joepP schreef op 04 July 2003 @ 00:17:
Je onderschat mijn verstandelijke vermogens, ik snapte het na de eerste uitleg van je al perfect. En ik zag ook direct dat het geclaimde resultaat onmogelijk kan zijn. Maar ja, ik ben een beta, en dus wat analtischer aangelegd

Nou ja, het was niet zo bedoeld

Ik heb al zoveel mensen gezien die het niet snapten. Het is nu eenmaal niet erg gemakkelijk te begrijpen. En zoals we zo zijn geld het toch nog steeds.
Het spijt me Christiaan, maar dit gaat me veel te ver. Ik heb een veel betere verklaring, zie verderop
Ja, vervalsing. Wederom. Wat heb je toch met die wetenschappers joh? Ze zijn echt voor geen hout te vertrouwen of wel? Overigens is het experiment uiteraard vervalsbaar. Maar dat maakt nog niet dat het gebeurt is.
Het is wel degelijk te vervalsen. Sterker nog, het experiment is inherent waardeloos opgezet. Ik zal het uitleggen:
D = definitie, A = aanname, C = conclusie, O = observatie/redenering
D1: De proefpersoon is degene die moet beinvloeden
D2: De observator is degene die de High en Lows kiest
D3: De proefleider is degene die de lijst in de computer invoert en de deelnemer vertelt of hij Highs of Lows moet scoren
D4: De PRNG is de pseudo-random-number-generator
A1: De lijst met 20 seeds van 6 getallen is echt random.
Dat was geen aanname daar zij getest is in voorronden. Bovendien geen problematische aanname ook, zoals de paper zelf al zegt:
As a first step, the experimenter used a computer with an attached Geiger counter arrangement to generate and to print a supply of truly random 6-digit seed numbers sufficient for the whole experiment. Some previous randomness tests with this arrangement had indicated no deviations from randomness. But we need not go into this because the later nonparametric evaluation method makes no assumptions about the randomness of the seed numbers.
O1: Als de observator de PRNG heeft -voordat- hij de H's en L's mag kiezen is het experiment waardeloos, aangezien hij dan de H's en L's zo kan kiezen, dat de proefpersoon altijd faalt/scoort.
Ja, maar de observator krijgt de PRNGs toch niet? Hij krijgt de seeds, kijkt er enkel naar en merkt aan welke taak de proefpersoon overal moet vervullen. En wat heeft de observator, die zelf tenslotte wordt gepresenteerd als skepticus, er nou voor baat bij om mee te werken aan vervalsing? Iemand die skepticus is gaat zich niet lenen voor fraude. Dat zou hetzelfde zijn als dat ik jou vraag om mij te helpen een ESP-experiment te faken.
Bovendien was die opmerking dat de observator handmatig selecteert wat de taak per seed is fout. De paper zelf zegt:
Next, the second observer, who had at this stage no access to the seed numbers, used his own electronic random generator (with electronic noise as source of randomness) to generate and record a sequence of binary decisions to specify the target assignments. One decision (H or L) was recorded for each pair of subsequent seeds, specifying the target for the first seed, and the second seed in the pair got the opposite assignment.
C1: De observator krijgt de PRNG pas -na- het bepalen van zijn H's en L's (wegens O1).
Obvious.
O2: Na het invoeren van de lijst met seeds en hun doel door de proefleider kan de PRNG worden losgelaten op deze lijst. Dit kan eenvoudig 1000x gedaan worden, met steeds een andere waarde voor de instelparameter voor het PRNG. Hieruit kiezen we die instelling, die de proefpersoon het beste doet scoren. Omdat er slechts 20 H/L's zijn, vinden we eenvoudig een significant resultaat.
Huh? Als ik snap wat je bedoelt dan snap je niet wat de methode behelst

(echt, sorry, ik bedoel het niet kwaad). De PRNG is, op basis van Seed X, altijd hetzelfde (omdat men hetzelfde BASIC-tooltje gebruikt om een patroon te maken en later de score te berekenen). Deze observatie klopt niet met de opzet, namelijk dat er geen enkele informatie reist tussen proefleider en deelnemer NADAT de proefleider een copy van de seeds en de taak per seed heeft ontvangen van de observator behalve de melding 'we zijn klaar, bereken de scores maar'.
Jij gaat er zeker vanuit dat men de PRNGs zo afstelt dat de scores positief uitvalt voor de deelnemer, of niet? Dat kan helemaal niet. Die scores gaan namelijk hoe dan ook nooit terug naar de observator, dus daar heeft de proefleider helemaal niets aan.
O3: Als de PRNG van tevoren ter controle aan de observator wordt gegeven, is het experiment waardeloos wegens grote mogelijkheid tot fraude (C1). Als dit niet gebeurt is het experiment ook waardeloos wegens grote mogelijkheid tot fraude (C2).
De PRNG wordt niet gegeven aan de observator? Enkel de seed gaat naar de observator. Volgens mij, maar dat weet ik zo ff niet, heeft de observator enkel een tooltje om de score van 1-en van het PRNG-patroon van de seed te bepalen. Maar nogmaals. Waarom zou een skepticus uberhaupt willen frauderen?
Ik zie werkelijk niet in wat je hier tussen kan krijgen. Dit is gewoon een goocheltruc, niets meer en niets minder. Te triest voor woorden. Om aan dit soort inherent waardeloze experimenten conclusies te verbinden als zou de proefpersoon keuzes van een ander/computer in het verleden kunnen beinvloeden zijn nog erger.
Nou, nadat al je argumenten onderuit liggen op grond van het verkeerd interpreteren van de methode lijkt me dat er nog heel wat tussen te krijgen is

