*bump*
Voorbije twee weken rondgereden in Noorwegen, met een grote focus op alles tussen Ryfylke (Preikestolen, ...) en Rondane.
De heenrit
Zaterdagmorgen rond een uur of negen vertrokken in Hasselt (

, om in één keer naar Aalborg te rijden. Onderweg de nodig files gehad (uiteraard in 't Ruhrgebied, bij Bremen en Hamburg). Verder verliep alles lekker vlot. Behalve dan, dat we net voorbij Bremen een SMS kregen van de ferrymaatschappij dat de overtocht (van zondag) van Hirtshals naar Kristiansand was afgeschaft wegens het slechte weer. Daar sta je dan, letterlijk want: file. Gelukkig onderweg nog via Color Line kunnen regelen om zondag met hen vanuit Hirtshals naar Kristiansand te varen. 's Avond rond negen uur zijn we alsnog in kunnen checken in het beboekte Scandic Hotel. Het kwam ook goed uit dat er een tankstation lag, want echt veel verder had ik niet kunnen rijden

De volgende ochtend, in de regen verder naar Hirsthals gereden, en zonder problemen de ferry op kunnen rijden. Dit was niet de eerste keer dat ik met een ferry mee ging, maar dit was toch wel een woelige overtocht. Uiteindelijk om half vier kunnen vertrekken om door te kunnen rijden naar het hutje dat we hadden besteld. Deze lag in een mooi dal en was goed uitgerust. Gelukkig, want ook dit was weer een lange dag geweest.
Onderweg in Noorwegen
Na een goede nachtrust vertrokken we rustig verder naar 't noorden, met als doel Jorpeland. Via de kuststreek reden we vlotjes richting Stavanger om dan net ervoor af te buigen naar 't binnenland. Helaas was ook deze dag heel regenachtig, dus weinig kans tot uitstappen en bezoekjes te plegen. Aangekomen in Jorpeland ingecheckt in het Verkshotellet, wat een mooi uitzicht had op de baai en het bijhorende fjdord. De reden dat we hier ook voor een hotel gekozen hadden we dat we de volgende dag namelijk de
Preikestolen zouden doen. Gezien m'n vriendin niet zo ervaren is in hikes te doen, verkozen we dus de luxe van een echt bed en een goede douche. Gelukkig maar, want de tocht zelf was voor 3/4e door de regen te doen. Het mooie uitzicht hadden we dus ook niet. Ondanks de regen was het alsnog heel druk, bij momenten was het een vorm van filelopen. Ook veel mensen die
totaal niet uitgerust waren voor zo een wandeling.
Na een alsnog verkwikkende nacht in het hotel, verder gereden naar Odda, door de regio Ryfylke. Dit was ook voor mij een onbekende regio, maar ik was echt onder de indruk. Uitgestrekte bergruggen, diepe dalen, veel bos en veel water. Vooral het laatste stuk over de oude bergweg (de 520) was indrukwekkend. Grappig detail: men was net op dat moment de asfaltlaag aan het vernieuwen, waardoor we anderhalf uur hebben mogen wachten. Het voordeel daarvan was dat we als eerste over de weg mochten doorrijden, en dus een vrij ongerept landschap voor ons zagen. Anderhalf uur later kwamen we aan in Odda, waar ik gelukkig de avond ervoor nog een hutje had geregeld op de camping. Gezien de dag toch redelijk regenachtig was geweest, kwam dit goed uit.
Vanuit Odda zijn we dan via Eidfjord over de Hardangervidda naar Geilo gereden. Wat blijft dat toch een indrukwekkende weg, vooral het stuk langs de Mabodalen, via die verschillende tunnels om dan boven uit te komen bij de Voringfossen. Daar uiteraard even uitgestapt om een kijkje te nemen. De rit over de hoogvlakte verliep voorspoedig, al was het niet voorspoedig genoeg voor sommige Noren. Vanuit Geilo via Hol weer naar het noorden afgedraaid om op die manier bij Aurland aan te komen. Het oorspronkelijke plan was om via de oude Aurlandsvegen te gaan, maar gezien 't toch al redelijk laat geworden was, toch maar besloten om via de Laerdalstunnelen te rijden. Die tunnel is verre van interessant, maar je bent een kwartier later toch aan de andere kant.
Laerdal en Odda
Laerdal was een oude bekende van me, vroeger - toen ik nog met m'n ouders en broer op vakantie ging - was dit een vaste stopplaats. Mede omwille van de goede ligging (vlak aan een van de uitlopers van het Sognefjord), maar ook een goed uitgeruste camping, met enkele winkels in de buurt. Die ligging is niet verandert, maar m'n beeld is toch lichtjes anders nu. 't Is vooral een kleine camping met vooral camperplaatsen, die in het weekend volstaan met Noren die een weekendje weg willen. Verder is er weinig te doen, en als 't regent en je tent is te klein ben je verplicht in de niet al te gezellige keuken te eten.
