Oke, that's it. Een hoop gekwaak bij elkaar en een hoop foute dingen. Ik ga beginnen aan een surround guide, nederlandstalig, eentje zo uitgebreid zodat je alles erin kunt opzoeken, en dit alles met juiste informatie.
Even wat korte reacties:
Hier maar even wat meer uitleg over Dolby Pro-logic.
Het systeem begon zijn leven als Dolby Surround. De film Star Wars uit 1976 was de eerste die ermee was uitgerust.
Star Wars was Dolby Stereo. Dolby Stereo is 4 kanaals audio wat alleen wordt gebruikt in bioscopen. Het is te vergelijken met pro-logic, de rear is matrixed in de fronts en de center is het mono frontgeluid.
Dolby Surround is een 3 kanaals audiosysteem wat voor de thuismarkt was, links, rechts en rear. Geen center want dat was niet nodig. De center was voor de bioscopen gezien de mensen in de hoeken geluid uit het midden ook echt uit het midden moesten horen. (zie een aantal eerdere posts van mij)
Het geheel was een idee van Dolby om met de bestaande 2 stereokanalen een wat spectaculairder geluid te creeren.
Het werkt als volgt: naast de bestaande L+R speakers komt er een centerspeaker en een achterspeaker. Het signaal wat bij L en R identiek is wordt naar de centerspeaker gestuurd. Het signaal wat bij L en R identiek is, maar in tegenfase, gaat naar de achterspeaker. I.p.v 1 achterspeaker worden er doorgaans meerdere gebruikt maar die geven allemaal hetzelfde geluid. Het signaal voor de achterspeakers wordt dus niet verzonnen, maar is al speciaal in de bron gecodeerd. Het systeem werd een groot succes en binnen enkele jaren waren vrijwel alle films voorzien van surroundgeluid. Alleen was de kanaalscheiding nogal gering. Om hier iets aan te doen ontwikkelde Dolby speciale elektronica om deze op te voeren. Dit werd het Dolby Pro-Logic systeem genoemd en dat is nu algemeen. Nadat er speciale chipsets voor Pro-Logic waren gekomen kon het systeem goedkoop genoeg worden geproduceerd om ook de huiskamer te veroveren.
Hier maak je een fout. Dolby pro-logic is er nog nooit geweest voor in de bioscopen. In de bioscopen had je Dolby Stereo (mid jaren '70), vierkanaals geluid gecodeerd in twee optische kanalen (waarom twee kom ik zo op terug). Hieruit voortvloeiend kwam Dolby Surround, het surround geluid voor de thuismarkt. Tegen het einde van de jaren '80, 1987 om precies te zijn, werd er voor het eerst gebruik gemaakt van Dolby Stereo SR (spectral recording) welke een beter dynamisch bereik had dan de gewone Dolby Stereo. Tegelijkertijd kwam er ook een opvolger voor de thuisversie (dolby surround), namelijk dolby surround pro-logic. Welke nu ook een center speaker had en betere decoding.
Wat vind ik van Dolby Pro Logic...
Het is geweldig ! Het is de grondslag voor alle surround formaten die we nu hebben.
Sorry, maar dit is onzin.
In de jaren '50 was er al 4 tot 6 kanaals geluid in de bioscopen. Dit ging op magnetische strips op de filmrol. 4 kanaals audio op de 35mm cinemascope rollen en 6 kanaals audio op de 70mm Todd-AO rollen. Het geluid moest per exemplaar worden opgenomen op de magneetstrips. Een dure zaak dus. Later richting de jaren 70 werd dankzij de hoge kosten, en een dip in de filmindustrie, het 6 kanaals geluid steeds minder.
We gaan nog even terug. In 1958 kwam het eerste stereo geluid de huiskamer binnen in de vorm van de LP. Later in 1961 kwamen de FM radiouitzendingen, wederom in stereo. Thuis had men dus alleen maar stereo en in de bioscopen werd nog steeds meerkanaals geluid gebruikt. Stereo in de huiskamer werd steeds populairder en de fabrikanten zochten naar nieuwe ideeën. Quadrofonisch geluid werd gelanceerd (quad). Vier kanaals geluid, echter had je er dus ook 4 speakers voor nodig. Komt nog eens bij dat het bestaande mediatype 4 kanaals geluid gewoon niet kon hebben (LP, FM, tape, enz). Dus werden er manieren bedacht om deze kanalen te matrixen in het stereo geluid. Veel encodeer en decodeer problemen, veel verwarring en geen duidelijke afspraken/standaarden. Quad werd geen succes.
In de bioscopen werd dus meerkanaals geluid gebruikt, thuis had men stereo, alleen films voor thuis, uitgezonden op de TV, was gewoon laag kwaliteits mono. Deze drie geluidsstromen bleven voorlopig gewoon apart.
Halverwege de jaren '70 kwam dolby met Dolby Stereo voor in de bioscopen. Multichannel geluid, echter waarbij geen gebruik werd gemaakt van de magneet strippen, maar van het optische spoor welke als mono werd gebruikt al sinds de jaren '30. Om het nog steeds compatible te houden met mono bioscopen moest het dus in de bestaande ruimte van de film blijven. Tezamen met Dolby A-type Noise Reduction kwam er een goed geluid uit. Werden er echter meerdere kanalen in gepropt dan werd de ruis te hoog. Twee kanalen was alleen te weinig dus moest er een manier komen om 4 kanalen te coderen in deze twee. Er werd gebruik gemaakt van de techniek gebruikt bij het mislukte quad systeem. Echter dit keer alleen één matrixed kanaal (rear) en de center. Samen met nieuwere electronica gaf dit goede resultaten.
Even in de versnelling:
Video thuis werd een hit. In eerste instantie om op te nemen en later te kijken. Echter later kwamen er ook films uit welke in tegenstelling wat werd verwacht, een positief effect had op het bioscoopbezoek. Stereo muziek en radio zorgde vervolgens ook voor stereo videocassettes. Ook laserdisc deed haar intrede (stereo). Alles thuis was stereo, dus later moest men meer kanaals bioscoopgeluid ook via stereo overbrengen naar de thuismarkt. Toen werd dus Dolby Surround geïntroduceerd (1982), welke zou worden opgevolgd door Dolby Surround pro-logic (1987).
Tot zover mijn uiteindelijk toch wel lange verhaal over surround geluid. Over een tijd dus de uitgebreide uitleg met alles wat je maar wilde weten.