Uit onderzoek van de Universiteit Leiden blijkt dat mensen de mate waarin ze gediscrimineerd worden eerder onder- dan overschatten. Dat komt doordat er meestal sprake is van verborgen discriminatie. Een werkgever die veel negatieve stereotype denkbeelden en vooroordelen heeft, heeft daardoor ook sterk negatieve associaties met allochtonen en dus zal de kans dat hij een allochtoon geschikt acht voor hetzelfde werk altijd kleiner zijn dan de kans dat hij een autochtoon geschikt acht. Hij zal dit echter nooit toegeven (naar anderen of naar zichzelf). De allochtoon krijgt te horen dat er een andere, betere, kandidaat is aangenomen, maar krijgt niet te horen dat hij is afgewezen om zijn huidskleur.
Een gevolg van verborgen discriminatie is dat de minderheidsgroep een gevoel van wantrouwen ontwikkelt tegen de meerderheidsgroep, maar niet precies weet waar dit wantrouwen vandaan komt.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat dit soort negatieve associaties bij het grootste deel van de autochtone bevolking aanwezig te zijn. Als je mensen de opdracht geeft om een willekeurig rijtje buitenlandse namen, Nederlandse namen, positieve woorden (+) en negatieve woorden (-) te ordenen, dan zijn ze veel sneller klaar als je NL met + en buitenl. met neg. moet koppelen, dan andersom.
Volgens mij ben ik geen uitzondering. Ik zou denk ik ook allochtonen sneller met negatieve dingen associeren, dan met positieve. Maar dat is ook niet verwonderlijk als je kijkt naar hoe vaak in de media de allochtonen met problemen worden geassocieerd. Al is het maar een praatprogramma dat beide kanten probeert te belichten, het feit dat allochtonen geassocieerd worden met het "probleem van de integratie" is de negatieve associatie al gelegd.
In de praktijk discrimineer ik dan ook regelmatig, hoewel ik me daar niet altijd van bewust ben. Ik ben leraar op een middelbare school en ik merkte dat negatief gedrag van allochtone leerlingen mij sneller opvalt dan negatief gedrag van autochtone leerlingen. Volgens mij geldt dit voor vrijwel alle Nederlandse leraren in meer of mindere mate, maar is vrijwel niemand zich daar van bewust. Allochtone leerlingen krijgen dus negatievere benaderingen van leraren en de gevolgen laten zich raden. Combineer dit met de taalproblemen die autochtone leerlingen ondervinden, doordat ze thuis minder aan Nederlandse taal bloot staan (op z'n minst krijgen ze van één van hun ouders minder moeilijke woorden te horen, omdat die niet in NL geboren is) en je begrijpt waarom allochtone kinderen het gemiddeld zo slecht doen op school.
Discrimineren we buitenlanders dan toch meer dan we denken?
Een gevolg van verborgen discriminatie is dat de minderheidsgroep een gevoel van wantrouwen ontwikkelt tegen de meerderheidsgroep, maar niet precies weet waar dit wantrouwen vandaan komt.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat dit soort negatieve associaties bij het grootste deel van de autochtone bevolking aanwezig te zijn. Als je mensen de opdracht geeft om een willekeurig rijtje buitenlandse namen, Nederlandse namen, positieve woorden (+) en negatieve woorden (-) te ordenen, dan zijn ze veel sneller klaar als je NL met + en buitenl. met neg. moet koppelen, dan andersom.
Volgens mij ben ik geen uitzondering. Ik zou denk ik ook allochtonen sneller met negatieve dingen associeren, dan met positieve. Maar dat is ook niet verwonderlijk als je kijkt naar hoe vaak in de media de allochtonen met problemen worden geassocieerd. Al is het maar een praatprogramma dat beide kanten probeert te belichten, het feit dat allochtonen geassocieerd worden met het "probleem van de integratie" is de negatieve associatie al gelegd.
In de praktijk discrimineer ik dan ook regelmatig, hoewel ik me daar niet altijd van bewust ben. Ik ben leraar op een middelbare school en ik merkte dat negatief gedrag van allochtone leerlingen mij sneller opvalt dan negatief gedrag van autochtone leerlingen. Volgens mij geldt dit voor vrijwel alle Nederlandse leraren in meer of mindere mate, maar is vrijwel niemand zich daar van bewust. Allochtone leerlingen krijgen dus negatievere benaderingen van leraren en de gevolgen laten zich raden. Combineer dit met de taalproblemen die autochtone leerlingen ondervinden, doordat ze thuis minder aan Nederlandse taal bloot staan (op z'n minst krijgen ze van één van hun ouders minder moeilijke woorden te horen, omdat die niet in NL geboren is) en je begrijpt waarom allochtone kinderen het gemiddeld zo slecht doen op school.
Discrimineren we buitenlanders dan toch meer dan we denken?