Hallo allemaal,
Voor de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2021 voor mijn woning in Amsterdam heb ik een bezwaarschrift ingediend waarbij ik heb aangegeven het niet eens te zijn met de door de gemeente gekozen referentiewoningen en heb daarbij aangegeven dat ik de 7 appartementen uit mijn eigen huizenblok (portiek) betere referentiewoningen vind. De WOZ-waarde per m2 van deze 7 appartementen zijn voor 6 appartementen ongeveer EUR 5.100-5.300 en voor 1 appartement EUR 6.200 tegenover een WOZ-waarde per m2 van mijn eigen woning van ongeveer EUR 6.150.
Nu is dit bezwaar afgewezen met als reden dat als ik mij op het gelijkheidsbeginsel wil beroepen dat de woningen gelijk moeten zijn en dat zijn ze volgens de gemeente Amsterdam niet:
- Een appartement is niet meegenomen omdat deze woning een tuin heeft > Dat klinkt als een valide argument.
- De andere 6 appartementen "betreffen WOCO woningen en zijn in mindere staat van onderhoud" (letterlijke tekst uit de brief) > Sowieso interessant dat ze dit aangeven terwijl 1 ander appartement een duurdere WOZ-waarde per m2 heeft dan mijn eigen appartement.
Ik wil nu een beroep aantekenen tegen deze uitspraak en heb daarover een aantal vragen:
1. Gaat de staat van onderhoud waarvan de gemeente stelt dat deze minder is voor WOCO woningen zowel over alles buiten (buitenmuur, dak, etc.) en binnen (bijv. de keuken, badkamer, vloer, etc.)?
2.Voor buiten: Alle appartementen zitten in dezelfde gezonde VVE waarin verder nog ongeveer 50 andere appartementen van mijn straat inzitten. Kan ik dit als argument gebruiken dat het onderhoud vanuit een gezonde VVE wordt gedaan en dit daarom wel vergelijkbare woningen zijn?
3. Ik kom wel eens in de appartementen van mijn buren en zie binnen wel dat ze er anders uitzien maar of het onderhoud nu echt slecht te noemen is, dat weet ik niet zo goed. Wat zou ik hierin kunnen toevoegen?
4. Waar kan ik nog meer aan denken in mijn beroep?
Alvast bedankt
Voor de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2021 voor mijn woning in Amsterdam heb ik een bezwaarschrift ingediend waarbij ik heb aangegeven het niet eens te zijn met de door de gemeente gekozen referentiewoningen en heb daarbij aangegeven dat ik de 7 appartementen uit mijn eigen huizenblok (portiek) betere referentiewoningen vind. De WOZ-waarde per m2 van deze 7 appartementen zijn voor 6 appartementen ongeveer EUR 5.100-5.300 en voor 1 appartement EUR 6.200 tegenover een WOZ-waarde per m2 van mijn eigen woning van ongeveer EUR 6.150.
Nu is dit bezwaar afgewezen met als reden dat als ik mij op het gelijkheidsbeginsel wil beroepen dat de woningen gelijk moeten zijn en dat zijn ze volgens de gemeente Amsterdam niet:
- Een appartement is niet meegenomen omdat deze woning een tuin heeft > Dat klinkt als een valide argument.
- De andere 6 appartementen "betreffen WOCO woningen en zijn in mindere staat van onderhoud" (letterlijke tekst uit de brief) > Sowieso interessant dat ze dit aangeven terwijl 1 ander appartement een duurdere WOZ-waarde per m2 heeft dan mijn eigen appartement.
Ik wil nu een beroep aantekenen tegen deze uitspraak en heb daarover een aantal vragen:
1. Gaat de staat van onderhoud waarvan de gemeente stelt dat deze minder is voor WOCO woningen zowel over alles buiten (buitenmuur, dak, etc.) en binnen (bijv. de keuken, badkamer, vloer, etc.)?
2.Voor buiten: Alle appartementen zitten in dezelfde gezonde VVE waarin verder nog ongeveer 50 andere appartementen van mijn straat inzitten. Kan ik dit als argument gebruiken dat het onderhoud vanuit een gezonde VVE wordt gedaan en dit daarom wel vergelijkbare woningen zijn?
3. Ik kom wel eens in de appartementen van mijn buren en zie binnen wel dat ze er anders uitzien maar of het onderhoud nu echt slecht te noemen is, dat weet ik niet zo goed. Wat zou ik hierin kunnen toevoegen?
4. Waar kan ik nog meer aan denken in mijn beroep?
Alvast bedankt