Neuh, maar ik heb wel meegeholpen om mijn vrouw en een vriendin daarvan Nederlands te leren. Nu hielp het wel dat mijn vrouw al enige taalachtergrond had (universitair Engels).
Dat deed ik met name omdat de docent die ze gevonden had begon met "Nederlands heeft geen grammatica". En als ik over doe- en kastwoordjes hoor dan snap ik wel dat het niet uit te leggen valt

Over de taal schrijven is makkelijk, zien wat er fout gaat is makkelijk, zeggen wat er fout gaat is makkelijk.
Maar probeer maar eens duidelijk uit te leggen hoe iemand het wél moet schrijven, en waarom. En dat is nog niet zo makkelijk.
Als je de d/t-regels niet uitgelegd krijgt (vervoeging in een paar standaard tijden, alleen aantonende wijs is genoeg om te beginnen, en natuurlijk deelwoorden, onvoltooid en voltooid) maak je het ofwel te moeilijk, ofwel probeer je het teveel te versimpelen.
Waarom is het altijd "Hij werkt" "hij fietst" "hij neukt", maar niet "hij wilt"? Dan kom je weer op het standaard zinnetje "Ja, dat is een uitzondering, leer 'm maar", en dat leren is knap lastig als heel veel mensen gewoon "hij wilt" zeggen en schrijven, dan kom je ook al snel op het verschil tussen schrijftaal en spreektaal.
Prima, dan heb je inderdaad een uitzondering te pakken die veel moedertaalsprekers ook fout doen. Boeie. Als dat de enig efout is die jouw studenten maken als je met ze klaar bent, doe je het heel goed.
Dat er uitzonderingen zijn ontkom je niet aan. Grappig genoeg leveren die voor moedertaalsprekers
meestal minder problemen op dan voor studenten. Zo zullen zelfs de meest volhardende klagers over de d/t-regels niet snel "ik ben geweesd" schrijven, terwijl dat toch volgens de regels zou moeten: stam wees-, maar van infinitief wezen - z is stemhebbend, dus een d. Bij het werkwoord verwezen wordt wel een -d geschreven in "verweesd".
Waar je met tweedetaalsprekers zult moeten terugvallen op de regels en uitzonderingen (en misschien wel moet uitleggen wat stemloze en stemhebbende medeklinkers zijn, hoe moeilijk kan het zijn om de vinger op de keel te leggen?) is het stuitend dat juist moedertaalsprekers zo klagen over de moeilijke d/t-regels terwijl ze gevoelsmatig geen moeite hebben om te "horen" of het "ik werkde" of "ik werkte" moet zijn. Als je dan "ik heb gewerkd" schrijft ben je gewoon lui, en heeft dat niets met ingewikkelde regels te maken.
But wait, there's more!
Ik ben de eerste om toe te geven dat het Nederlands vol moeilijke dingen zit. Onder meer het gebruik van allerlei semantische markers om werkwoordstijden te vormen in plaats van het gewoon via een standaard-vervoeging te doen is heel lastig. Ik zat te schrijven, ik was aan het schrijven. Maar niet ik was schrijvende. Dat laatste is niet fout, maar het klinkt niet.
Of ik fiets morgen naar mijn werk. Niet ik zal morgen naar mijn werk fietsen. Dat laatste kan wel, maar betekent meer dan de eerste simpele mededeling.
Dat waren lastige dingen om uit te leggen aan iemand die Engelse werkwoordstijden gewend was.
Dat lidwoorden lastig zijn ben ik weer niet met je eens. Gelacht wel. Maar een keer dat je het geslacht van een woord weet, weet je ook of het de of het is, en of het die of dat is. Daar zijn maar heel weinig uitzonderingen op - en dan alleen vanwege semantisch zwaarwegende redenen: het meisje was zijn haar impliceert niet dat zij niet haar eigen haar wast, maar toch verwachten we dat er iemand anders aanwezig was bij het wassen. Dat is echter zo ongeveer de enige uitzondering die ik zo kan bedenken op dat gebied.
En dan heb je nog klanken, Ik ben blij dat ik dat bijna nooit hoef uit te leggen op mijn werk, daar heb ik andere collega's voor, maar zelfs mijn brein begint over te koken als ik daar 15 minuten mee bezig ben. "Nee, deze "ie"-klank" is met een enkele "i", maar deze is wel weer met "ie"" , aaaaaargh

Daar heeft elke taal in meer of mindere mate last van.
Zo had mijn vrouw als Griekse (modern Grieks kent geen onderscheid tussen lange en korte klinkers) zelfs in het Engels problemen (the sheep stranded on the bitch).
Toen ik ooit probeerde wat Hindi te leren waren 6 verschillende r-klanken toch ook wat veel van het goede...
Maar al die rare onhebbelijkheden (die elke taal heeft, er zijn geen makkelijke talen) hebben weinig te maken met het schrijven van "hij besteld" omdat de d/t-regels zo ingewikkeld zouden zijn.