Volgens mij is het allemaal nog niet zo klip en klaar. Vergelijk met het bekende kelderluik-arrest:
Sjouwerman, een medewerker van de Coca-Cola Corporation had in februari 1961 bij het afleveren van frisdrank aan café De Munt, Singel 522 in Amsterdam een kelderluik open laten staan. Mathieu Duchateau uit Maastricht, die het etablissement met zijn vrouw en een bevriende relatie bezocht, viel op weg naar het watercloset in het kelderluik en liep daarbij ernstige verwondingen op. De rechtbank oordeelde dat de schade in dit geval aan Duchateau zelf te wijten was. Hij had beter moeten opletten. Het hof en later ook de Hoge Raad legden de aansprakelijkheid echter bij Coca-Cola. Sjouwerman had onzorgvuldig gehandeld door het kelderluik open te laten, terwijl hij ook rekening had moeten houden met niet voldoende oplettende bezoekers. Hem werd daarom een onrechtmatige gedraging verweten. Duchateau moest echter 50% van de schade zelf dragen wegens eigen schuld.
In dat arrest heeft de Hoge Raad een aantal (kelderluik)criteria geformuleerd:
1) Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid worden geacht?
2) Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?
3) Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
4) Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?
In casu (heel kort door de bocht):
1) Groot, een automobilist hoeft niet uit te gaan van dergelijke obstakels op de weg.
2) Groot, het zal immers gaan om een ongeval met motorvoertuigen.
3) Ernstig.
4) Zeer gering. De luifel inklappen was voldoende geweest.
Dat zou zomaar een onrechtmatige daad van de eigenaar van de marktwagen kunnen opleveren en dus (gedeeltelijke) aansprakelijkheid voor de ontstane schade.
[
Voor 4% gewijzigd door
argro op 09-10-2013 16:14
]