Ugh, ik dacht al dat ik een uitgebreide uitleg moest gaan geven. Here we go!
Goed, hier ga je al de mist in. Waarom blijf je voorstellen dat de ISO-waarde van de gebruiker iets te maken heeft met de hoeveelheid licht die op de AF-sensor valt? Dit heeft echt niks ermee te maken want:
- De AF-sensor werkt wijd open, de gebruiker kan afstoppen. Een lens is zeer zelden - zeker in DN gemeten - uniform genoeg om de versterking van de AF-sensor tov main sensor te corrigeren voor dit f-getal. De hoeveelheid licht die binnenkomt bij f/4 is heel verschillend van de helft van het licht dat binnenkomt bij f/2.8, in het algemeen genomen. Hoe kun je dit verschil weten? Moet de AF-sensor een database bijhouden van elke lens, hoe de vignetting en transmissiviteit zich verhoudt tot het f-getal?
- Versterking heeft heel weinig waarde voor de meeste sensoren. De ADC kan doorgaans de hele full well depth al digitaliseren bij ISO 200 of 400, en elke hogere sensitiviteit betekent simpelweg dat de waarden net zo goed digitaal kunnen worden vermenigvuldigd. Een AF-sensor zal dus, om bij weinig licht nog genoeg contrast te kunnen genereren, een langere integratietijd nodig hebben terwijl de gebruiker een hogere versterking op de hoofdsensor instelt en een kortere integratietijd neemt (omdat dat voor de foto prima is). Dus, hoe weet de AF-sensor waar hij langer moet integreren, en waar hij de versterking moet opvoeren, ten opzichte van de versterking van de hoofdsensor?
- Doorgaand op het vorige punt: een gebruiker heeft een gigantische
latitude in instelmogelijkheden: langere sluitertijd vs. hogere sensitiviteit bij een vast f-getal. Om dezelfde foto te maken heeft de gebruiker een factor 32 keuzevrijheid op een gemiddelde digicam (ISO 100-3200). Hoe weet de AF-sensor puur uit de ISO-instelling wat zijn sensitiviteit moet zijn om de beste AF performance te krijgen? Ik bedoel, een factor 32 is het verschil tussen totaal niet kunnen focussen en op hele aardige snelheid te kunnen focussen.
- De AF-sensor heeft doorgaans veel langere integratietijden dan de hoofdsensor bij weinig licht, omdat het een erg klein oppervlak is en voldoende contrast moet worden gemeten op maar enkele tientallen of evt. honderden pixels. Daardoor is AF erg gevoelig voor beweging bij weinig licht. Het algoritme voor AF bij beweging is dan ook dat hij eerst probeert een lange integratietijd te bewerkstelligen, als dat geen oplossing geeft een kortere met hogere versterking, en als dat niet lukt gaat hij de focusrange doorlopen om te kijken of hij betere focus kan vinden.
- Een AF-sensor heeft veel contrast nodig, en heeft dus krappe toleranties aan zijn exposure latitude. Een foto niet. Het detail waarop de AF-sensor scherpstelt is lang niet altijd het meest contrastrijke in het beeld, sterker nog, waarschijnlijk een
minor detail. Dit AF-gebied is waar de AF-sensor zijn exposure op moet aanpassen, terwijl de hele fóto het gebied is waarop je hoofdsensor zijn versterking moet aanpassen. En seriously, hoeveel foto's hebben precies dezelfde intensiteit (en lokale attenuation door de lens - mind you!) op het kleine gebiedje waar je autofocust, als gemiddeld over de hele foto? Dit staat totaal los van elkaar, en is oncorreleerbaar, behalve als de AF-sensor kennis heeft van alle foto's die je ooit kunt maken, een GPS-unit en digitaal kompas om te weten precies waar je staat, een constant bijgewerkte... well, ridiculousness starts here.
Je kunt gewoon echt niet op aan van de instellingen van de gebruiker; de AF-sensor zal zélf moeten meten hoeveel licht hij binnen krijgt en versterking toepassen. Dat is direct en optimaal. Wanneer hij uitgaat van de ISO-instelling van de gebruiker kan hij zomaar een factor 10, 20, 30, whatever verkeerd zitten. De gebruiker is een zeer onbetrouwbare lichtmeter, en bovendien werkt de AF-sensor heel anders dan de hoofdsensor.
moeilijk afstemmingsalgoritme?
simpelweg de ISO waarde van de instelknop aflezen is bepaald geen moeilijk afstemmingsalgoritme.
En dat werkt ook helemaal niet, zie hierboven. Je zult op zijn minst een lichtintensiteit-vs-f-getal tabel in de AF-unit moeten stoppen om een geschikte versterking te kiezen (vergeet niet, zelfs hele goede lenzen vignetten meer dan een stop wideopen, en hebben transmissiviteit die ook een stopje (of zelfs twee) kan verschillen over het f-getalbereik, laat staan het zoombereik. Je AF-sensor heeft gewoon niet zoveel exposure latitude, en moet binnen veel krappere limieten weten hoeveel licht erop valt)
Onzin!
