De laatste dagen staat het nieuws er bol van; de eikenprocessierups.
Carola Schouten heeft inmiddels bekend gemaakt dat er een landelijk centrum moet komen waar gemeenten terecht kunnen voor informatie over deze beestjes en de bestrijding daarvan. Ook moet de Wageningse universiteit gaan onderzoeken wat gedaan kan worden aan de overlast en hoe die beesten zich verspreiden.
Voor nu zijn de 'oplossingen' vrij beperkt. Preventief sproeien in het voorjaar met een soort gif of aaltjes en het opzuigen van nesten als sproeien niet werkt.
Natuurlijke vijanden zijn er ook: (kool)mezen, sluipwespen, bijen en ook schijnen wantsen dol te zijn op de larven (die schijnbaar in de grond zitten).
De pijlvormige haartjes worden door de rupsen verspreid wanneer ze gevaar voelen /schrikken en bij het vervellen blijven de haren ook achter in de nesten. De haren blijven nog jarenlang achter in de natuur (mijn tuin is inmiddels ook een soort van Tsjernobyl).
Heb je last van de haren dan zijn er wat huis tuin en keukenmiddeltjes. Sommigen zweren bij plakband, anderen bij aloe vera of talkpoeder. Geduld werkt ook.
Het beleid van gemeenten verschilt enorm. In mijn gemeente zijn lanen met eikenbomen in overvloed. Enkele gebieden worden preventief gespoten en alle nesten die lager dan 4 meter zitten worden verwijderd (als er genoeg klachten over binnen komen, termijn waarop ze verwijderd worden is onbekend).
Op de (fietsroute) naar mijn werk fiets ik 50% van de tijd onder eikenbomen door. Tot vorig jaar had ik nog nooit een nest gezien - zelfs niet in de bomen waar de linten hingen - nu zie ik in de meeste bomen de nesten zitten.
De maatregelen die nu genomen worden zijn (blijkbaar) onvoldoende.
- Preventief spuiten reduceert het aantal rupsen maar uitroeien is onmogelijk (en wellicht onwenselijk). Daarnaast is het een vrij kostbare aangelegenheid.
- Nesten zuigen is symptoombestrijding en een kostbaar grapje, daarnaast is er onvoldoende capaciteit.
- Mezenkasten ophangen reduceert het aantal rupsen maar is wederom vrij prijzig, geen korte termijn verlichting.
Mijn voorstel is het volgende:
In woongebieden worden eiken welke in lanen staan voor 80-90% gekapt. Op de vrijgekomen plekken worden verschillende bomen terug geplant. Welke soorten bomen er terugkomen is afhankelijk van grondsoort. Denk aan de es, iep, els, linde, beuk, berk, kastanje. Door een grotere variëteit aan bomen te planten ontstaat er een meer diverse natuur.
Het zal natuurlijk ten koste gaan van bepaalde populaties dieren (w.o. de k*trups), maar op termijn zal dit leiden tot meer biodiversiteit.
De nadelen: er staan nogal wat eikenbomen in lanen, zelfs in woonkernen. Kappen en herplanten zal niet in 1 winter lukken. Het kappen moet denk ik vrij kostenneutraal kunnen, hout is geld waard. Wellicht zelfs genoeg om ook een nieuw boompje te kunnen planten? Als ik naar de eiken achter onze tuin kijk moet elke eik zo'n 20 kuub hout opleveren. Gedroogd is dat toch zeker € 4.000,- waard. Voor dat geld kan je de boom wel kappen en een nieuwe boom herplanten.
Maar wellicht zijn er andere / betere voorstellen?
Carola Schouten heeft inmiddels bekend gemaakt dat er een landelijk centrum moet komen waar gemeenten terecht kunnen voor informatie over deze beestjes en de bestrijding daarvan. Ook moet de Wageningse universiteit gaan onderzoeken wat gedaan kan worden aan de overlast en hoe die beesten zich verspreiden.
Voor nu zijn de 'oplossingen' vrij beperkt. Preventief sproeien in het voorjaar met een soort gif of aaltjes en het opzuigen van nesten als sproeien niet werkt.
Natuurlijke vijanden zijn er ook: (kool)mezen, sluipwespen, bijen en ook schijnen wantsen dol te zijn op de larven (die schijnbaar in de grond zitten).
De pijlvormige haartjes worden door de rupsen verspreid wanneer ze gevaar voelen /schrikken en bij het vervellen blijven de haren ook achter in de nesten. De haren blijven nog jarenlang achter in de natuur (mijn tuin is inmiddels ook een soort van Tsjernobyl).
Heb je last van de haren dan zijn er wat huis tuin en keukenmiddeltjes. Sommigen zweren bij plakband, anderen bij aloe vera of talkpoeder. Geduld werkt ook.
Het beleid van gemeenten verschilt enorm. In mijn gemeente zijn lanen met eikenbomen in overvloed. Enkele gebieden worden preventief gespoten en alle nesten die lager dan 4 meter zitten worden verwijderd (als er genoeg klachten over binnen komen, termijn waarop ze verwijderd worden is onbekend).
Op de (fietsroute) naar mijn werk fiets ik 50% van de tijd onder eikenbomen door. Tot vorig jaar had ik nog nooit een nest gezien - zelfs niet in de bomen waar de linten hingen - nu zie ik in de meeste bomen de nesten zitten.
De maatregelen die nu genomen worden zijn (blijkbaar) onvoldoende.
- Preventief spuiten reduceert het aantal rupsen maar uitroeien is onmogelijk (en wellicht onwenselijk). Daarnaast is het een vrij kostbare aangelegenheid.
- Nesten zuigen is symptoombestrijding en een kostbaar grapje, daarnaast is er onvoldoende capaciteit.
- Mezenkasten ophangen reduceert het aantal rupsen maar is wederom vrij prijzig, geen korte termijn verlichting.
Mijn voorstel is het volgende:
In woongebieden worden eiken welke in lanen staan voor 80-90% gekapt. Op de vrijgekomen plekken worden verschillende bomen terug geplant. Welke soorten bomen er terugkomen is afhankelijk van grondsoort. Denk aan de es, iep, els, linde, beuk, berk, kastanje. Door een grotere variëteit aan bomen te planten ontstaat er een meer diverse natuur.
Het zal natuurlijk ten koste gaan van bepaalde populaties dieren (w.o. de k*trups), maar op termijn zal dit leiden tot meer biodiversiteit.
De nadelen: er staan nogal wat eikenbomen in lanen, zelfs in woonkernen. Kappen en herplanten zal niet in 1 winter lukken. Het kappen moet denk ik vrij kostenneutraal kunnen, hout is geld waard. Wellicht zelfs genoeg om ook een nieuw boompje te kunnen planten? Als ik naar de eiken achter onze tuin kijk moet elke eik zo'n 20 kuub hout opleveren. Gedroogd is dat toch zeker € 4.000,- waard. Voor dat geld kan je de boom wel kappen en een nieuwe boom herplanten.
Maar wellicht zijn er andere / betere voorstellen?