Ik neem even aan voor het gemak dat de voedingsspanning 12V is.
Als ik het over de condensator heb bedoel ik de 10nF condensator die tussen pen 6 en 2 van de 555 en 0V zit.
De spanning over de condensator varieert tussen 1/3 en 2/3 van de voedingsspanning van de
555, dus tussen 4V en 8V, dit is een vast gegeven.
Deze spanning is aangesloten op de inverterende ingang (-) van de comparator (een comparator is een spanningsvergelijker)
Op de niet-inverterende ingang (+) komt een stuurspanning.
regel:
De uitgang van de comparator is hoog als de spanning op de + ingang hoger is dan de spanning op de - ingang.
De uitgang van de comparator is laag als de spanning op de - ingang hoger is dan de spanning op de + ingang.
Bij stuurspanningen tot 4V is de uitgang van de comparator dus laag.
Tussen 4V en 8V hoog of laag. (afhankelijk van de varierende condensatorspanning)
Vanaf 8V hoog.
Omdat de spanning over de condensator varieert, het is een (bijna) driehoekvormige spanning, komt er op de uitgang een blokvormige spanning, de breedte van de blokken hangt af van de hoogte van de stuurspanning.
Dit wordt dus PWM (pulsbreedtemodulatie) genoemd.
Ik kan me voorstellen dat je er nog niks van snapt, zo'n simpel schakelingetje en dan zo'n
uitleg, misschien dat iemand anders het korter en duidelijker kan, maar het komt er dus op
neer dat je de pulsbreedte alleen kan regelen met een stuurspanning tussen 4V en 8V.
[
Voor 14% gewijzigd door
Verwijderd op 09-01-2005 12:37
]