dakka schreef op vrijdag 21 mei 2021 @ 21:31:
[...]
Bij sommige groepen is voorkomen gewoon de enige manier, het type dat gewoon echt moeite heeft met dingen zoals het grote plaatje/context/nuance/buiten de kaders denken/etc..
Er moet een manier zijn om die onderwerpen zo hapklaar en begrijpelijk mogelijk te krijgen om te concureren met complottheorieën die vaak gewoon voor hun rust geven om dat ze het begrijpen
Twee invalshoeken, beetje een longread.
Als eerste, voor het geheel van samenleving is het de facto een zaak van "voorkomen is het enige genezen", voornaamste reden zit hem in menselijke sociale psychologie en groepsdynamica: de meta niveau groepsdynamiek (het amalgaam van samengestelde groep) is extreem kwetsbaar voor wat we disproportioneel signaal noemen.
Denk hierbij aan het Overton Venster, maar ook aan verhouding signaal / ruis in relatie tot consumptief gedrag én - dit ligt gevoelig - het bepalen van individuele perceptie als afgeleide van collectieve signaalverwerking (anders gezegd: onze individuele perceptie is een constructie die voor slechts zeer beperkt aandeel door onszelf als individu geschapen wordt - en zelfs dat is voor minder dan 2% een cognitief bewust proces).
Lang verhaal kort: collectief gedrag volgt op collectieve perceptie, net als bij het individu. Maar, wanneer een verstoring enkel krachtig genoeg is, of voldoende herhaald wordt, zal ongeacht waarheid of feitelijkheid óf negatief effect dat signaal a) genormaliseerd worden om vervolgens b) geïnternaliseerd te worden.
Het mag duidelijk zijn hoe gevaarlijk dit is. Ik kan het niet genoeg benadrukken, dit is een strijdveld. Een ongelijk strijdveld.
Als tweede, vaak wordt gedacht dat er sprake is van sommige groepen met hogere kwetsbaarheid waarna een connotatie optreedt van specifieke kenmerken. Anders gezegd, de reflex is dat lager opgeleiden meer kwetsbaar zijn. Het tegendeel is echter de realiteit.
Zeker, verdeeld over segmenten van vorming zijn er verschillen, veel daarvan vallen echter niet onder noemers als verstoring of besmetting, we hebben het daar over vroegtijdige en/of onbewuste cultuur-maatschappelijke respons op condities binnen samenleving (dan wel ontwikkeling daarvan). Dit heeft maar al te vaak veel meer overlap met sectoren van arbeid dan met niveau van opleiding trouwens. Goed voorbeeld is de correlaties bij aanwezige trends van gentrificatie / woningmarkt, segmenten van sociale geografie die in een zone werken echter daar niet nabij kunnen (blijven) wonen krijgen te maken met patronen van onzekerheid, onrust, angst. Dit zie je op allerlei terreinen, en dat is waarom bijvoorbeeld een SCP en WRR al zo'n zes jaar aan verschillende alarmbellen hangen. Op groepsniveau treden verschuivingen in gedragslijnen op, waaronder omgang met informatiestromen, maar ook bepaling perspectief bij overheid, culturele concepten en zo meer.
In de kern zit hier echter een dieper en meer algemeen issue. Kijk, wat wij verstaan onder opbouw en ontwikkeling is een reflectie van de evolutie van onze fysiologische en psychologische kenmerken. Op een bedje van hardware. Onze hersenen bijvoorbeeld zijn geëvolueerd vanuit patroonherkenning.
Patroonherkenning is een ontzettend krachtig iets. Van overlevingsmechanisme tot expressie van creativiteit en scheppen van visie. Fantastisch toch?
