TL/DR: ik denk op basis van wat je schrijft ook dat je gelijk hebt en niet hoeft te betalen, maar weeg goed af of je het risico wilt lopen op allerlei discussie, incassobureau's etc. en betalen van dit relatief kleine bedrag misschien niet toch het handigste is.
Om te beginnen staat de bestrijding van ongedierte genoemd in het Besluit kleine herstellingen (Bkh) dat staat gepubliceerd in
Stb. 2003, 168:
r. het bestrijden van ongedierte, voorzover daaraan geen noemenswaardige kosten verbonden zijn en voorzover de aanwezigheid van dit ongedierte geen gevolg is van de bouwkundige situatie van de woonruimte;
Het Bkh is niet limitatief, dat wil zeggen: er kunnen ook andere herstellingen zijn die niet in het Bkh staan maar toch ten laste komen van de huurder (omdat ze naar hun aard klein zijn) en er kunnen herstellingen zijn die niet in het Bkh staan maar ten laste komen van de verhuurder (omdat ze naar hun aard niet klein zijn). De lijst is dus indicatief, tenzij duidelijk blijkt dat het om kleine herstellingen gaat.
Op basis van bovenstaande zou je kunnen beargumenteren dat het bestrijden voor jouw rekening komt, maar dat kan de verhuurder niet achteraf zelf beoordelen zonder je in de gelegenheid te hebben gesteld om een kleine herstelling zelf te verrichten. En blijkbaar was er een gespecialiseerd bedrijf voor nodig, waar wel noemenswaardige kosten aan verbonden zijn.
Daarbij komt dat de verhuurder ook geen beroep doet op schade na einde huur door het uitblijven van een kleine herstelling, maar op servicekosten waar je (volgens de verhuurder) vooraf mee hebt ingestemd. In dat geval speelt ook het Besluit servicekosten (
2003, 170). In het besluit staat onder andere:
4. Kleine herstellingen
Het verrichten van kleine herstellingen die krachtens artikel 217 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of het Besluit kleine herstellingen voor rekening van de huurder komen, maar krachtens de huurovereenkomst door de verhuurder ten behoeve van de huurder worden verricht aan het woonruimtegedeelte van het gehuurde of aan de gemeenschappelijke gedeelten en aan de gemeenschappelijke voorzieningen.
Ik vermoed dat de verhuurder op die grond de kosten probeert te verhalen. De vraag is echter of dat zo is en vooral, of dat wel klopt. Er lijken immers opgeteld wel noemenswaardige kosten verbonden met de bestrijding van ongedierte geweest in jouw geval. Uiteraard is dat ook afhankelijk van wat je noemenswaardige kosten noemt. Terzijde: let op dat sommige kleine herstellingen in het Bkh geen kostencriterium kennen. Een kleine herstelling hoeft dus niet per se goedkoop te zijn.
Verder is van belang wat er in de nota van toelicht onderaan het Besluit servicekosten staat in de tweede alinea (ik heb aangezet):
Het enkele feit dat de levering van een zaak of het verlenen van een dienst in het onderhavige besluit staat vermeld, wil overigens niet zeggen dat de levering of verlening ook daadwerkelijk in rekening kan worden gebracht. Daartoe is nodig dat de huurder met de verhuurder de levering of verlening is overeengekomen.
De vraag is dus: ben je dan ook mierenbestrijding als onderdeel van de servicekosten overeengekomen?
Dat vraag ik me af.
Ik betwijfel namelijk of die voorwaarde wel stand houdt, ervan uitgaande dat je hierover niet specifiek hebt onderhandeld. Voorwaarden waar je niet over hebt onderhandeld en niet de kern van de overeenkomst betreffen zijn in de regel algemene voorwaarden (AV). Ook als er niet 'algemene voorwaarden' boven staat. Het komt er kort gezegd op neer dat deze voorwaarde ook weggelaten kan worden zonder dat daarbij je huurovereenkomst voor deze woning op losse schroeven komt te staan. Voor de beschikbaarstelling van de woning op een bepaald adres geldt dat niet, want zonder die verplichting van de verhuurder is je huurovereenkomst niet uitvoerbaar. De ter beschikking stelling van de woning is dus een kernbeding.
Wat veel mensen zich niet realiseren (verhuurders ook niet) is dat een huurovereenkomst voor woonruimte al snel kwalificeert als een consumentenovereenkomst. Dat is het geval als de verhuurder beroepshalve verhuurt en de huurder het gehuurde als woning voor zichzelf gebruikt. Dus niet bij sociale verhuur door een woningbouwcorporatie voor de helderheid. Zie voor de duiding van een huurovereenkomst als consumentenovereenkomst paragraaf 4.12 op pagina 77 van het rapport
Ambtshalve toetsing III en het daar genoemde arrest van het HvJ EU van 30 mei 2013, C-488/11, ECLI:EU:C:2013:341 en
dit vonnis van de Rechtbank Midden-Nederland (waarbij in dat vonnis de verhuurder geen rechtspersoon was).
