Donderdag 7 augustus 2008, 14:09 - UPC zal uiterlijk eind september 2008 internetverbindingen van 60 tot 120 Mbps aanbieden. Daarmee wordt de snelheidskloof tussen glasvezel en kabel gesloten.
Dit heeft Mike Fries, bestuursvoorzitter van UPC-moeder Liberty Global beloofd tijdens een gesprek met financieel analisten naar aanleiding van de resultaten over het tweede kwartaal van 2008.
"In Nederland, onze grootste markt, hadden we een zachte lancering van EuroDocsis 3.0 en we bereiden ons voor op een Q3 lancering, met mega snelheden, dat wil zeggen 60 tot 120 megabit."
Volgens de woordvoerder van UPC in Amsterdam is zijn baas 'erg enthousiast', maar is het nog te vroeg voor details over het aanbod. "In september hopen we er iets meer over te kunnen zeggen."
In november 2007 begon UPC met het testen van Docsis 3.0, eerst in het lab en vervolgens op IJburg in Amsterdam. Die test noemt Fries een 'zachte lancering'. De kabelaar wil geen details verstrekken van de test, maar wijst wel op een forum van testers op Chelloo.com. Zelfs daar is de informatie summier, omdat UPC zich in de discussie mengde met de mededeling dat de informatie over de test geheim moet blijven. Vervolgens hielp de moderator van het forum een handje door informatie te verwijderen.
Volgens Fries kan de omschakeling van Docsis 2.0 naar Docsis 3.0 zonder grote investeringen plaatsvinden. Met dochter J:com in Japan zegt Liberty goede ervaringen te hebben met '3.0', dat snelheden tot 160 Mbps biedt. In Japan zit een kwart van de abonnees op een snelle verbindingen. Daarmee overtreft de uitrol volgens Liberty de verwachtingen.
Gedeelde snelheid
Fries zegt over de commerciële invoering van Docsis 3.0 snelheden in Nederland, gevolgd door de andere landen waar Liberty actief is in 2009: "Dit is een werkelijk revolutionaire stap in de toename van datasnelheden en zal dramatische verbeteringen tot gevolg hebben voor de concurrentiekracht van onze dataproducten."
Of die revolutie in de praktijk ook werkelijk zal plaatsvinden, betwijfelt Hendrik Rood van Stratix uit Hilversum, een vooraanstaande Nederlandse telecomadviseur. Zowel het netwerk van UPC als het internet binnen en buiten Nederland beschikken volgens hem over onvoldoende capaciteit om dergelijke snelheden te ondersteunen.
"UPC heeft in haar netten al kanalen gereserveerd voor Docsis 3.0. Waar je voor 2.0 één kanaal nodig hebt van 30 Mb, heb je voor 3.0 vier kanalen nodig van samen 120 megabit. Echter, dat moet je dan wel met een hele wijk delen. Voor UPC is dit gemiddeld zo'n duizend woningen.
"Als op ongeveer een kwart van de aansluitingen UPC internettoegang afneemt, betekent dit een gedeelde bandbreedte op 250 woningen. Je komt dan op gemiddeld 500 Kb, mocht iedereen tegelijk online gaan. Dat zal natuurlijk niet gebeuren, maar duidelijk is dat die hoge snelheden van Docsis 3.0 wel zwaar 'shared' zijn."
Deze factor voor 'overboeking' is hoog, maar volgens Rood toch nog iets gunstiger dan die bij adsl. Daar delen aansluitingen nog meer capaciteit dan op het tv-kabelnet.
En beide concurrenten hebben, overigens net als de glasvezelnetten, te kampen met de begrensde capaciteit van het Nederlandse internet als geheel: "Voor het gemak ga ik even uit van een terabit aan capaciteit [1.000 Gb, red.] van de Amsterdam Internet Exchange en aanvullende verbindingen. Met grofweg vijf miljoen aansluitingen in Nederland betekent dit een capaciteit per aansluiting van 200 kilobit per seconde per aansluiting. Natuurlijk is ook hier meer beschikbaar omdat niet iedereen tegelijkertijd online gaat, maar het geeft wel aan dat er al snel te veel wordt beloofd aan consumenten wat betreft groei van datasnelheden."
Glasnetten
Overigens zal UPC een uploadsnelheid bieden die veel lager ligt dan de downloadsnelheid, ook om het gebruik te beperken. Rood: "In principe kun je met Docsis synchroon hoge snelheden aanbieden maar het is een keuze om dat niet te doen."
Op dit punt blijven de glasvezelnetten dus in het voordeel, want die bieden wel vaak 100 megabit in beide richtingen. De glasnetten krijgen wel zwaardere concurrentie. Moet KPN nu sneller gaan investeren in glas, bijvoorbeeld door het Amsterdamse glasnet over te nemen. Rood: "Op de eerste plaats is er een misvatting dat KPN nu het glas in handen heeft na de overname van Reggefiber. KPN heeft 41 procent, dus geen beslismacht. In Amsterdam heeft Reggefiber een minderheid. KPN kan daar diensten gaan aanbieden."
"Ik denk dat UPC wel reageert op wat er met glas gebeurt in steden als Amsterdam en Almere. Het wordt nu spannender, maar ook het gevecht om de capaciteit op het Nederlandse internet zal toenemen."