Ja, maar ook nee. Het is immers iets wat niet aan of uit staat, het is een integraal proces. Hoe het werkt is afhankelijk van de kaders die we aangeleerd krijgen. Maar, niet enkel kaders, ook prikkels. Daar zitten sterktepunten bij, maar ook kwetsbaarheden. Die zaken zijn een onderwerp van het investeren als samenleving in het individu: opvoeding, vorming, omstandigheden, perspectief. Lang verhaal kort: een samenleving die van onderwijs een output financing mechanisme voor gespecialiseerde arbeid maakt vernietigt zich in de menselijke geschiedenis consistent zelf. Beetje een teken aan de wand voor het Nederlandse van de afgelopen veertig jaar. Er is immers brede vorming vereist. Denk aan blikveld, kennis van lessen uit het verleden, lering van gedrag, zelfkennis en realiteitsbesef t.a.v. verhoudingen collectief / individu.
Die patroonherkenning is immers iets wat geen knop is, maar een spectrum waarbinnen we ons bewegen. Dat wil (ietwat te) eenvoudig zeggen dat waar er positieve kanten zitten er dus ook negatieve zijn. Denk bijvoorbeeld aan het herkennen, substitueren of zelfs opleggen van een patroon wat er niet is - maar toch waargenomen wordt.
Dan komt iets wat misschien zuur is. Hoe hoger opgeleid iemand is, in de zin van meer kennis en ervaring bij toepassing van kennis, maar hoe minder sprake is van geïntegreerde algemene vorming, des te meer kwetsbaar is die persoon voor beïnvloeding in het algemeen, en disproportioneel signaal in het bijzonder. Dit is niet enkel een issue van complottheorie, het is ook een issue van ideologie. Hoe meer mensen polariseren vanuit opbouw en overtuiging des te meer men de eigen samenleving effectief ondermijnt. Zie bijvoorbeeld het historische probleem "van gentrificatie naar segregatie naar destabilisatie", maar denk ook aan stimuleren van innovatief potentieel van een samenleving wat een fikse correlatie heeft met diversiteit en interactie tussen alle segmenten en strata.
Misschien wat bot en absoluut ietwat te simplistisch, maar hoger opgeleiden zijn meer kwetsbaar. Juist de lichtingen die in afnemende mate brede opleiding genoten hebben. I know, het is absoluut hard om dit zo op tafel te leggen. Het loont zich echter om er eens goed bij na te denken. Steeds minder mensen krijgen bij hogere opleiding bijvoorbeeld dezelfde brede curricula als hun voorgaande lichtingen, tekstboeken van economie van nu zijn radicaal kleiner dan die van veertig jaar geleden (en ondertussen is heel wat gemasseerd en geherdefinieerd), meer kritiek nog: basale kennis van hoe om te gaan met statistiek of toetsingsmechanismen ontbreekt. Tegenwoordig kan een hoofdeconoom massa's mensen misleiden door creatief te zijn met statistiek. Het duurde een kleine week voordat er correcties kwamen, en toen was het kwaad al geschied. Twintig jaar geleden probeerde een voorganger het ook, binnen het dagdeel ging het de prullenbak in - vanuit maatschappelijke respons.
Al dit legt een flink probleem op tafel. Wanneer er een segment is waar een verstoring vanuit patroonherkenning genormaliseerd én geïnternaliseerd is treedt overdracht op binnen processen van de collectieve groepsdynamica. Volledig onbewust. Zo kan een samenleving zichzelf volledig ontwrichten. Een van de meer gekende (maar eigenlijk basale / niet echt complexe) ontwrichtingen is die van Nazi Duitsland tijdens het Interbellum vorige eeuw. Dat ging zover door dat het over de grenzen heen spoelde (Nederland heeft daar een flink post mortem bij, ter illustratie).
Er zijn meer van dit soort verstoringen binnen historisch perspectief, het is beter om te zeggen dat onze geschiedenis er een is van ontworstelen aan patroon van iteratieve verstoring. Na WOII werden we daar beter in, de afgelopen veertig jaar hebben we veel mechanismen afgebroken waardoor we er weer slechter in werden. De afgelopen tien à twintig jaar zijn we steeds meer geschapen toepassingen van en voor verstoring gaan zien. Waardoor het escaleert.