Gelukkig was de volgende dag wel stralend weer, en konden we ten volle genieten van de Aurlandsvegen, de rauwe Noorse natuur ten top: hier en daar een hutje, veel rotsen en hier en daar een kudde schapen. Schapen die zich overigens niets, maar dan ook niets aantrekken van het concept 'weg waar auto's over heen rijden': hoe veel keer ik al niet tussen die beesten heb moeten door slalommen. Vlak voor de afdaling naar Aurland begint, heb je nog Stegastein. Vroeger niets meer dan een kleine parkeerplaats met enorm uitzicht, tegenwoordig nog altijd een kleine (al is ie iets groter geworden) parkeerplaats, toiletgebouw, uitkijkplatform, ... en dus veel toeristen. En mensen die niet gewent zijn om in de bergen te rijden. Nu ben ik dat ook niet, maar ik begrijp het concept 'bergop rijdend verkeer heeft voorrang' maar al te goed. Hoe dan ook, na de afdaling via Flam naar Undredal gereden - waar eigenlijk niets te doen is - en weer terug. Het was inmiddels al later op de dag, dus de Aurlandsvegen was vlotter te doen dan op de heenweg. Helaas was de volgende dag weer een hele regenachtige dag, dus - na lang uitgeslapen te hebben - 's middags even richting Borgund gereden, en weer terug. 's Avonds klaarde het gelukkig op, met als gevolg dat we toch nog lekker buiten konden eten.
Na Laerdal stonden de Jotunheimen op het programma. Helaas geen wandeltocht deze keer, maar wel de route over de Sognefjellet. Het eerste anderhalf uur richting Gaupne reed redelijk vlot, maar was nogal saai (als in: meer van hetzelfde, nog steeds mooi Noorwegen), Na Fortun begon de dan echte klim naar de hoogte. De temperatuur daalde stevig, tot ongeveer 9 graden. Maar het uitzicht werd er des te beter op. Gelukkig was het weer nog redelijk goed, met als gevolg dat we toch nog hebben kunnen genieten van het uitzicht. Na de Sognefjellet was het min of meer in één ruk naar Otta. Daar hadden we namelijk nog een hotel geboekt in Mysuseter, vlak aan de toegang naar het Rondane nationaal park. Na de eerste nacht besloten we om met de fiets naar Rondvassbu te gaan, maar helaas was dit door slechte staat van de fietsen en het stevige hoogteprofiel niet gelukt. Halverwege besloten we om terug te keren naar 't hotel, waar we nog rustig op de kamer verbleven.
De terugkeer
De dag erop ging het richting Nesbyen, maar eerst nog via de Valdresflye, zeg maar de 'oostelijke flank van de Jotunheimen'. Onderweg stopten we nog even langs de Ridderspranget en namen we een kijkje aan Gjende. Gjende is een van de bekendste startpunten voor tochten door de Jotunheimen. Na daar even rondgekeken en enkele geocaches gelogt te hebben ging de reis verder. Via een kleine omweg over de Panoramaveien kwamen we een paar uur later aan op camping Liodden, net voorbij Nesbyen. Deze camping was redelijk basic, maar had ook z'n charmes. Ook hier stonden we twee dagen, waar we de tweede dag een beetje hebben rondgereden, hier en daar een geocache logden om uiteindelijk weer op de camping te eindigen.
De volgende ochtend was het snel inpakken om te zorgen dat de tent toch enigszins droog in de auto kon, om daarna door te reiden naar Bogstad Camping bij Oslo. Toen we daar aankwamen rond een uur of drie regende het nog steeds, met als gevolg dat we uiteindelijk besloten de tent toch maar op zetten. Tijdens een mindere bui stond de tent na een twintigtal minuutjes dan helemaal recht, met slaapzakken en luchtmatras en alles. Daarna trokken we nog richting Oslo, voor een lekkere pizza bij Peppe's Pizza en een droge wandeling door het centrum van Oslo heen. Op de camping was het inmiddels ook al droog, en na een paar uurtjes buiten zitten kropen we toch weer de tent in.
En dan is het vandaag. Het is nu een graadje of 21, hier en daar een wolkje, zuchtje wind. Dagje niksen op de camping, straks nog de winkel plunderen voor het thuisfront (geitost, glutenvrij voedsel, ...) en dan de laatste nacht. Morgenmiddag staat de ferry naar Kiel namelijk klaar, met een kajuit voor ons. 's Zondags is het dan op 't gemakje naar huis rijden.
Enkele bedenkingen:
- Er lag verdorie weinig sneeuw onderweg, zeker op de hoogvlaktes en de bergpassen waar je 5-10 jaar geleden nog hier en daar sneeuwplekken kon zien en bezoeken, was er nu bijna nergens iets
- Veel (huur)wagens zijn (hybrid) elektrisch, wat een beetje raar is als ze voor je aan de afdaling beginnen. Zij remmen namelijk gewoon 100% op de motor, en hebben er dus alle voordeel aan om niet te remmen in een afdaling. Als jij dan, met je dieselwagen focust op die remlichten, kan dat af en toe wel raar zijn
- Heel veel campers, weinig tenten
- Het blijft toch een verdorie mooi land, vooral Ryfylke is me enorm meegevallen. De andere streken kende ik al, maar blijven toch ook spectaculair. Elk op hun eigen manier.