Het belangrijkste verschil tussen D66 en links, is dat D66 op traditionele linkse concepten zoals werknemersrechten, verzorgingsstaat en pensioenen een rechts liberale ideologie heeft. Ik heb hem vaak aangehaald, maar omdat het zo tekenend is nog een keer:
D66: einde van verzorgingsstaatD66 wil de huidige verzorgingsstaat omvormen tot een ontplooiingsmaatschappij. Volgens de democraten ligt nu nog te veel verantwoordelijkheid bij de overheid, terwijl mensen heel goed voor zichzelf kunnen zorgen. In het gisteren gepresenteerde verkiezingsprogramma legt de partij die macht weer terug bij de mensen.
Ideologisch precies het tegenovergestelde van links. Let ook op de zin dat men de macht weer terug legt bij de mensen. Als je macht privatiseert, dan is dat per definitie ongelijk omdat een kleine groep nu eenmaal gigantisch veel kapitaal en macht heeft.
Zo'n uitspraak zou ik ideologisch positioneren als rechts liberaal tot aan neoliberaal afhankelijk van de uitwerking.
En dat is ook het verschil met de klassieke linkse volkspartijen zoals de PvdA in het verleden, die partijen draaien om lotsverbondenheid met de lagere klassen die moeite hebben met het zich vertegenwoordigd laten zijn. De verzorgingsstaat is feitelijk niets anders dan introduceren voor de lagere klassen wat beschikbaar was voor de hogere klassen: gezondheidszorg, ouderenzorg, steun bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid en pensioen.
Het klinkt voor sommigen aantrekkelijk om mensen individueel te laten zorgen voor hun eigen hachje, maar om privaat hetzelfde risico en dienstverlening te regelen zoals collectief is financieel onbereikbaar voor bijna de gehele middenklasse. Je ziet dit bijvoorbeeld aan de FIRE beweging in Amerika dat al een veel lager niveau heeft van collectieve voorzieningen, dat is misschien te bereiken als je jong begint, succes hebt en gezond blijft. Maar eenmaal met pensioen op je 50e met een plotselinge medische kwaal kan je compleet ruïneren zonder verzekering.
Gerelateerd:
Het precariaat? Dan ben jij!Klassenstrijd | Essay Voor solidariteit is het nodig te erkennen dat we veel met elkaar gemeen hebben, betoogt Marguerite van den Berg.
Ook politiek links denkt graag in termen van ‘kwetsbare groepen’. Daar moeten we dan ‘verantwoordelijkheid’ voor nemen. Of we moeten de ‘kloof’ verkleinen. Dit denken is zo alomtegenwoordig omdat het voor veel mensen comfortabel is. Degenen die ‘de kloof’ hekelen, kunnen zichzelf voorstellen als aan de juiste kant van de kloof. Daar waar het veilig is, waar buffers zijn en bescherming mogelijk is.
De bovenste groepen in de lijst van het SCP kunnen opgelucht ademhalen. Zij zitten nog goed, hoeven alleen hun positie te verdedigen. Zo bezien is de kloof, of het precariaat, ook een dreigement. Het is duidelijk onveilig om aan de andere kant van de kloof te belanden. Dat resulteert in het verstevigen van de eigen positie: in stemgedrag, in bestedingen en in de drive altijd weer meer te werken.
Het leidt er ook toe dat de ander als een bedreiging wordt gezien. Zijn de verworvenheden van de ‘bovenlaag’ schaars, dan kan iedereen die daar óók aanspraak op maakt een bedreiging vormen – hoe vaak we ook zeggen de verschillen te willen verkleinen. Als alles een wedstrijd is en je bij de winnaars hoort, ben je bang om de volgende keer te verliezen.
Solidariteit betekent dat je begrijpt dat je burn-out, je zoektocht naar een huis of de studieschuld van je kinderen, verbonden is aan het lot van ‘het precariaat’. Dat we allemaal kwetsbaar zijn en zorg verdienen. En dat er bepaalde bedrijven, overheden en mensen zijn die aan onze kwetsbaarheid verdienen en er veel baat bij hebben dat wij solidariteit niet krachtiger vormgeven. Sommigen van hen zijn immers zeer rijk, juist omdat anderen arm zijn.
Voor solidariteit is het nodig te erkennen dat de meesten van ons worden bestolen. Dat we veel met elkaar gemeen hebben en dat we elkaar nodig hebben.
De maatschappij inrichten zodat sociale klassen als inherent politieke en sociale tegenstanders tegen elkaar uit kunnen worden gespeeld door middel van verdeel en heers, past natuurlijk in het klassieke verhaal van links. Klasse bewustzijn is iets wat uit het politieke debat bijna is verdwenen, maar is zeker nog steeds een van de belangrijkste drijfveren. Kijk bijvoorbeeld naar de prestatie drang die begint op school, om al de juiste uitgangspositie te kunnen verwerven.
Je ziet dat hier het verhaal van identiteitspolitiek ook op stuk loopt. Het idee wordt hierin is dat minderheidsgroepen met dezelfde kansen moeten kunnen deelnemen. Echter, dat neemt niet dat het alleen een gedeelte van die groep verheft, een aanzienlijk deel zal nog gewoon precair zijn.