De crux om hierbij in het achterhoofd te houden is dat we het a) niet hebben over problematiek van dit of dat segment, maar algemene problematiek waar we de facto kwetsbaar voor zijn en b) de uitdaging hem veel minder in het hapklaar maken van informatie zit dan in de aanwezige lijnen van individualisme en consumptief gedrag.
Ik ga nu even hard zijn. We kunnen verdomd veel leren van het bij deze discussies kijken naar waar het reeds misgegaan is. Op niveau van groepsdynamica en ordening. Nederland volgt uniform Angelsaksische ontwikkelingslijnen, slechts met culturele variante en deviatie in timing en tempo. Dat wil dus zeggen dat als je wil weten wat wel of niet werkt, wat fout gaat en waarom, we in de luxe positie zitten van het kunnen observeren en doormeten van de VS en het VK.
Goed, beter zou natuurlijk een afscheid zijn van die lijnen, maar dat is een speelveld van ordeningsvraagstukken terwijl de samenleving in het algemeen niet eens kennis heeft van aanwezigheid van beleidsfundamenten en ontwikkelingslijnen. Mooie theorie, maar de praktijk is een heel ander beest.
Als we die landen bestuderen dan blijkt dat we ons hier eigenlijk op de verkeerde zaken richten. We hebben vergelijkbare blinde vlekken. Dat wil niet zeggen dat er niets is wat daar correctief werkt. Integendeel. Op kleine schaal zijn er bijvoorbeeld grassroots initiatieven waar preventief / proactief gecompenseerd wordt voor het breken van de zogeheten media functie als vierde macht. Er zijn ook initiatieven waar mensen, opnieuw in grassroots format, op lokale niveaus er zorg voor dragen dat informatiestromen minder makkelijk verstoord kunnen worden - dat is echter iets waar het Nederlandse minder opties bij heeft, er is nul culturele traditie van participatie in council of townhall sessies en dergelijke. Nul.
Het is absoluut mogelijk om op kleine schaal tegenwicht te scheppen. Het probleem is dat het niet langer mogelijk is om dit trendmatig te doen. Breekpunt daar is maatschappelijk gedrag, Nederlanders consumeren maar participeren niet. En het echt grote breekpunt is dat er geen overdrachtsfunctie meer is van maatschappelijke lokale dynamica naar collectieve. Media functioneren niet langer als klankbord van samenleving bij hun vierde macht functie.
De harde les bij dit soort studies is dat het voor het Nederlandse effectief te laat is om te genezen. Waarmee men dus in een triage scenario terecht komt. Detecteren, isoleren. Ondertussen repareren: al die beschadigde mechanismen zo snel en zo breed mogelijk herstellen zodat de volgende lichtingen niet langer dezelfde kwetsbaarheden hebben.
De complicatie hierbij is dat in het Nederlandse sprake is van een algemene incompatibiliteit tussen wat nodig is in processen van participatie en beleid versus wat op niveau van beleid en bestuur aanwezig is van perspectief. Dit is een lang en complex verhaal à la "hoe richten we onze democratie in". Zoals Wijffels en Willink hebben geprobeerd te verduidelijken de afgelopen weken ligt er een probleem tussen politieke ideologie die dominant is (command & control, laissez-faire) en de vereiste politieke realiteit van innovatie op mechanismen van beleid & bestuur (en bestuurscultuur) voor tegenwoordige en nieuwe omstandigheden.
Anders gezegd: we weten ergens best wel wat er gedaan moet worden, maar we willen niet. Niet echt. De toolbox die we gebruiken lijkt teveel op de toolboxen die opduiken bij verstoringen. Er is een groeiende match. Nu ja, kijk naar het VK en de VS voor hoe dat eindigt.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.