RM-rf schreef op 26 mei 2003 @ 12:41:
onjuist de dubbelle ontkenningsvorm is juist een grammaticale rijkdom die het nederlands lijkt te missen (binnen enkele plaatselijke dialecten zijn er wel erkende vormen van dubbele ontkenning, eveneens kent het nederdiets hierin een grote rijkdom, enkel het saaie handelslieden-'Algemeen Nederlandsch' doet met die lol niet mee, stomme refo's):
het is kenmerkend voor een levende spreektaal, een taal van emoties, waarin nadruk gelegd kan worden op de gevoelsvorm van een zin;
de beta-houding van nederlanders tot hun taal stoort me eerder en is een autistisch aandoende ontkenning van het feit dat taal een sociaal gereedschap is dat zich aanpast aan de mens.
Taal is een middel om communicatie te faciliteren. Indien een taal dat doel naar enige mate van tevredenheid wil vervullen zal zij moeten voldoen aan twee vormen van integriteit: semantische en grammaticale.
De eerste behoeft weinig uitleg: als ik met het lemma stoel iets aan wens te duiden dat zich met een snelheid van een paar honderd kilometer per uur over een parallel paar rails voorbeweegt zal de taal zijn doel als communicatiemiddel waarschijnlijk missen.
Het is natuurlijk mogelijk dat ik in een vergelijking tussen de rust van het rurale leven en de jachtigheid van het moderne leven mijn toevlucht zoek tot beeldspraak, en wel degelijk het beeld op wil roepen van een voortjagende stoel in contrast met de schommelstoel op de veranda van weleer. Hiermee loop ik wel het levensgrote risico de monointerpretabiliteit op te offeren ten gunste van het gevoel dat ik wellicht over kan brengen bij de ontvanger. De breikte polyinterpretabiliteit is echter bij uitstek een eigenschap van poëzie; zonder de merites van deze kunstvorm te willen bagatelliseren kan mij dunkt gesteld worden dat eenduidigheid in communicatie in het dagelijks leven de voorkeur verdient.
De grammaticale integriteit is mogelijkerwijs nog dwingender. Een zin als "de kaars branden uren" doet de vraag rijzen wat een kaar dan wel wezen mag, en waarom het zo lang brandt. Het versterken van een ontkenning door een opeenstapeling van negatieve lemmata kan eenzelfde verwarring teweeg brengen. Als een kind opmerkt dat hij "nooit geen snoep krijgt" zullen slechts weinigen de conclusie trekken dat het hier een verwend kind betreft, dat altijd snoep krijgt.
Het veelvuldig gebruik van dergelijke polyinterpretabele zinnen leidt vaak tot de stellige, doch onjuiste, overtuiging dat zij monointerpretabel zijn. Het behoeft weinig illustratie dat zulks eenvoudig tot misverstanden leidt. Zijn de zinnen "ik mis nooit niets" en "ik raak nooit iets" elkaars equivalent of antithese?
Het argument betreffende het belemmeren van gevoelsuiting is een mes dat aan twee kanten snijdt: wanneer een dubbele ontkenning ondubbelzinnig als enkele ontkenning wordt opgevat belemmert dat de mogelijkheid op enigszins dichterlijke wijze een positieve stelling te benadrukken middels het ontkennen van de negatieve versie. "Met deze loterij win je nooit niets" zal onterecht niet worden geïnterpreteerd als "met deze loterij win je altijd wel iets". Voorgaande zin wordt overigens met het accepteren van een dubbele ontkenning als enkelvoudige negatie volledig ambigue.
In die zin is ook de ergernis aan de 'logische' correctheid een sociale zwakte, immers je raakt veels te makkelijk afgeleid van de bedoeling van de spreker en analyseert zijn woorden waar je eerder zijn bedoeling zou moeten intepreteren.
Gesteld voor de keuze om te concentreren op logische, of liever gezegd, inherente, correctheid van de gebruikte taal, danwel op de afwezigheid daarvan, zou ik zeker de laatste optie prefereren. Niet alleen is een semantische of grammaticale inconsequentie meer in het oog springend, waardoor minder energie benodigd is om deze te bemerken, ook is zowel semantische als grammaticale integriteit de facto de norm in elke taal welke als per se als communicatiemiddel gebruikt wordt. Bij het lezen van poëzie is de keus uiteraard afhankelijk van zowel schrijver als lezer.
* RM-rf gebruikt zeer graag incorrecte en verbasterde zegswijzes; Hoe de waard is, zet hij zijn kippen op laag water.
Van hoge bomen vallen appels verder.