Wat jij hier nu beweert is dat wetenschap zinloos is. Je moet immers van tevoren weten hoe iets werkt voordat je er iets over kunt constateren.
Wetenschap is gebaseerd op ervaring in de praktijk. Je constateert iets, en probeert daar een verklaring voor te vinden. (ZONDER dat je de techniek kent!) Vervolgens ga je op basis van je verklaring een voorspelling doen en proberen je theorie te falsificeren.
Wat jij nu zegt geldt enkel voor de meest fundamentele wetenschap; daarin hoef je geen enkele kennis te hebben en kun je gewoon lukraak hypothesen testen. Helaas werkt dat niet zo als je met complexere zaken bezig bent. Om een enigszins nuttige hypothese op te stellen op het gebied van techniek moet je kennis hebben van de achterliggende theorie. Je kunt alles bedenken wat je wilt, maar dan gaat het tientallen iteraties duren voordat je het voor elkaar krijgt je hypothese niet te falsifieren (of je moet heel slecht in experimenten zijn).
Bovendien - digitale camera's zijn geen black boxes! Het is prima begrijpelijk spul, zowel vanuit elektronische als optische hoek. Er is een weldaad aan informatie die je eerst kunt doornemen voordat je je eigen wilde hypothese kunt gaan testen. Het is dus ook nog eens niet nodig om in dit geval zomaar iets te roepen, te testen en op basis van n=1 een tentative conclusie te trekken.
En fotografen zijn
notorious slechte wetenschappers! 99% van de tests die je tegenkomt zijn op vele punten
flawed, ook op de zogenaamd goede reviewsites (Photozone, optyczne, etc.). Dat is niet verwonderlijk, fotografie is een kunst die voor veruit de meeste mensen los staat van de techniek erachter.
Want laten we wel wezen, als je goed wilt testen moet je op zijn minst weten wát je test. Een camera en bijbehorende zaken voor een test is een complex apparaat. Je moet op zijn minst je test orthogonaliseren - alle andere invloeden uitsluiten en je bij één variabele houden. De eerste vraag die ik dus bij een verklarend experiment zal stellen is: heb je het experiment correct georthogonaliseerd (maar dan in begrijpelijker termen, bijv.: heb je op een statief gefotografeerd, niks veranderd tussen de test door, etc.).
En dan heb je nog de misvatting dat er een soort van lineaire correlatie is tussen het oog en de digitale sensor. Nee! Het oog ziet logaritmisch, de sensor hartstikke lineair. Wat voor je oog niet dramatisch veel donkerder lijkt, is voor de sensor pikzwart. Contrast en MTF zijn ook dingen die je oog (bijv. acuity) heel anders ziet dan een sensor (bijv. bayer-aliasing). Dit zorgt ervoor dat kwalitatieve beschrijvingen van mensen
zelden tot nooit betrouwbaar kunnen worden overgezet naar een wetenschappelijk rigoureuze conclusie. Wat is donker? 1 lux? 10 lux? 0.1 lux?
Al deze bagage moet je eerst hebben voordat je eens kunt beginnen aan een zinvolle test. En zeg nou zelf; de meeste fotografen denken (foutief) dat ze wel even het toestel ergens op kunnen richten, de ISO anders kunnen zetten, nog eens kunnen richten en dat ze dan iets hebben getest. Nope, sorry.
Uiteraard zijn er veel mensen die te snel conclusies trekken van een eenmalige ervaring. Maar daartegenover staan net zoveel mensen die te makkelijk ervaringen negeren.
Ik ken de persoon die zijn ervaring hier gedeeld heeft niet persoonlijk. dus ik kan niet beoordelen of hij wel of niet te snel conclusies trekt.
Aangezien niemand hier daadwerkelijk weet hoe het zit is het dus het beste om gewoon de wetenschappelijk methode er op los te laten.
m.a.w. een wetenschappelijk verantwoorde test op te stellen om te kijken of er invloed waarneembaar is.
Dat is vrij makkelijk te doen. Een donkere ruimte en een statief en een usb kabel om de ISO waarde aan te passen zonder de camera aan te raken. (Misschien dat ik er vanavond aan denk om het eens te proberen)
Nee. Zie hierboven.
edit: ik vergeet trouwens nog twee belangrijke dingen erbij te zeggen om mee rekening te houden:
- Fotografie zit vol met volledig nonstandaard/non-SI dingen. 18% grijs, sharpening, standaard filtering, etc.
- De AF-snelheid wordt heel erg beinvloed door de lens, en verschillen in AF-snelheid zijn miniem. Om echt een idee te krijgen van het absolute verschil in AF-snelheid zul je de communicatie tussen lens en body moeten afluisteren.