Lanfear89 schreef op donderdag 11 november 2021 @ 21:21:
Oeh, interessant topic. Ik zit er een beetje mee dat mensen de kuur van Molnupiravir mogelijk niet af maken, net als ze vaak met antibiotica doen.
Natuurlijke evolutie en varianten ontstaan doordat er fouten worden gemaakt bij het kopieren van het DNA/RNA. Molnupiravir veroorzaakt die, alleen dan op zo'n extreme schaal dat er niks bruikbaars meer overblijft. Neem je dan te weinig van zo'n kuur dan heb je de kans dat er te weinig fouten worden geintroduceerd om het virus een halt toe te roepen, in de plaats daarvan ben je dan lekker veel nieuwe stammen en varianten aan het kweken.
Als ik het goed begrijp, dan is de actieve vorm van molnupiravir (genaamd NHC) een analoog voor de nucleotiden C en U (cytosine en uracil). Tijdens de replicatie van het virale RNA (zoals aangegeven op het plaatje dat @
user109731 postte) door reverse transcriptase (RdRp), gaat het middel competitief binding aan met de overige baseparen (A en G). Door de aanwezigheid van NHC krijg je dus bij het dubbelstrengse virale RNA een rits aan A-NHC en G-NHC baseparen, in plaats van de gangbare A-U en G-C.
Dus een normale RNA-streng zou kunnen zijn:
A-U
G-C
U-A
C-G
Dat wordt dan:
A-NHC
G-NHC
NHC-A
NHC-G
Dit is slechts een voorbeeld, want NHC is niet 100% effectief in het "verdrijven" van U en C. In tegendeel, meestal winnen U en C het van NHC (maar dus niet vaak genoeg)
Het mooie is dat de gevormde RNA-strengen met daarin NHC ingebouwd weer verder gekopieerd kunnen worden door RdRp. Dus, de foute kopiëen kunnen dienen als templates om verdere foute kopieën van te maken omdat tegen een bestaande NHC-base een A of een G kan worden geplaatst. Zo krijg je dus in twee stappen effectieve mutagenese van het virale RNA: De streng met NHC leidt niet tot de aanmaak van een aminozuur, en omdat een G of een A tegenover NHC gezet kan worden, krijg je functionele mutaties van je codons voor het aanmaken van je aminozuren.
Omdat het RdRp dus weinig uit lijkt te maken of het nou A-U / G-C of A-NHC / G-NHC maakt, en de RNA-synthese gewoon doorgaat, is molnupiravir zo effectief. Remdesivir, dat een vergelijkbare werking heeft, breekt juist de RNA-synthese af nadat er nog 3 baseparen zijn ingebouwd. Daarna houdt de kopieermachine op met bewegen. Het vervelende en hardnekkige van SARS-CoV-2 is namelijk dat het een proofreading-mechanisme heeft: als het een foutje detecteert, wordt dit doorgaans gecorrigeerd voor het kopiëren verder gaat. (dit doen we in het menselijk lichaam overigens ook, zonder proofreading zouden we absoluut niet effectief DNA-kopieën kunnen maken in onze cellen - teveel fouten).
Een plaatje legt het wellicht wat simpeler uit:
Bron:
https://www.nature.com/articles/s41594-021-00651-0
Wat gebeurt er nou als je te weinig molnupiravir hebt? In dat geval heb je dus niet genoeg NHC in je cellen om competitie aan te gaan met je U en C, en krijg je teveel functionele RNA-strengs waar weer virale eiwitten van gebouwd kunnen worden. Oftewel, de infectie blijft bestaan. Het is echter niet zo als bij een bacteriële infectie, waarbij je door incomplete behandeling een aantal kolonies in leven laat die resistentie kunnen vormen tegen je antibioticum.
Dat het inbouwen van foutjes bij SARS-CoV-2 leidt tot gevaarlijke mutanten is zeer onwaarschijnlijk. De auteurs van het hierboven genoemde artikel stellen dat dit komt doordat virussen "op de rand van error catastrophe" opereren, zie:
Wikipedia: Error catastrophe In het kort, virussen opereren al op het randje van biologisch gezien stabiel is door de hoge mutatie-snelheid. Dat maakt virussen inherent onstabieler. Voeg daar een mutagene factor aan toe, en het kaartenhuis stort in. Daarbij komt dat RNA-strengen met NHC erin uberhaubt geen functionele codons voor productie van aminozuren opleveren, en random/regelmatig introduceren van allerlei A/G-mutaties sowieso al desastreus is, zelfs als je geen virus bent.
Het zou natuurlijk wel kunnen dat er een virus ontstaat dat resistent is tegen de werking van molnupiravir, maar het is aannemelijker dat dat door macro-evolutionaire mechanismes (op populatieniveau) gebeurt, en dus niet op micro-evolutionair niveau (in het lichaam van een individuele patiënt). Overigens ben ik ook niet zo bezorgd over de macro-evolutionaire schaal, want het werkingsmechanisme van molnupiravir is goed geconserveerd en werkt bij een groot aantal RNA-virussen die RNA-dependent reverse transcriptase gebruiken.
Kortom, niets om je zorgen over te maken.
[
Voor 9% gewijzigd door
RoD op 11-11-2021 22:14
]