Als eerste reactie, het is bemoedigend dit soort discussie te zijn tijdens een crisis. Niet enkel is het indicatief van ons vermogen omgang te hebben met de crisis zelf, maar ook van ons vermogen om er van te leren. En dat is een noodzaak. Niet enkel omdat het in ons eigen belang is, maar ook omdat onze sociale psychologie ons heel snel in de weg zit wanneer de druk van de crisis wegvalt.
We krijgen dan een
status quo reflex (onder andere), terug naar wat was, terug naar zoals het was. Het is goed gegaan, verandering is niet nodig. Terwijl verandering de enige constante is.
Daarbij, dit soort crisis raakt een samenleving in haar gedrag ten gevolge van gedrag van die samenleving. Het is de voedingsbodem én de arena, zogezegd. Zoals eerder elders geschetst, er zijn veel lessen te trekken, maar even een stukje meta perspectief.
Een crisis schept druk. In historisch opzicht laat een crisis zelden of nooit zaken omvallen. Een crisis schept vanuit druk kwetsbaarheden en introduceert verschuivingen bij fundament van beschikbare middelen en aanwezige mentaliteit benodigd voor omgang met de onvermijdelijkheid van verandering. Hoe we met een crisis omgaan is van belang voor de vraag hoe we er uit komen, maar, er is altijd schadelast én negatieve druk na een crisis.
Als tweede, een stuk historisch perspectief, daarbij is de grote les dat er twee algemene paden beschikbaar komen na crisis. Eenvoudig gesteld, een pad van conservatieve reflex (weliswaar vaak weergegeven als enthousiasme van overwinning en het weer boven natuur / uitdaging staan, maar behartigend conform status quo voor de crisis). Of een pad van progressieve reflex waarbij aanpassingen gemaakt worden voor andere kaders dan tijdens de status quo voorafgaand aan de crisis.
Elk pad is er een van ontwikkelingslijnen. De verwarring zit hem in ons denken.
Conservatief wordt gezien als behartigend, wat aansluit bij onze sociale psychologie. Het probleem is dat conservatief enkel beheersend is in behartiging. Het is niet zekerend, het is niet gericht op aanpassing maar op behoud. Die verwarring maakt het voor onze psychologie heel moeilijk om de realiteit van ontwikkelingslijnen én voorafgaande status quo echt te erkennen.
Progressieve focus is wel een pad van realistische behartiging. Immers, het erkent de realiteit van de vorige status quo net als de realiteit van de crisis zelf. Van daaruit wordt gekeken naar de realiteit van verandering en de aanwezige kaders van gedrag en afspraken versus de noodzaak van behartiging nu én later - in de realiteit waar verandering de enige constante is.
Het eerste pad is historisch er een waarbij zaken bij geringe volgende stoten omvallen. Het tweede pad is er een waarbij nieuwe stabiliteit ontstaat vanuit aanpassingen.
Ter illustratie een wat gesimplificeerd voorbeeld. Na WOI waren er pogingen tot het lering trekken van crisis, de conservatieve reflex had echter de overhand en omdat die crisis overal zaken verzwakt had terwijl gedrag nieuwe realiteit bleef afwijzen volgde verdere verzwakking bij elke volgende stoot. Resulterend uiteindelijk in eerst conflagratie in economisch domein, vervolgens in politiek, sociaal en uiteindelijk militair domein. Na WOII waren we toch wat meer wakker geschud, tijdens dat conflict zaten we al aan menige tafel om vragen te stellen en hoofden bij elkaar te steken voor vragen als "wat willen we", "wat kunnen we" en "wat leren we". Het resultaat was een zeldzame historische afwijking op het meer cyclische patroon, wat wij hier kennen als het Europese experiment en de Koude Oorlog. Heel topic op zich, maar even eenvoudig geschetst was dit een resultaat van nieuwe kaders bij onveranderd gedrag wat een significante periode van ontwikkeling, stabiliteit en groei wist te scheppen - omdat we niet terugvielen op oude kaders.
Dat is een
meta perspectief, of, als je wil, een strategisch perspectief. De discussie over ontwikkelingen in de zorg is een detail discussie van extreme relevantie. Maar, zo noodzakelijk als die discussie ook is, het is een afgeleide van het meta niveau en onze bewustwording en beslissingen aldaar.
