Er worden hier veel zaken bijgehaald die voor de inkomstenbelasting niet zo relevant zijn.
- Inschrijving in BRP? Niet relevant, de Wet AWR kent z'n eigen woonplaatsbegrip (!).
- Verhuurwetgeving landelijk of lokaal? Niet relevant voor de inkomstenbelasting.
@
Viavia28 Wat is het exacte tijdspad? E.e.a. is daar nogal van afhankelijk qua aangifte- en inkomstenbelastingplicht.
De meest belangrijke eerste vraag is: wat is mijn woonplaats (woonplaatsbeginsel) volgens art. 4 AWR?
Bij kortdurend verblijf (korter dan 1 jaar) in het buitenland, word je voor de wet inkomstenbelasting geacht Nederland niet te hebben verlaten.
Maar is het verblijf langer dan 1 jaar, dan moeten we naar aard en omstandigheden beoordelen of je Nederland hebt verlaten. Het aanhouden van een bankrekening of een woning is daarvoor onvoldoende.
Voor bovenstaande zou ik toch met een Belastingadviseur (zoals ik) overleggen. Eventueel is e.e.a. ook voor te leggen aan de inspecteur.
Situatie 1: fiscale woonplaats in Nederland:
Als je korter dan een jaar in het buitenland verblijft, word je dus geacht Nederland niet te hebben verlaten (voor de inkomstenbelasting, woonplaatsfictie art. 2.2 lid 1 IB) en blijf je dus binnenlands belastingplichtige (reguliere aangiftebiljetten) en is de verhuur waarschijnlijk aan te merken als "tijdelijke verhuur" en is 70% van de opbrengst hiervan belast in box 1. Bovenop je normale inkomen uit werk en woning. Hoeveel belasting er is verschuldigd, hangt van het overige inkomen af. Stel dat dat weinig is, dan is de belasting die over 70% van de huurinkomsten is verschuldigd, ook weinig... Klinkt soms heftiger dan het is, dus.
Na terugkeer is er eigenlijk weinig veranderd, qua inkomstenbelasting.
Situatie 2: fiscale woonplaats buiten Nederland:
Hierbij heb je volgens de wet AWR (art. 4) Nederland metterwoon verlaten. Dit heeft behoorlijk wat gevolgen voor de inkomstenbelasting. De 'eigen woning' (het fiscale box 1 begrip) is dan niet meer van toepassing. De woning staat je immers niet "anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking" en van de zogenaamde uitzendregeling is geen sprake. De woning kan in een uitzonderingsgeval wel een 'eigenwoning' blijven als deze LEEG en TE KOOP staat.
Dat is niet het geval, dus de woning is een vermogensbestanddeel geworden dat is belast in box 3, volgens de regeling van de buitenlandse belastingplichtige. (Buitenlands zegt niks over nationaliteit, maar over het woonplaatsbeginsel).
In het jaar dat je Nederland metterwoon verlaat, ontvang je een M-biljet, waarschijnlijk op papier. Daar zit hem een moeilijkheid in als je steeds wisselende adressen hebt, zie bovenstaande opmerkingen van @
DataGhost. Je kunt deze tegenwoordig echter ook digitaal doen, je DigID zal nog gewoon werken en werkend blijven. Wel even de digitale post in de gaten houden.
Het M-biljet vul je in, waarbij de eigen woning-regeling slechts een deel van het jaar geldt (zowel eigenwoningforfait als renteaftrek, tot de periode van het verlaten van je woning). Daarna geef je hem op als box 3 bestanddeel (per 31-december).
Blijf je dan een volledig jaar in het buitenland, dan dien je een C-biljet (een aangifte voor buitenlandse belastingplichtigen) in te vullen. Je hoeft dan alleen een opgave te doen van je woning in box 3, mits je geen andere inkomsten uit Nederland hebt gehad (bronbeginsel).
Bij remigratie dien je weer een M-biljet in te vullen en wordt de woning weer een eigen woning (box 1).
Er zijn al een boel andere aspecten benoemd. Die staan los van de inkomstenbelasting, maar het zijn wel nuttige tips (gevolgen AOW-opbouw, zorgverzekeringplicht, BRP, etc..).