[OOC] Gedeeltelijk overlegd met IceStorm

Ik ga de leider van de stadswachten verleiden: "de guard is een ruige man, zit al 4 weken zonder vrouwelijk gezelschap en uhm ja.. de rest mag je zelf invullen

", zei IceStorm daarop dus dat moet lukken.

Een kleine tabel: 1-5 ik verleid de guard en hij laat iedereen vrij, 6-10 ik verleid de guard en hij laat 1d2+1 mensen naar mijn keuze vrij, 11-15 ik verleid de guard en hij laat 1 iemand naar mijn keuze vrij, 16-18 ik verleid de guard maar hij laat niemand vrij, 19-20 ik word op straat gekickt. "ok Desdemona je hebt 4 gegooid!" En op "Is hij ruw? Hoe hoger hoe ruwer." krijg ik als antwoord "ok Desdemona je hebt 1 gegooid!" - ik zie hier iets moois ontluiken.

[/OOC]
Desdemona
Onze hele groep wordt naar de stad gebracht - de mannen onder gewapende begeleiding die hen naar de stadswacht begeleid, ik vergezeld door twee onderofficiers die mij galant naar een goede Inn brengen. Ik bedank ze hartelijk.
Ok, gedeeltelijk gelukt. Maar er blijft een belangrijk probleem - ze zullen heus niet sterven van die stokslagen, maar als de wacht de huidskleur van Nova ziet staat ons nog wat te wachten. Ik moet dus in ieder geval Nova eruit zien te redden en zo mogelijk de anderen ook.
Maar hoe? Het is ongetwijfeld een slecht idee om een ontsnappingspoging op touw te zetten. Dat moet subtieler. Ik kan proberen het binnen de wet te te regelen, maar advcocaten en andere juristen zijn over het algemeen schaars, duur en corrupt. Dat gaat niet opschieten.
Dan maar buiten de wet om - de enige met de macht om hen te bevrijden is de leider van de wachters die de gevangenis bewaken, dus ik moet hem zover krijgen dat hij hen vrij laat. Zucht - daar gaan we weer - wat ik wel niet allemaal voor ze over heb.
Moeizaam, constant de weg vragend, bereik ik na een kwartiertje lopen de gevangenis, een stenen gebouw nabij het centrum van de stad, gelegen aan een rustige straat. Voor de deur staan twee guards met elkaar te praten. Ik loop op ze af:
"Goedendag, kunt U mij vertellen of dit het Huis van Bewaring is?", vraag ik ze.
"Ja, dat is hier - wat heeft een mooi meisje als jij hier te zoeken?", vraagt een van de wachters terug.
"Een paar zeer goede vrienden van mij zijn opgepakt, en ik zou graag met jullie leider willen praten - het is namelijk heel erg onterecht dat ze zijn opgepakt!"
"Nou, ik geef je niet veel kans dat Ruige Karel zomaar mensen laat gaan - meestal verdubbelt hij de straf juist!", lacht de eerste wachter.
"Nou," zegt de tweede wachter tegen hem, "in haar geval hangt het er van af wat ze er voor over heeft, hehe."
De eerste wachter gniffelt even en begeleidt mij dan een gang door naar de kamer van zijn baas - de man met de omineuze naam Ruige Karel.
"Dit meisje wil dat je een paar vrienden van haar vrij laat.", zegt de wachter tegen zijn baas terwijl ik probeer te glimlachen in de richting waar ik hem voel.
"Ik handel het wel af, je kunt gaan", zegt de zware stem van Karel, en de wachter verdwijnt de kamer uit, doet de deur dicht en loopt weg.
"Zo, vrienden van je? Wie mogen dat dan wel zijn?"
"Een groep die hier vanmiddag is binnen gebracht omdat ze het terrein van de koning hadden betreden, o heer - maar dat hebben ze helemaal niet gedaan!", ik probeer extra emotioneel te klinken - maar ik voel in hem geen medelijden opwellen, slechts een langzaam sterker wordende lust.
"O, die dwazen. Die stokslagen die ze krijgen lijken me meer dan terecht - eigenlijk was ik van plan ze allemaal het dubbele te geven!"
"O heer, U moet ze vrij laten, ze hebben niets misdaan!"
"Nou, wellicht dat we iets kunnen regelen, maar dat hangt er vooral vanaf wat jij me er voor in de plaats kunt bieden."
"Heer, ik heb nauwelijks geld - maar wellicht kan ik U op een andere manier overtuigen?" Ik glimlach - bijna onschuldig, maar net niet helemaal - in zijn richting.
Ik hoor hem opstaan en naar mij toe lopen - hij tilt mijn kin op en kijkt me in de ogen - die ik natuurlijk zoals altijd gesloten heb.
"Wie weet, wie weet - ik zie daar wel mogelijkheden...", zegt hij.
Ik lach nog eens onschuldig doch verleidelijk naar hem en begin met het losknopen van mijn jurk. Ik hoor hoe hij de grendel op de deur van zijn kantoor schuift.
Terwijl Nova steeds moedelozer wordt - hoe gaat hij ooit ontsnappen voordat ze zien dat hij een drow is? - en Pjotr steeds gespannener - wanneer kan hij nu eindelijk zijn weg naar buiten vechten? - wordt ook de rest van de party steeds ongeduldiger. Stokslagen zijn al vervelend genoeg, maar moeten ze dan ook nog eerst uren in een cel zitten? Als de middag al bijna ten einde is komt er eindelijk een wachter naar hen toe.
"Ik weet niet hoe jullie het voor elkaar hebben gekregen, maar de baas heeft opdracht gegeven jullie zonder stokslagen vrij te laten."
Hij opent de celdeur, geeft hun spullen terug en begeleidt ze naar buiten. Daar sta ik ze al op te wachten, met een glimlach op mijn gezicht.