Je hebt volledig gelijk. We gaan een stapje terug. Het is moeilijk om een discussie als deze goed te voeren. Hij is op W&L al ontelbare malen gevoerd, steeds met andere deelnemers, maar elke keer raak je verstrikt in een semantisch web van verschillende betekenissen. Laten we daarom een stap terug doen en het betoog opnieuw opzetten. Dan is het hopelijk te volgen wat ik schrijf.
Laat ik voorop stellen dat ik niet kan of ga bewijzen dat God bestaat. Niet, althans, op een manier die voor jou volstaat. Je mening zal ik zonder twijfel ook niet veranderen. Mijn primaire doel is om een verdieping in deze discussie aan te brengen die rondjes draait om het idee dat er wel of geen bewijs is voor God. Dat ik gelovig ben staat daar in feite los van, want andere collega-posters van W&L die hier al sinds het begin rondlopen (atheist of niet) zullen mijn conclusie wellicht niet delen, maar het wel eens zijn met mijn nuanceringen.
Goed. Terug naar het begin.
Het betoog is hoofdzakelijk dat er geen bewijs is voor God. Op grond daarvan kun je stellen dat God dus niet bestaat en dat gelovigen op zijn minst kwestieuze beslissingen hebben genomen. In zekere zin kun je ze irrationeel noemen; ze geloven in dingen waar geen bewijs voor is. Ongeschijnlijk doen ze dat 'zomaar' en 'zonder er bij na te hebben gedacht'. Dawkins stelt dan ook dat weldenkende mensen (Brights) dan ook niet gelovig zullen zijn.
Op zich is hier weinig aan af te dingen, en dat zal ik ook niet doen. Ten eerste wil ik echter wel een nuancering aanbrengen met betrekking het idee dat gelovigen 'zomaar iets geloven', zonder dat er bewijs voor is. Gelovigen hebben namelijk wel degelijk bewijs voor het bestaan van God; ze ervaren zijn aanwezigheid elke dag en elke nacht. Dat is een brute waarheid die je met de beste wil van de wereld niet kunt ontkennen.
Het probleem is nu natuurlijk, en dat heeft een vorige poster ook opgemerkt, dat dit bewijs zogezegd 'subjectief' is. Met andere woorden; het voldoet niet aan het criterium van objectiviteit. Dit is een belangrijk kenmerk van wetenschap. Deze methode is gericht op het objectief aantonen van zaken in de natuur
buiten de mens. Er zijn nog andere criteria, zoals intersubjectiviteit en reproduceerbaarheid. Met deze criteria is niks mis. Sterker nog; ik ben zelf wetenschapper en hecht veel waarde aan deze criteria. De geloofservaring van een gelovige is niet objectief toetsbaar. Je kunt het gevoel niet isoleren, meetbaar en inzichtelijk maken voor buitenstaanders. Het is wel intersubjectief, want meerde mensen ervaren dit gevoel. In zekere zin is het gevoel ook enigszins te reproduceren, want er komen met regelmaat nieuwe gelovigen bij.
Enfin. Mijn geloofsovervaring is geen objectief feit. Daarom kan ik jou er nooit mee overtuigen, want jij eist dat ik bewijs lever dat objectief is. Op zich is dat een goede eis. Maar ik zou daar tegen in willen brengen dat de ervaring van God simpelweg niet objectiveerbaar
is. Dit geldt ook voor essentiele andere waarheden die jij ook klakkeloos aanneemt, zonder dat deze objectief zijn. Zo neem jij aan dat alle mensen om je heen bewust zijn, net als jij. Jij ervaart dit bewustzijn, maar van andere mensen kun je dit onmogelijk objectief verifieren. Dit heet (in het engels) 'The Problem of Other Minds'. Toch weet ik zeker dat je echt gelooft dat alle mensen om je heen - net als jij - bewust zijn. Dat is echter geen waarheid die wetenschappelijk te toetsen valt. Je eigen criteria hanteer je dus niet consequent.
Daar is niks mis mee, dat doet namelijk niemand.
