*schop*
Het was niet Gods bedoeling dat dieren eeuwig zouden leven.
O ja? Waar staat dat?
Hun beperkte levensduur is niet het gevolg van de zonde van Adam en Eva en de daaruit voortvloeiende erfenis van zonde en dood, zoals dat bij mensen het geval is.
O. Waarvan is hun beperkte levensduur dan het gevolg? Omdat God dat zo gewild heeft? Wederom: bronvermelding.
Onder de dieren vond de dood kennelijk reeds als een natuurlijk proces plaats, aangezien ze volledig buiten beschouwing worden gelaten wanneer de bijbel verhaalt hoe de dood zijn intrede in de menselijke familie deed.
Kijk, en dan kom ik terug op wat ik al eerder opmerkte:
Opmerkelijk in dit verband, is dat al deze dieren het groene kruid tot spijze kregen (Gen. 1:30). Maar sinds de mens Gods gebod overtrad, hebben dieren dikwijls de neiging elkaar op te eten.
Opvallend is juist dat het in ieder geval
niet Gods bedoeling is geweest dat dieren elkaar door middel van roofgedrag om het leven zouden brengen. Een natuurlijke dood zou idd dan nog mogelijk kunnen zijn. Maar nu zou je je kunnen afvragen hoe 'natuurlijk' de dood als grens van een door God geschapen leven is. Wat is het nut ervan?
En de bijbel zegt over dieren dat ze "van nature geboren zijn om gevangen en vernietigd te worden".
"Van nature" doet in jouw stukje in eerste instantie vermoeden dat het gaat om een eigenschap van een leven zoals deze door God in het paradijs reeds geschapen is. De dood van dieren, als gevolg van gevangenschap en vernietiging door de mens, zou daar als vanzelf ook toe behoren. Ik betwist dat op diverse punten.
Ten eerste wordt in de Schrift wel vaker gesproken van levens die iets "van nature" hebben. Dikwijls zijn dit levens die in de manifestatie van het leven zelf een afwijking vertonen. Efeze 2 : 3 bijvoorbeeld, waarin Paulus spreekt:
...en wij waren van nature kinderen des toorns.... Van nature heeft heel duidelijk betrekking op de gevallen mens en niet op de van oorsprong in het paradijs geschapen mens.
Ten andere volgt uit beide scheppingsverslagen (Gen. 1 en 2) niet expliciet dat God de mens aanmoedigde om dierlijk vlees te eten. Echter wel "...zaadzaaiend kruid en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is..." (Gen. 1 : 29) en "...van alle boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten..." (Gen 2 : 16).
Ten derde wordt in de kanttekeningen van de Statenvertaling gezegd over 'voortgebracht zijn' (of: 'geboren zijn'):
...gelijk de onredelijke dieren anders niet hebben te verwachten dan van de mensen gevangen en gedood te worden.... Nergens wordt in de paradijselijke situatie aanleiding gegeven om tot dergelijke acties over te gaan. Pas ná de overtreding van Adam wordt voor het eerst gesproken over een dierlijke slachting door de mens. Het betreft dan juist een offer aan God als verzoening voor de 'natuurlijke ongehoorzaamheid' van de mens die alleen door middel van de dood van een dierlijk wezen volbracht kan worden.
Het feit dat het offer van Kaïn niet door God geaccepteerd wordt, onderstreept overigens de scheiding tussen de dood van een dierlijk wezen en dat van 'de vrucht des lands', dat niet door God als 'gelijkwaardig dood' wordt ervaren.
Maar over de mensheid wordt gezegd: "God heeft zelfs eeuwigheid in hun geest gelegd" (2 Petrus 2:12; Prediker 3:10, 11). Met andere woorden: van dieren was het niet de bedoeling dat ze eeuwig zouden leven, maar van de mens wel. Het eerste mensenpaar werd niet geschapen om te sterven maar om eeuwig te leven vooropgesteld dat zij God zouden gehoorzamen.
Nog steeds acht ik het niet aannemelijk dat dieren vóór de val reeds stierven. Dat valt met name af te leiden door iets dat je al eerder schreef, namelijk dit:
Adam en Eva kenden de consequenties van hun gedrag wel. Zij zouden sterven. Wisten zij wat 'sterven' inhield? Zij hadden nog nooit een mens zien sterven, dat klopt. Maar zij hadden wel dieren zien sterven. Zij wisten dus wat 'dood' was.
...als onderbouwing van het moreel onderscheidingsvermogen dat de eerste mens volgens jou zou moeten hebben gehad.
Volgens jouw redenering zat 'dood' al in de schepping 'ingebakken' en nog duidelijker voer je aan dat het iig een negatief iets is, aangezien dood het tegenovergestelde van 'levend' is. Juist het zicht op die tegenstelling geeft de mens het onderscheid tussen goed en kwaad.
Maar was het niet zo dat God over Zijn eigen schepping gezegd had "...het was
zeer goed..."? Wie is dan de mens om te bepalen wat kwaad is? Als God Zelf de dood, als levensgrens, als onderdeel van dat
zeer goede beschouwd, hoe kan de eerste mens dan bepalen dat het
niet goed is?
M.a.w. de dood 'van een levende ziel'
kan nimmer van de goede schepping deel hebben uitgemaakt, anders doet dit geen recht aan hetgeen God Zelf spreekt in Genesis 1 : 31 (tenzij je de bijbel leest met een dualistische bril

).