We kunnen nu al zien dat onze verklaarbare conservatieve reflex diep geworteld zit. Het meest snijdende voorbeeld is dat van het streven om nu al het begrip cruciale beroepen te vervangen door het woord vitale beroepen. Dit is indicatief van onze reflex bij nadenken over "what happens next". Daar wordt nu al over nagedacht, dat deze substitutie er nu reeds is, dat is indicatief van voornemen om terug te keren naar status quo voorafgaand aan crisis. Het probleem? Substitutie / herdefiniëren van labels voor collectieve perceptie is een conservatieve gedragsreflex. Het is er dus geen van collectieve behartiging, geen van aanpassing, geen van vooruitzien.
En dan komt deze en menige andere detaildiscussie op tafel. Elke dergelijke discussie komt neer op het uitvoeren van een zogeheten post-mortem. Een tikkeltje wrang, maar het is het wel. Hoe was de stand van zaken, wat was goed om mee te nemen, wat was fout, om te corrigeren.
Vaak genoemd 'neo liberaal beleid', wat is dit dan en wat betekent het voor de zorg?[/li]
Ik moet hier iets bij opmerken, wat tevens op zijn plaats is bij de overige (goede) vragen. We zitten in een periode waarin heel veel van ons denken geschapen is door veranderingen in curricula over de decennia heen. Opmerkelijk veel daarvan heeft meer wortels in een ponzi scheme van neo-klassieke marketing dan in toetsbare realiteit. Dit is echt iets om in het achterhoofd te houden bij deze vragen.
Neem het voorbeeld van neo-liberaal beleid. Velen van ons ontkennen zelfs maar het neo-liberale begrip, omdat men geen blootstelling heeft aan de informatiestroom en discussie daarover. Geen kwestie van kwade wil, maar gewoon weer een voorbeeld van hoe krachtig het effect is van dominante memes / frames binnen grotendeels gesloten informatiestromen. Dit is een kwetsbaarheid van menselijke sociale psychologie.
Wat we het meest zien is bepalend voor onze perceptie. Wat daar haaks op staat is dan fout. We denken dat we rationele en intelligente mensen zijn. Wel nu, dat tweede kan best, dat eerste is een mooi voorbeeld van ons geloofsgedrag - aangeleerd geloofsgedrag. We zijn niet rationeel, we zijn wel heel goed in rationaliseren. En hoe we een beestje noemen is gewoon bepalend voor ons gedrag.
Zie cruciaal -> vitaal. Dat laatste is een uitdrukking van proces, van respect. Dat eerste, van hoeksteen, van bepaling van waarde. Denk eens na over het subtiele maar significante verschil tussen de twee voor besluitvorming over onze ordening na de crisis. Als hint, bij slechts één is er sprake van structureel perspectief op en weging van waarde van dat wat cruciaal is ...
Zie het gesprek marktwerking. Daar zit meteen ook verwarring. Vanuit ons aangeleerd geloof van vrije markt denken. Er bestaat niet zoiets. Waar marktwerking zowel goed als slecht kan zijn is het ons geloofsgedrag wat bepalend is voor onze besluitvorming. En aangezien we dus dat baseren op concepten als vrije markt et alii schieten we onszelf in de voet. Dat soort concepten zijn immers dienend en selectief. met andere woorden, ze richten zich niet op collectief belang, maar op deelbelang. En dan gaat het al snel opmerkelijk in een sector die eigenlijk cruciaal is voor processen van onderhoud van een samenleving.
In praktische zin, we voegen dan niet echt marktwerking toe, we gaan dan anders om met die sector. Kort gezegd, we gebruiken die cruciale sector dan als een markt. Een voedingssysteem. Een koe om te melken.
Dat is uitermate zichtbaar in de stijging van kosten van de sector, maar meer nog in de verschuivingen binnen de verdelingen van vormen van kosten. Als jij steeds meer omzetmodellen toe doet voegen aan een sector, tja. Dan gaat het scheef. En daar zit onze kwetsbare sociale psychologie ons weer in de weg, het kost flink wat moeite om door perceptie en aangeleerd geloofsgedrag heen te prikken.
Maar ja,
het is crisis. Dat leert ons dat na de crisis er twee paden zijn. Een waarbij we bij de volgende stoot struikelen en waarschijnlijk omvallen, of de ander, waarbij we toch in onze spiegels kijken, toch door onze inertie en perceptie heen prikken. En bij de volgende stoot niet omvallen, of zelfs juist sterker worden.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.