Op zaterdag 23 februari 2002 13:41 schreef Absolyte het volgende:
[MIster X: En idd werd Jeruzalem in 70 met de grond gelijk gemaakt, precies zoals Jezus had voorzegd. En dat binnen het geslacht van de joden die Jezus ter dood brachten.]
Dat 'precies' moet je is toelichten, want zelf kan ik er dat niet zo duidelijk in zien.
Profetie: Luk. 19:41-44; 21:20, 21: Jezus Christus "liet... zijn blik over de [Jeruzalem] gaan en weende over haar, terwijl hij zei: '... Er zullen dagen over u komen waarin uw vijanden een versterking rondom u zullen bouwen met puntige palen en u zullen omsingelen en u van alle kanten zullen benauwen, en zij zullen u en uw kinderen in u tegen de grond verpletteren, en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd waarin gij werdt geïnspecteerd, niet hebt onderscheiden.'" Twee dagen later gaf hij zijn discipelen de raad: "Wanneer gij voorts Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, weet dan dat zijn verwoesting nabijgekomen is. Laten dan zij die in Judéa zijn, naar de bergen vluchten, en laten zij die in het midden van Jeruzalem zijn, eruit trekken." (Door Jezus Christus in 33 uitgesproken profetie.)
Vervulling: Jeruzalem kwam tegen Rome in opstand en in 66 viel het Romeinse leger onder Cestius Gallus de stad aan. Maar zoals de joodse geschiedschrijver Josephus bericht, "riep Cestius plotseling de soldaten terug, en verliet tegen aller verwachting de stad, zonder dat eenige tegenspoed zijn wanhoop aan den goeden uitslag rechtvaardigde" (
De joodse oorlog). Hierdoor kregen de christenen de gelegenheid uit de stad weg te vluchten, hetgeen zij deden, en zij gingen in Pella wonen, aan de overkant van de Jordaan, aldus de
Kerkgeschiedenis van Eusebius Pamphyli. Toen sloeg generaal Titus omstreeks de paschatijd van het jaar 70 het beleg voor de stad; in slechts drie dagen tijd werd er een omheining met een lengte van 7,2 km rond de stad opgericht en na vijf maanden viel Jeruzalem. "Jeruzalem zelf werd systematisch verwoest en de Tempel werd tot een puinhoop gemaakt. Archeologische opgravingen tonen ons thans hoe effectief de verwoesting van joodse gebouwen in het hele land geweest is." (
The Bible and Archaeology).
Maar goed, wat denk van het feit dat Jesus -de zoon van God- ,wel duidelijk, onjuiste voorspellingen doet?
Ik ken geen onjuiste voorspellingen van Jezus... Wel zijn er profetieen die nog in vervulling moeten gaan.
Op zaterdag 23 februari 2002 13:42 schreven mietje en Absolyte gelijke gedachten m.b.t. "haastelijk komen"
*** Zucht ***

Tja, ik moet toegeven het iig niet zo snel is gekomen als iedereen altijd hoopte. Laat ik proberen een verklaring te geven...
Wat in Gods ogen 'haastelijk' of 'vlug' is, is in onze ogen niet altijd 'vlug'. Tegen de profeet Habakuk werd gezegd: "Het visioen is nog voor de bestemde tijd, en het blijft voorthijgen naar het einde, en het zal geen leugen vertellen. Zelfs al zou het op zich laten wachten, blijf er vol verwachting naar uitzien; want het zal zonder mankeren uitkomen. Het zal niet te laat komen." (Habakuk 2:3) Blijkbaar zou het dus vanuit menselijke standpunt 'op zich laten wachten'.
Interessant is dat het boek
The Parousia in the New Testament opmerkt: "De hoop op de Parousia oefent weinig positieve invloed uit op het leven, de gedachtegang en het werk van de kerk... De intense dringendheid waarmee de kerk haar werkzaamheden op het gebied van berouw en van de missionaire evangelieprediking dient uit te oefenen, is verzwakt, zo niet geheel verloren gegaan." Kortom, de intense dringendheid waarop in verschillende bijbelboeken wordt aangedrongen, is momenteel moeilijk terug te vinden.
Toepasselijk is hier overigens Petrus' opmerking: "Want dit weet GIJ in de eerste plaats, dat er in de laatste dagen spotters zullen komen met hun spotternij, die overeenkomstig hun eigen begeerten te werk gaan en zeggen: 'Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem? Ach wat, van de dag af dat onze voorvaders zijn ontslapen, blijven alle dingen precies zo als sedert het begin der schepping.'" (2 Petrus 3:3,4) Dat dit is uitgekomen, valt moeilijk te ontkennen.

Zeer duidelijk (heb ik boven al eerder gepost, maar het schijnt niet helemaal door te dringen lijkt het wel) zijn de volgende woorden van Jezus:
Mattheus 16:28
Verily I say unto you, There be some standing here, which shall not taste of death, till they see the Son of man coming in his kingdom.
"Voorwaar, ik zeg U dat sommigen van hen die hier staan, geenszins de dood zullen smaken voordat zij eerst de Zoon des mensen in zijn koninkrijk zien komen." (Mattheüs 16:28; Lukas 9:27)
Interessant is echter ook hoe Markus deze woorden
en de vervulling ervan weergeeft:
"Ook zei hij verder tot hen: "Voorwaar, ik zeg U: Onder hen die hier staan, zijn er sommigen die geenszins de dood zullen smaken voordat zij eerst het reeds in kracht gekomen koninkrijk Gods zien." Bijgevolg nam Jezus zes dagen later Petrus en Jakobus en Johannes mee en bracht hen een hoge berg op, waar zij geheel alleen waren. En hij onderging voor hun ogen een transfiguratie, en zijn bovenklederen werden blinkend, veel witter dan enige kledingreiniger op aarde ze wit zou kunnen maken. Ook verscheen hun Elia samen met Mozes, en zij waren in gesprek met Jezus. En Petrus nam het woord en zei tot Jezus: "Rabbi, het is heel goed dat wij hier zijn, laten wij daarom drie tenten opslaan, één voor u en één voor Mozes en één voor Elia." Hij wist in feite niet wat hij antwoorden moest, want zij werden zeer bevreesd. En er vormde zich een wolk, die hen overschaduwde, en er kwam een stem uit de wolk: "Dit is mijn Zoon, de geliefde; luistert naar hem." Plotseling echter keken zij rond en zagen niemand anders meer bij zich dan alleen Jezus." (Markus 9:1-8)
De transfiguratie was
een visioen van Jezus in Koninkrijksmacht en hemelse heerlijkheid, zoals Petrus later bevestigde. Toen Petrus naar de transfiguratie verwees, legde hij uit dat zij aldus "ooggetuigen van zijn luister" waren geworden. Hij voegde hieraan toe dat Jezus in de transfiguratie "van God, de Vader, eer en heerlijkheid" had ontvangen. Toen Jezus zei dat sommigen van de apostelen hem vóór hun dood in zijn koninkrijk zouden zien, verwees hij dus klaarblijkelijk naar het transfiguratietafereel waarvan sommigen van hen kort daarna getuige waren. Door de snelle vervulling van Jezus' woorden, verklaarde Petrus: "Dientengevolge is het profetische woord voor ons des te vaster gemaakt." (2 Petrus 1:16-19)
### zucht ###