. Geloof me nou maar dat het niet zo makkelijk is en dat je de paper echt nog drie keer moet lezen voordat je het snapt (ik heb het wel 10 keer moeten lezen - overigens wel flinke tijd terug).
We beginnen met 20 seeds. Die zijn random, zoals getest, die moeten leiden tot pseudo-random bitpatronen van 100 bits. De proefleider ontvangt enkel een lijst met de seeds en per seed de opdracht (High of Low). Beide partijen hebben een BASIC-programmatje dat op basis van de seed een bitpatroon genereerd dat voor beide partijen hetzelfde is. De observator heeft het nodig om de score van het patroon te bepalen (het aantal 1-en in het patroon) en de proefleider om de computer de taak te laten presenteren aan de deelnemer (waarbij bit voor bit voorbij komt, zij het visueel, als geluid of wat dan ook).
Laten we het experiment zelf even weglaten. Als je op basis van de seeds en de bitpatronen die zij genereren in combinatie met het BASIC-tooltje de score berekent, dan mag je verwachten dat je voor alle seeds ongeveer dezelfde score krijgt (het is een random proces, normaal verdeeld enzo). Toch blijkt na 'manipulatie' door de deelnemer dat seeds waarbij de taak was om meer 1-en te krijgen in het bitpatroon dat zij genereren ook significant meer 1-en kennen dan patronen bij welke de taak andersom is.
Het fenomeen wordt het best verwoord op deze manier:
A complete stranger hands you a sealed envelope and asks you to choose an number between one and fifty. A bit puzzled, perhaps, you think for a moment and announce "twenty-eight". The stranger scribbles this in a notebook, tells you to open the envelope in two weeks, smiles, and disappears.
Two weeks later you open the envelope to find a piece of paper with "28" printed neatly in the centre. Your mind swims with possible explanations, including the possibility that it was merely a coincidence. But a few days later, the stranger reappears with another envelope, you choose another number, and the sequence of events repeats. How many times would this have to occur before you accepted that something VERY STRANGE INDEED was going on?
Misschien is de simpele vorm van PK eenvoudiger om mee te beginnen (want de studie die we nu bespreken is wat complexer om derde observatoren te betrekken, en dat werkt denk ik nu even verwarrend):
First, signals (1's and 0's) from a binary random generator are recorded simultaneously on two cassette tapes. Next, one of the identical tapes is given to an independent observer who, without looking at the recorded data, specifies the subject's PK aim, an excess of 1's or an excess of 0's. Finally, the sequence of 1's and 0's from the other tape is displayed to the PK subject, who is trying to mentally enforce the appearance of predominantly 1's or 0's, as specified by the independent observer.
In this example, the equivalence hypothesis suggests that the subject may still succeed in his PK effort, because PK should work equally well on all types of true random generators. The weak violation hypothesis, on the other hand, implies that the two tapes should still agree after the PK effort, because the identical recording of the two tapes was guaranteed by reliable recording equipment that leaves practically no room for chance (and with it PK effects) to enter.
Thus, the independent observer can, at the end, confirm the success of the PK effort firsthand, by playing his copy of the tape into a computer that counts the recorded 0's and 1's.
Previously reported experiments (Schmidt, 1976) (without independent observers) suggest that PK still operates under these conditions and that the two records still agree after the PK effort.
In an attempt to interpret these results (Schmidt, 1976, 1984), one might speculate that the PK mechanism is truly noncausal, that the subject's effort reached back to the time when the random events were generated (which would explain why the copies agree). As an alternative, one might try to avoid such noncausality by the argument that, perhaps, events are not physically real until there has been an observation. From this viewpoint, the PK effort would not have to reach into the past because nature had not yet decided on the outcome before the PK subject, the first observer, saw the result. Then, the PK effort should no longer succeed if we have some other observer look at the prerecorded data previous to the PK subject's attempt. The only experiment to study this situation so far has, indeed, reported a blocking of the PK effect by a previous observation (Schmidt, 1985).
PK-studies laten zien dat een nog-niet beschouwde tape na bewerking door een deelnemer meer 1-en bevat als de taak was meer 1-en op de tape te krijgen via mentale manipulatie dan als de taak was om meer 0-en op de tape te krijgen. De taak wordt echter door een onafhankelijk observeerder gegeven NADAT de tape gemaakt is. Desalniettemin verandert de tape wel, maar niet direct. De deelnemer beinvloedt een random proces uit het verleden, waardoor de tape verandert. De tape bestaat feitelijk niet totdat hij aanschouwt wordt door een mens. Waarom denk je dat de term 'Schrodinger's kat' al twee keer gevallen is in dit topic? Dit is quantummechanica op macro-niveau. Als je het principe nu begrijpt, weet je dat fraude niet mogelijk is op de manieren die jij beschreven hebt. Alleen als ze allemaal onder 1 hoedje spelen en het experiment nooit uitvoeren is fraude mogelijk. Maar die verklaring is niet te rijmen met de opzet van een studie om juist skeptische mensen te betrekken om juist dat argument te bestrijden. Weet jij een andere verklaring voor de effecten?
[
Voor 28% gewijzigd door
Christiaan op 04-07-2003 00:59
]