bacterie schreef op 21 september 2004 @ 14:10:
[...]
Ik bedoelde dat de individuele fossielen op weinig tot zeer weinig materiaal gebaseerd zijn. Inderdaad is het zo dat er grote hoeveelheden fossielen worden gevonden die door mensen die er verstand van denken te hebben worden verklaard tot de voorouders van de mens. Ik bedoelde echter dat de interpretaties van die fossielen echter op weinig tot zeer weinig materiaal rusten en volgens mij is dat wel degelijk het geval. Dat betekent nog niet dat die interpretaties onjuist zijn, maar wel dat - althans in mijn opvatting - vaak sterk aan te twijfelen valt of de interpretaties wel juist zijn. Ook is het voor zover mij bekend zo dat de fossiele homiden weliswaar ingedeeld worden in verschillende soorten, maar dat die indeling niet bepaald vast staat: een onderzoeker kan de algemeen geaccepteerde stamboom van de mens op eigen houtje omgooien.
Complete skeletten zijn inderdaad zeldzaam. Ze bestaan echter wel. Er is een zeer compleet
Homo erectus skelet bekend uit West Turkana. Verder is Lucy, een
Australopithecus afarenis vrij compleet. Ook voor Neanderthalers recentelijk voor
Homo heidelbergensis zijn vrij complete skeletten bekend.
De stamboom van de mens is zeker in de vroege periode vrij onduidelijk. Er bestaan vele soorten en er worden er nog steeds bijgevonden. Zodoende is het dus nog niet duidelijk welke soort nu van wie afstamt. Dat betekend echter niet dat dit het idee dat mensen van apen afstammen omverwerpt. Het laat alleen zien dat de ontwikkeling ingewikkelder was dan verwacht. De mens is in een zeer onstabiele tijd van klimatische problemen, dat zien we terug in het geologisch bestand.
Dat er sprake is van selectie is bijvoorbeeld te zien aan het feit dat hominiden steeds minder op een leven in de bomen ingesteld raken. Was
A. afarensis hoewel bipedaal nog veel in bomen te vinden, zoals te zien aan de vingerkootjes, bij de leden van ons eigen genus is dat verdwenen.
Ook zijn er twee manieren geweest om aan te passen aan het leven op de savanne, waar voedsel minder uitbundig voorhanden was dan in het regenwoud. Apen zijn eigenlijk aangepast aan een dieet van vooral fruit. Dat zien we terug in het feit dat wij, chimps en bonobos de enige beesten zijn die geen vitamine C kunnen synthtiseren. Op de savanne is vrij weinig fruit voorhanden. Een groep hominiden reageerde daarop door genoegen te nemen met voedsel van mindere kwaliteit, bladeren enzo. Daarom evolueerden zij een zeer robuust kauwapparaat met grote kiezen en kaken en grote richels op de schedel als aanhechtingspunt voor kauwspieren, dit genus heet
Paranthropus.
Een andere groep bleef eten van hoge kwaliteit eten, waarschijnlijk vlees en ondergronds voedsel, zoals knollen. Om hieraan te komen was een grotere intelligentie nodig, zodat de locatie van deze voedselbronnen voorspeld kon worden. Vandaar dat zij grotere hersenen ontwikkelden. Dit ging ten kost van hun maag-darmkanaal, dat kleiner werd. Dit hadden ze immers niet nodig gezien hun hoge kwaliteit voedsel. Dit werd het latere genus
HomoDat vond ik een nadeel van het lezen van National Geographic - de oorsprong van de mens: dat ze wel met de stamboom van de mens en de mens-gerelateerde wezens aan kwamen zetten maar daarbij de stambomen van de apen weg lieten.
Er zijn simpelweg geen fossiele apen bekend in Afrika. We kennen wat Orang-Utan achtige dieren in Azie, maar in Afrika niets.
Dit komt door een aantal factoren:
• Politiek: Deze apen leven in het oerwoud, West-Afrika dus. Veel landen hier zijn niet stabiel (Congo, Nigeria, Sierra Leone enz.).
• Geologisch: De afzettingen van de juiste ouderdom worden hier niet door riftprocessen aangesneden en liggen waarschijnlijk onder honderden meters sediment.
• Wetenschappelijk: Men zoekt veel liever naar fossiele mensachtigen dan naar fossiele apen.
La majestueuse égalité des lois, qui interdit au riche comme au pauvre de coucher sous les ponts, de mendier dans les rues et de voler du pain. - Anatole France