze niet aannemen, omdat ze tegen jou gevoel indruisen.
En daar hebben we de pat-stelling.
Ik geloof dat je verschillen ervaren heb, alleen de de uitleg\verklaring die je er aan geeft zijn in mijn ogen incorrect. Voor mijzelf is het eigenlijk niet interessant om samen met jou de test opnieuw uit te voeren. Ik heb die tests al tig keer gedaan met kabels, cd's, cd-speler en versterkers en elke keer is de uitkomst zonder uitzondering hetzelfde. En ik ben er van overtuigd, gesteund door de achterliggende theorieën en ervaringen dat een eventuele test uitgevoerd samen met jou niet anders zal opleveren dan die tig test die ik al gedaan heb. Ik wil echter de moeite wel nemen in de off-chance dat jij de uitzondering op de regel bent, omdat dat een totale ommezwaai in de audiowereld (en de digitale techniek en natuurkunde) met zich zou meebrengen en en passant ook het hele sample-theorema en een aantal natuurkundige wetten overhoop gooit en aan de wieg van die veranderingen\revolutie wil ik wel staan
Jij wilt echter geen testen aangaan, alhoewel ik niet precies snap waarom niet. In mijn ogen kun je alleen maar winnen. Als je de door jou geclaimde verschillen kunt waarnemen, dan sta je aan de wieg van een (digitale) audio-revolutie (lijkt mij wel stoer) en indien je wel verschillen ervaart, maar aangetoond kan worden dat de verklaring die je er voor denkt te hebben in een hele andere hoek gezocht moet worden, ben je weer een stukje gegroeid en heb je nieuwe kennis opgedaan.
Ik wil het in ieder geval nog 1 keer theoretisch benaderen en hoop dat je de moeite wilt nemen het te lezen en daar jou ideeën over te ventileren:
Je beschrijft hoorbare verschillen tussen cd-r's aan de hand van beluisterde muziekstukken. Je omschrijft de ervaren verschillen als: ' leek de boventoon van het blaasinstrument minder hoog door te lopen, terwijl de andere cdr hoger of misschien zuiverder leek te klinken'. Nu is het een onweerlegbaar feit dat een cd-r alleen digitale informatie bevat. Deze digitale informatie is een digitale beschrijving van een analoog signaal. Indien je specifiek de hoogweergave van een analoog signaal (of zo je wilt de definitie of zuiverheid van het signaal) consequent op medium A anders hoort dan op medium B, moet dat inhouden dat de het proces dat deze weergave beïnvloed ook consequent steeds hetzelfde dient te zijn. Ik ga er namelijk van uit dat medium A elke keer hetzelfde afwijkt van medium B (m.a.w. CD-R van merk\type A klinkt elke keer, op dezelfde manier anders dan die van merk\type

. Het zal niet zo zijn dat een cd-r van een bepaald type\merk de ene keer wel een beter hoog laat horen en de andere keer niet (anders zou je ze ook niet consequent uit elkaar kunnen houden).
Dit moet dus inhouden dat de verandering van de digitale informatie (t.o.v. het originele signaal) op een cd-r (of de weergave ervan bij afspelen of opnemen) elke keer, afhankelijk van het gebruikte merk\type identiek moet zijn, immers de CD-R klinkt elke keer hetzelfde en klinkt ook elke keer consequent afwijkend van die van een cd-r van een ander merk\type. Beide cd-r's klinken volgens jou immer ook consequent en op identieke wijze anders t.o.v. elkaar.
Nu wil alleen het geval dat jitter min of meer random is (ook dat is gewoon aantoonbaar, bewijsbaar en voor een leek eenvoudig inzichtelijk te maken m.b.v. van een paar simpele metingen) en als deze jitter hoorbare invloed zou hebben, dan zou deze dus per definitie niet consequent identiek zijn, vanwege zijn random karakter. Als de jitter de verklaring zou zijn, dan zou een cd-r van één merk\type A elke keer anders klinken als je hem afspeelt, aangezien jitter een random karakter heeft. Aangezien jij de merk\types in een blinde test kon onderscheiden kan de verklaring dus niet in de jitter gevonden worden omdat de verschillen consequent identiek geweest moeten zijn (anders kon je geen verschillen waarnemen) en jitter is nu eenmaal aantoonbaar niet consequent identiek.
M.a.w. zonder jouw blinde test in detail te kennen en zonder de metingen stuk voor stuk doorgelezen te hebben, kun je puur op basis van de kenmerken van jou claim (consequente gehoormatige verschillen tussen cd-r's) en de door jou aangedragen verklarende metingen (jitter - random variërend verschijnsel) zeer eenvoudig aantonen dat er geen aantoonbare relatie kan liggen tussen beide. Het bewijs\de verklaring die jij hebt voor de door jou ervaren verschillen kan dus niet kloppen.
En om het misschien nog iets scherper\duidelijker te stellen: Jij accepteert de metingen mbt tot jitter als verklaring omdat ze naadloos aansluiten bij je ervaringen. Echter blijkt dat ze juist niet naadloos aansluiten maar juist 180 graden tegenover elkaar staan (consequent gelijk versus random variërend). Volgens jou eigen redenatie zou je dus deze verklaring direct moeten verwerpen en een andere moeten zoeken.
(ik weet er wel een paar die ik je ook nog eens consequent kan aantonen en laten ervaren)
[
Voor 3% gewijzigd door
Killer op 22-07-2011 23:12
]