Op donderdag 20 december 2001 23:53 schreef caesartje het volgende:
Het vraagstuk luid:
"Mijn vriendin en ik komen op een feestje. Daar zijn 4 andere stellen. Iedereen geeft elkaar een hand of een zoen.
Ik vraag aan iedereen (inclusief mijn eigen vriendin) hoeveel handen hij/zij heeft geschud. Iedereen geeft een ander antwoord.
Hoeveel handen schudde mijn vriendin?"
Het antwoord van de leraar klopt dus NOOIT, want er staat echt (duidelijk):
Iedereen geeft elkaar een hand of een zoen.
Dus waarom zou je dan aannemen dat je elkaar géén hand of zoen geeft, het tegenovergestelde staat namelijk in de vraag...
Dat jij en je vriendin allebei hetzelfde antwoord moeten geven is (dan) ook onzin: elk ander (één persoon) kan hetzelfde antwoord geven als jij (zou hebben gegeven), terwijl iedereen nog steeds een ander antwoord geeft. Al zou het kunnen zijn dat het dus 'toevallig' zo uitkomt dat jij en je vriendin hetzelfde doen.
Volgens mij heeft de opgave geen oplossing, als je elkaar zoent een hand geeft.
Een voorbeeld van een oplossing: waarbij je dus wel jezelf kan aanwijzen (een van de 2 met 5 handen):

Dit geeft geen oplossing (voor je vriendin) omdat het zijn van een paar in dit geval niets(!) toevoegd.
Als je er dus wèl vanuit gaat dat paren elkaar ter plekke niet zoenen, dan is de oplossing ook niet zo moeilijk:
De leraar heeft dan wel gelijk namelijk. Het is dan dus 4, dat is het duidelijkst zoals Diadem het zegt (omdat iedereen wat anders zegt, heb jij dus 4):
Op vrijdag 04 januari 2002 14:27 schreef Diadem het volgende:
Iedereen geeft 8 mensen een hand of zoen. Dat zijn dus 40 handen of zoenen totaal. Iedereen aan wie je het vraagt (9 mensen) geeft een ander antwoord, dus 0 tot 8. De som van 0+1+2+...+7+8 = 36. Dus jijzelf hebt 4 handen geschud.
Dat jij en je vriendin altijd dezelfde zijn volgt uit het feit dat je elkaar geen hand of zoen geeft, gecombineerd met het feit dat jij evenveel handen als zoenen geeft (altijd, ook bij N paren). Wat enorm duidelijk volgt uit het schema van Proost
Op maandag 24 december 2001 15:55 schreef Proost het volgende:
Het handenschudschema
Eerst met 2 stellen
De stellen zijn A-B (dat ben je zelf met je vriendin.), en C-D.
C schudt geen handen en D schudt de handen van jou en je vriendin dus van A en B.
De stand is dan:
A-B 1-1 Dus A 1 en B 1
C-D 0-2 dus C 0 en D 2
Nu komt er een derde stel binnen E-F
E geeft niemand een hand en komt dus op 0 te staan. F geeft iedereen een hand en komt dus op 4. Voor alle reeds aanwezigen wordt het aantal met 1 verhoogd doordat ze de hand van F schudden. De stand is dan:
A-B 2-2
C-D 1-3
E-F 0-4
Vervolgens komt G-H binnen G schudt geen handen en H iedereen. Dat geeft:
A-B 3-3
C-D 2-4
E-F 1-5
G-H 0-6
Paar I-J komt binnen. I geen handen J alle handen.
A-B 4-4
C-D 3-5
E-F 2-6
G-H 1-7
I-J 0-8
Dit is de oplossing met in het totaal 5 paren. En zo kan je doorgaan. De volgorde waarin iedereen binnenkomt doet natuurlijk niet ter zake. Wat maakt dat je zelf tot paar AB behoort is het feit dat jij en je vriendin de enigen zijn die hetzelfde aantal handen mogen schudden. De anderen moeten immers allemaal een ander antwoord geven.
Die ook al zei dat het niet kon als je elkaar ook schudde of zoende.
Overigens is er geen oplossing mogelijk als je ervan uitgaat dat je ook met je vriendin handen schudt of kust.
Voor wie dit niet duidelijk vindt, nog ff in woorden niet dat dat echt duidelijker is

(N = het aantal paren op dit moment):
Dat elk erbij komend paar gesplits wordt in alleen schudden en zoenen is alleen (!) om aan de eis van verschillende antwoorden te kunnen voldoen. 2*N-2 handen (iedereen hand geven behalve jezelf en je vriendin) is namelijk elke keer niet aanwezig bij toevoeging van een paar, die waarde moeten DUS door dat extra paar worden vervuld. Daardoor vervalt 0 altijd, die wordt door andere helft van het paar vervuld.
Je zou 2*N-2 handen ook toe kunnen voegen (maakt overigens niet uit, is het zelfde als de paren op een andere volgorde zetten) door het extra paar allebei de persoon met 2*N-4 handen een hand te laten geven, maar om te voldoen aan het feit dat iedereen een ander aantal handen moet geven, mag je dan niet de persoon met 0 een hand geven (paar 2*N-2 en 0 blijft dus in takt) en moet je voor elke hand een zoen geven (wordt je zelf ook een paar dat samen 2*N-2 handen geeft). Doe je dat laatste niet, dan krijg je gegarandeerd dubbele antwoorden.
Om verschillende antwoorden te krijgen geef je namelijk zo 'hand-geven' dat je eigen plekje vrijkomt, geef je meer dan 2*N-2 handen met zijn 2-en dan zijn er te veel handen gegeven om nog mogelijk te maken dat iedereen een ander antwoord geeft (dat zijn namelijk altijd 2*N-2 + 2*N-3 + 2*N-4 + ... + 2 + 1 + 0 handen, wat dus altijd (2*N-2)*N is).
Voorbeeldje:
- N=4 geeft 24 gegeven handen (dubbele telling).
- N=5 geeft 40 gegeven handen (dubbele telling), waarvan er dus 2*(2*N-2) nieuw zijn, want er wordt dubbel geteld. Het extra paar moet dus die 2*N-2 handen geven.
Gevolg hieruit is dat jij altijd samen met je vriendin het zelfde aantal hebt, namelijk:
(2*N-2)/2.
Omdat als een ander paar dat zou hebben, er een dubbel antwoord zou zijn.
P.S.
- Redenaties als: ik geef me vriendin een zoen, en ik zoen geen mannen zijn irrelevant. (dit is een wiskunde opgave, geen biologie/sociologie). Het belangrijkste gegeven is: iedereen geeft een ander antwoord (dat IS nou eenmaal zo).
- Ik heb eigenlijk alleen herhaald wat er in dit topic staat, maar lezen is (vaak) een probleem op GoT.