Op basis van de drie benchmarks in de bovenstaande review kun je onmogelijk een uitspraak doen over de real world prestaties. Het klopt dat de Mtron's bij random I/O een hogere gemiddelde schrijfresponstijd hebben als de Memoright GT. In mijn benchmarks resulteerde dit echter niet in lagere gemiddelde prestaties, dus kennelijk presteren de Mtron's wel evenwichtig. In de tests waar veel werd geschreven was de Memoright GT vaak sneller, maar niet met hele dramatische verschillen. OCZ Core-achtige
ssd's met een schrijftoegangstijd van >120ms vallen wel door de mand.
Verwijderd schreef op zondag 14 december 2008 @ 10:26:
[...]
Transfersnelheden hebben nauwlijks invloed op de snelheid (tenzij je de hele dag niets anders doet als films kopieren

) Veel belangrijker (zeg maar 99% van de snelheid) wordt bepaald door de toegangstijd (IOPS).
Je hebt een veel te eenzijdig beeld van de factoren die van invloed zijn op de prestaties van een
ssd of harde schijf. I/O's per seconde is ook niet zomaar iets anders dan MB/s. Beide zijn eenheden voor doorvoersnelheid en die je niet los kunt zien van de workload als je een eerlijke vergelijking wilt maken.
In desktopomgeving komt zowel willekeurige als sequentiële I/O voor. Vaak is er een hoge mate van lokaliteit (opeenvolgende I/O's benaderen gegevens die zich dicht in de buurt van elkaar bevinden). Die biedt mogelijkheden om de prestaties te verbeteren dmv caching. Juist bij
ssd's wordt de sequentiële transfer rate belangrijker omdat de (lees)toegangstijd zo laag is. Bij harde schijven viel de tijd voor het verplaatsen van de data bij veel I/O's in het niet ten opzichte van de tijd die er nodig was om de koppen te positioneren. Bij een
ssd is deze verhouding compleet anders.
Stel je moet 512KB inlezen. Deze data bevindt zich netjes achter elkaar op de schijf of
ssd. De gemiddelde toegangstijd van een 7200rpm harde schijf is 12ms en de sequentiële doorvoersnelheid is 100MB/s. Het positioneren van de koppen kost 12ms en het verplaatsen van de data 5ms (512KB / 100MB). De responstijd is 17ms waarvan ruim 70 procent werd gebruikt voor het positioneren van de koppen. Neem nu een
ssd met een toegangstijd van 0,1ms en eveneens een sequentiële doorvoersnelheid van 100MB/s. De responstijd is nu nog maar 5,1ms, waarvan 2 procent veroorzaakt door de toegangstijd. Als je de prestaties wilt verbeteren moet je niet de toegangstijd nog verder verlagen maar de sequentiële doorvoersnelheid verhogen.
De laatste serie van Mtron (3500 serie) was in dat opzicht een stap in de verkeerde richting. De 3000 serie had nog iets van 110 random write IOPS (9 ms toegangstijd) en de 3500 serie heeft nog maar 60 random write iops. (16 ms toegangstijd).
Het lijkt me vreemd dat de schrijfprestaties opeens lager zijn geworden. Ik zou daar wel benchmarks willen zien die op exact dezelfde wijze zijn afgenomen.
Je kunt IOPs (net als 'ms' of 'MB/s') niet vergelijken als je niet exact afspreekt wat voor een I/O's er worden uitgevoerd. Het is gewoon een eenheid voor doorvoersnelheid. Bij servergebruik hoort men graag IOps omdat je dat met een beetje fanasie kunt relateren aan het aantal transacties dat de server kan afhandelen. Op een desktop is men gewend om in MB/s te denken.
In het bovenstaande voorbeeld haalt de harde schijf een responstijd van 17ms, een doorvoersnelheid van 29,4MB/s en een I/O rate van 59 IOps. De
ssd haalt een responstijd van 5,1ms, een doorvoersnelheid van 98MB/s en een I/O rate van 196 IOps.