wolkje schreef op maandag 19 mei 2008 @ 20:29:
Even naast de prima uitleg (!) van RayNbow:
[…]
Dan zou ik even contact opnemen met de Van Dale, want:
Voor de gewone burger (een leek) is de oplossing tot dit probleem, tegenstrijdig aan wat men zou verwachten. Een schijnbare tegenspraak dus.
Ook de Nederlandse Wikipedia (ja dat is niet heilig, maar aangezien jij compleet geen bronnen aandient, wél interessant) geeft "schijnbare tegenspraak" als
betekenis van paradox. Daarnaast staat bij de voorbeelden van paradoxen, onder het kopje
Statistische paradoxen, keurig het
driedeurenprobleem vermeldt.
Dus sorry, maar nee ik kan mij niet vinden in jouw m.i. afwijkende betekenis van het woord paradox.
Maar goed, dit alles gaat redelijk offtopic 
Het onderwerp paradox is hier wel degelijk on topic.
Inderdaad, op Wikipedia komen er allerlei zaken aan de orde die later door anderen weer ontkracht worden. Van Dale is ook geen heilige bron: er zijn genoeg deskundigen die Van Dale aanvechten maar het is wel een "veilige"optie om Van Dale aan te houden. . dan heb je een excuus

. Het gaat hier echter om zaken die in de volksmond vaak ten onrechte een naam krijgen omdat een of meer ondeskundigen in het verleden het aanvankelijk zo genoemd hebben (zoiets is te verdedigen met spreuken waarvan de bron aan de meeste mensen voorbij gaat).
Als 80% van de bevolking een fout in Van Dale na-aapt kunnen ze dat als een excuus opvoeren . . .men weet niet beter. . .maar het maakt een fout niet goed. Wat twee mensen fout doen wordt het daardoor niet correct, ook niet als het door bepaalde bronnen onderschreven wordt. Neem het woord
pannekoek dat door bepaalde experts
pannenkoek moet zijn. De foute veronderstelling dat het iets met een
pan te maken heeft maakt het nog idioter om er dan meervoud
pannen van te maken. Ook op dit punt zijn er ook allerlei deskundigen die elkaar tegenspreken maar dat maakt er geen paradox van. Als ik aanvoer dat de bron van het woord pannekoek
panne is met als bron het Franse/Belgische/Italiaansw woord voor brood----> broodkoek op zijn Nederlands, is het ontstaan van het woord
pannekoek volstrekt logisch en het doet er dan ook niet toe of deze
koek in een pan gemaakt is of op een hete steen. Als je uitgaat van het woord
pannen is er geen logische verklaring voor te vinden hoe je er
pannen van maakt. . .je maakt een pannekoek in slechts 1 pan of op 1 hete steen.
Apart van het feit dat je op dit punt tegengestelde logische verklaring kan vinden die schijnbaar correct zijn is het volstrekt geen paradox maar slechts een verschil van mening en is een foute redenering de bron van het geschil.
Ten aanzien van het Monty Hall Spel op zich is er geen sprake van een "schijnbare tegenspraak". Het is eenvoudigweg een spel waarin iemand een keuze krijgt om iets te kiezen. Er is geen sprake van een argument dat de oplossing een 50/50 kansverdeling is. Het "drie deuren" probleem is een afgeleide er van en is een eigen leven gaan leiden en op dat vlak zou je het eventueel als voorbeeld een paradox kunnen noemen omdat 95% van een willekeurige groep mensen op straat een fout argument voor het antwoord er voor zonder meer zou
geloven dat de kansen 50/50 verdeeld zijn (schijnbare logica) en dan is de juiste oplossing van 2/3 na switchen een schijnbare tegenstrijdigheid terwijl het een keihard logisch gevolg is van de gegeven informatie.
Voor een paradox moet je een "onaantastbare" theorie opstellen waaruit een antwoord komt dat niet strookt met de bekende werkelijkheid.
Ik blijf er bij dat omdat iemand het Monty Hall Spel niet begrijpt en waar logica of wiskunde voor nodig is om het vraagstuk op te lossen het nog steeds geen paradox is.
Geen wonder dat mensen elkaar haast nooit begrijpen als fouten hardnekkig verdedigd worden.
Zeno’s Paradox is tegenwoordig ook geen paradox meer maar bestaat slechts als een naam voor wat in het verre verleden een paradox was omdat men destijds kennelijk niet wist de foute argumentatie van het voorbeeld te identificeren. Als men vandaag naar Zeno’s Paradox verwijst is dat een verwijzing naar de kennis van dat voorbijgegane tijdgewricht maar niet naar de wiskundige optelsom van een oneindig aantal getallen dat een limiet heeft. . .dergelijke optelsommen zoals o.a.
1/2+1/4+1/8 . . .1/2^n =1 met n=1,2,3, . . .---> ∞
zijn al eeuwen geen paradox meer, ondanks het feit dat een willekeurige persoon op straat het niet begrijpt dat de limiet 1 is en het een schijnbare tegenstrijdigheid is.