Waarom kan dat van belang zijn?
Een verkoper (waaronder dus waarschijnlijk een verhuurder van woonruimte valt) mag met consumenten in de algemene voorwaarden (AV) geen oneerlijke of onredelijk bezwarende voorwaarden overeenkomen. In jouw geval zou de verhuurder met het inroepen van de genoemde voorwaarde eenzijdig de overeenkomst kunnen aanpassen (een verkapt eenzijdig wijzigingsbeding) zonder dat daarvoor instemming van jou nodig is. Het is immers een soort 'carte blanche' voor de verhuurder om alles wat de verhuurder maar kan verzinnen ineens onder de servicekosten te scharen.
Servicekosten moet je namelijk vooraf overeenkomen, de verhuurder kan ze niet eenzijdig opdringen. Zie daartoe ook de opmerking in het Besluit servicekosten hierboven.
Voor gereguleerde huurovereenkomsten waarbij de aanvangshuurprijs niet de liberalisatiegrens werd overschreden, kan een verhuurder wel de servicekosten collectief wijzigen als 70% van de huurders heeft ingestemd. Een individuele huurder kan wel binnen 8 weken na kennisgeving van de verhuurder dat 70% heeft ingestemd van de rechter vorderen om de redelijkheid van het voorstel te toetsen (art. 7:261 lid 2 BW). Maar voor geliberaliseerde overeenkomsten (ook wel 'vrije sector woningen') geldt dat niet.
Samengevat: ik betwijfel of je een betaalverplichting hebt jegens de verhuurder voor wat betreft deze mierenbestrijding. Je moest dat soort servicekosten ten eerste vooraf overeenkomen, maar ten tweede is de 'carte blanche' voorwaarde in je overeenkomst waarschijnlijk vernietigbaar op grond van
art. 3:40 lid 2 BW in relatie tot
art. 6:233 BW of wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn op grond van
art. 6:237 aanhef en onder b BW. In het geval van art. 6:237 BW moet de verhuurder bewijzen waarom deze voorwaarde (waarbij in essentie elke extra service op elk moment kan worden toegevoegd naar believen van de verhuurder) niet onredelijk bezwarend is.
Goed om te weten is dat een rechter dus ambtshalve verplicht is om bij consumentenovereenkomsten te toetsen of er sprake is van oneerlijke of onredelijk bezwarende voorwaarden. Mocht je zelf ook tot de conclusie komen dat je consument bent, gedagvaard worden en je nog steeds niet wil betalen maar je geschil aan de rechter wil voorleggen, dan kan het volledigheidshalve geen kwaad om richting de rechter te benadrukken dat je de huurovereenkomst als een consumentenovereenkomst beschouwt (onder verwijzing van het arrest van de HvJ vd EU en het vonnis) en de rechter dus ambtshalve moet nagaan of er sprake is van oneerlijke of onredelijk bezwarende voorwaarden.
Hou er wel rekening mee dat het onmogelijk is om alle relevante feiten te overzien op een forum zoals dit en mede daarom elk risico dat samenhangt met handelen naar wat ik noem bij jou blijft. Win zo nodig eerst maar dan ook vooral z.s.m. advies in, bijvoorbeeld bij het Juridisch Loket of een huurteam als zo'n team in je gemeente adviezen geeft.
Dat alles gezegd hebbende kan de verhuurder je dus mogelijk dagvaarden en het is niet gezegd dat een rechter ook bovenstaande volgt. In dat geval kan een relatief lage vordering van bijvoorbeeld €20,63 vele malen duurder uitpakken (reken maar gerust op honderden euros), want de verliezende partij draagt vaak ook de proceskosten.
Hoewel je dus best gelijk zou kunnen hebben, is het waarschijnlijk het minst risicovol om dit relatief lage bedrag te betalen. Aan de andere kant betwijfel ik of de verhuurder je voor dit bedrag gaat dagvaarden overigens, want daar zitten voor de verhuurder ook kosten aan.
De aanmelding bij de gemeente is overigens niet toegestaan zonder jouw toestemming. De verhuurder schrijft dat waarschijnlijk standaard omdat er bij huurachterstand (wat voor jou al niet eens meer relevant is) eerst moeite moet zijn gedaan om eventuele schuldenproblematiek te verhelpen. Als een verhuurder die stap overslaat kan een rechter een eventuele ontbindings- en ontruimingsvordering bij een huurachterstand afwijzen op grond art. 2 van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (
Stb. 2020, 240).
Voor onbepaalde tijd ben ik gestopt met reageren op dit forum.