De wetenschappelijke criteria zijn namelijk opgesteld voor het bestuderen van de 'natuur buiten de mens'. Het is bedoeld om de materiele wereld te beschrijven. De elementaire aanname die iemand doet die wetenschappelijke criteria toepast op
alle waarheden is dat er niets is buiten deze materiele wereld. Dit zijn daarom vaak materialisten. Op grond van deze aanname mag je inderdaad - zonder grote bezwaren - stellen dat alles wat immaterieel is ook niet bestaat. Aangezien gelovigen God als een immateriele entititeit zien, valt God dus buiten deze wereld. Veel materialisten zullen overigens ook beweren dat het eerder-genoemde bewustzijn in feite niet bestaat. Het is immaterieel, en bestaat dus ook niet. Dat is overigens een andere discussie

In filosofische termen; de wetenschappelijke methode is het enige doxastische systeem dat als basis zou mogen dienen voor 'ware kennis' (dit is een epistemologische uitspraak). Alle kennis die niet aan dit systeem voldoet, is onwaar.
Mijn ervaring van God is dus onwaar, want het is niet toetsbaar volgens de criteria.
Nu zijn hier een heleboel argumenten tegenin te brengen, en veel filosofen hebben dat dan ook terecht gedaan. Ten eerste zouden mensen die wetenschappelijke criteria als de enige toetsteen willen hanteren moeten bewijzen waarom deze methode beter is dan alle andere methoden. Dat is een probleem, want ze kunnen hun eigen methode niet bewijzen met hun eigen methode (dat zou een paradox zijn). Dit is echter wel vereist. Ze kunnen dit dus niet bewezen, maar ze mogen het wel a priori aannemen. Daar is niks mis mee. Een tweede bezwaar is dat het nogal een flinke claim is om te beweren dat alles in het universum strikt materieel is. Mensen die dit beweren doen dit vaak op grond van wetenschappelijke inzichten, maar deze methode richt zich per definitie op alleen het materiele. Het is dus schier onmogelijk om met deze methode op wat voor wijze dan ook het bestaan van een immateriele werkelijkheid te bewijzen. Dit is dus een cirkelredenering. Een derde bezwaar is dat er naast de wetenschap vele andere doxastische systemen zijn, zoals wiskunde, filosofie, kunst, emotie, logica, enzovoorts. Waarom neemt wetenschap hier zo'n bijzondere plaats in? Veel wetenschappelijke waarheden zijn tenslotte gebaseerd op wiskunde of filosofie, waar de criteria voor objectiviteit, reproduceerbaarheid en intersubjectiviteit helemaal niet opgaan. Binnen de wiskunde moet de vergelijking kloppen (dan is iets waar), en binnen de filosofie moet de logica van een argument consistent zijn. De eerdergenoemde criteria komen we daar helemaal niet tegen.
Om het niet veel moeilijker te maken dan het al is, wil ik het daar bij laten. Om terug te komen op de discussie die ik met jou aan het voeren ben; we verschillen van mening over wat verstaan moet worden onder 'bewijs'. Anders gezegd; we hanteren andere eisen. Ik ben het op zich met je eens dat wetenschap een mooie en praktische methode is, en dat je je daar zoveel mogelijk door moet laten leiden. Waar onze paden scheiden is dat ik niet aanneem dat alles over de wereld te beschrijven valt met wetenschap. God is hier slechts een voorbeeld van. Wanneer jij spreekt over 'er is geen bewijs voor God', dan ga ik er vanuit dat je bedoelt 'er is geen wetenschappelijk correct bewijs voor God'. Mijn reactie daarop is; 'ok, daar heb je gelijk in'. Toch geloof ik, want mijn Godservaring is voor mij bewijs dat wellicht van een andere orde is, maar daarom niet minder waar is.
Met die conclusie kun je het zonder problemen oneens zijn. Je moet echter wel duidelijk kunnen definieren wat je aannames en definities zijn, anders blijven we rondjes dansen. Wat ik geprobeerd heb is om inzichtelijk te maken (ook voor jouzelf) welke aannamen je doet over de wereld. Dat zal je niet overtuigen dat God wel bestaat, maar ik hoop wel dat het enige nuancering geeft in je denken over wat waar is en wat niet. Je kunt daarmee zonder problemen atheist of theist blijven, maar het maakt discussies inhoudelijk wel beter.