Puur vanuit partijgedrag ligt er bij de PVV een enorme kloof tussen politieke marketing en politiek handelen.
Het is een geschapen hefboom, waar - simplistisch gesteld - links in hapt terwijl rechts toekijkt want het netto effect van de PVV stem is een VVD stem.
Anders gezegd, de PVV is gereedschap. Maar niet van of voor de kiezer die er op stemt - door de bank genomen is de bindingskracht van PVV een relatie met de marketing, niet het partijgedrag.
Een FvD is net zo’n kunstmatige hefboom. Echter niet vanuit het politieke landschap, maar vanuit een hybride overlap van anti-democratisch gedachtegoed en economische belangenconcentratie.
Dat is pur sang wel iets om bij stil te staan, dat laatste alleen al. Nederland is een land waar netwerkcorruptie als politiek-cultureel fenomeen behoorlijk genormaliseerd is (het Bloemendaal syndroom, ook wel eens als term gehanteerd). De kiezer merkt op dat voor heel veel punten van aandacht dat een rol speelt. En dan gaan er dus kiezers die daar last van hebt, ongeacht in perceptie of reëel, voor een “partij” die geschapen is pur sang vanuit dat syndroom - waar een privaat clubje het politieke systeem zo wil laten verschuiven dat men het naar eigen belang kan herinrichten.
Tja.
Hoe zoiets afloopt, nu ja, in recente tijden hebben we daar voorbeelden te over van kunnen zien. Van wat verder weg de VS, tot dichter bij het VK, maar net zo in andere varianten als in Hongarije en Polen.
Tja.
Zelfs al was het gedachtegoed er niet bij een FvD, zelfs al was er het anti-democratische fundament niet, zelfs al was er de bewuste rauwe discrepantie tussen marketing en handeling niet, dan lag er nog steeds een stem voor een fenomeen wat in behoorlijk wat landen inmiddels - op historisch volledig consistente wijze - voor een afbraak gezorgd heeft waar de lasten juist voor die eigen kiezers zijn.
Tja.
Enfin, in algemene zin is het voor de burger niet van nut om te bankieren op politieke marketing en presentatie. Bij dit soort “partijen” schiet het voor effect en baat gruwelijk door van struikelen naar afbraak.
Dat is al snel verwarrend. De lijnen lopen al scheef, zo zegt men. Klopt. Geen Onderzoeksinstelling die dat niet doet bevestigen. Echter waar we met de conforme, gebrekkige maar democratische partijen ruimte hebben voor correctie, is dat bij hefbomen niet het geval - die bestaan immers voor gericht gebruik van de stem ten gunste van misbruik van degene die de macht van die stem uit handen geeft.
Het is een beetje zoals het probleem van het niet, blanco, of tegen stemmen. Stuk voor stuk begrijpelijk, maar het effect is niet zoals beoogd. Eerder zijn de effecten juist versterkend voor wat in het stoeltje zit. Met de introductie van hefboom “partijen” is dat doorgeschoten. De tegenstem is in geen enkel scenario meer ten gunste van de kiezer.
Wat in onderzoeksprojecten het meest naar voren komt hierbij is het verschuiven naar een consolidatie van de tegenstem als reflex, een variant op het concept bindingskracht. Men hoeft de kiezer die zich reeds verbonden heeft in emotie /identiteit niet langer te werven, die kiezer herbevestigt keuze vanuit compensatie voor en vanuit bias. Anders gezegd, men weet het ook niet meer maar wil niet X of Y en dus schiet men uit zichzelf door in verbinding.
Dat kan flink escaleren in groepsdynamica, dus boven het niveau van het individu. Gedragslijnen waar men een scheiding schept t.a.v. participatie opties, men glijdt steeds meer door naar een gedragskader van stemmen voor in een schoppen tegen. Plat gezegd, als ik machteloos ben en ik ben voorbij het punt waar ik nog luister naar wat ik wil horen - dan is er een punt waarop het niet erg meer is als ik schade loop, zolang de ander maar schade loopt. De enige transactionele vereiste is dan nog de perceptie van bescherming van vermeende status / zelfbeeld.
Et voila, het hele fundament van het cancel culture narratief. Maar dat terzijde.
Al met al, links- of rechtsom, die Tolerantie Paradox. Als we zoiets niet buiten paden naar macht en invloed houden, gaat het mis.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.