Een lang verhaal. Hoort hier niet thuis? Wel, ik moet het ergens van me afschrijven. Shoot me.
Ma (1950) is Juli 2017 overleden aan kanker, en vorige week hebben we te horen gekregen dat het voor pa (1945) nog ongeveer 9 maand tot een jaar zal duren. Ook kanker.


Hij heeft zijn hele leven gewerkt voor zijn 3 kinderen en zijn vrouw. Zijn hele leven in dure exclusieve wagens gereden zoals een Mini, een Ford Taunus (mét dakdragers!), een Lada, en een Hyundai Sonata. Nooit op vakantie. Alles voor de kinderen. Uiteindelijk na het uitvliegen van de kroost in 2002 binnengestapt bij een autodealer om zich "eindelijk na al die jaren eens iets te permitteren".
Dat werd een Skoda Superb berline (die eerste generatie, feitelijk een lange versie van de B5 Passat). Want ja, je iets permitteren, maar dan wel verstandig. Bij Skoda dus. Een wagen voor mee te reizen, Europa mee rond te trekken, op verlof te gaan. Want nu kon dat. Alles erop. Dit is een wagen uit 2002, met verwarmd leder, xenon, parkeersensoren, OEM navigatie van Blaupunkt, 17" velgen. Toen indertijd een slee. Nu nog, feitelijk. En ja, een 1.9 TDi met 130PK erin. Ik weet nog hoe fier hij was (en hoe kwaad mama was).
Mama wou nooit weg. Die bleef liever rond de kerktoren. Er moest immers maar eens iets gebeuren met de kinderen. Of met het huis. En wie ging anders brood bakken, of confituur maken, of courgetten inmaken uit de hof? De kippen eten geven? En die auto was zo duur geweest. Ik denk dat ze een keertje een week naar het Zwarte Woud zijn geweest ermee, en een keer naar het Zuiden van Frankrijk. Dat is het zowat.
Toen mijn ma overleden is na ongeveer 3 jaar afzien met chemo, was het een opluchting. Voor iedereen. Ook voor haar. Maar vooral voor mij en mijn zussen. Want zo kon pa terug wat leven. Hij heeft 3 jaar samen met mijn zus (ergotherapeute die ingetrokken is) gezorgd voor zijn vrouw. Ook altijd thuis gebleven. Denk dat hun Superb toen 2 jaar heeft stilgestaan. Depannage is op een dag moeten komen voor een nieuwe batterij te steken, zo dood als een pier. Dat vond hij toen heel erg.
Na de crematie van mijn moeder heeft hij 3 weken gehad. 3 Weken van rouwen, maar ook van 4-5 keer per week op restaurant te gaan met mijn zus of met ons. Want dat deed hij zo graag. Babbelen over mama. Goed eten. Op zijn iPad op Google Street View zoeken naar goede hotels in het Zuiden van Frankrijk, voor volgende zomer. Na enkele weken toch maar eens een PET-scan laten doen, aangezien ze 2 jaar geleden bij hem enkele poliepen uit zijn buik hebben moeten halen. Iets daarna wisten we het.
De dokter heeft ongeveer een uur zitten praten, darmen, uitzaaiingen, gevaarlijke operatie, op de operatietafel sterven, maanden, een jaar? Mijn vader zat maar wat naar buiten te kijken. Toen de dokter pauzeerde om een reactie te krijgen, vroeg mijn pa "dus over mijn cholesterol moet ik mij niet meer druk maken dan? Is er iets wat ik niet mag eten?" De dokter keek maar vreemd, "eet gij maar wat gij wilt vanaf nu meneer". Dat was zo ongeveer het enige wat nog uitmaakte voor mijn pa.
Gisteren hadden we pindakaas en jam mee, want mijn vriendin is Nederlandse. En dat eten we wel graag (Een echte Amerikaanse PBJ, Peanut Butter and Jelly Sandwich). Hij kende dat niet. Hij heeft het geprobeerd, maar hij vond het maar niets. Ik zag dat wel. Daarna zei hij over de confituur dat die van mama toch beter was dan die van Bon Maman.
Ik vond dat ook. Maarja. Al die confituur die ze ingemaakt had, die is al lang op.

Toen ik wou vertrekken gaf hij mij de sleutel van de Superb. Want ja, die had hij niet meer nodig. Weigeren was geen optie. Heb maar gezegd dat dat goed uitkwam, want de mijne moet lang op onderhoud, en daarna misschien eens de bumper spuiten. Is niet waar, maarja. Wat moet ik anders doen? Dus ik heb nu 2 Superbs thuis staan, die van mij, en die van hun. En ik dacht ik zal maar met die van hem gaan werken vandaag, want anders staat die binnenkort weer plat.
De wagen heeft bouwjaar 2002. 64.000km gereden. Tel maar uit hoeveel per jaar gemiddeld dat is. Mijn ergernis? Dat ze niet meer hebben gedaan met die wagen. Of met hun leven. Doet het nog altijd heel goed. Nog als nieuw vanbinnen.
En zo reed ik op de autostrade vanmorgen, in de laatste auto van mijn ouders, een tijdscapsule. De tijd van toen. In het handschoenkastje ligt een kaart van Zuid Frankrijk met een route op getekend, in de armsteun een potje Wycams (van mijn pa) en een doosje Vicks (van mijn ma). Geen individuele bonbons meer te vinden, telkens een grote brok gesmolten "iets". Ruiken wel nog goed. In de deur stak nog de zonnebril van mijn ma, die ze in de auto altijd ophad. En de Blaupunkt radio op Radio 1. Uiteraard.


De nummerplaat is nog altijd 1159.S. Dat is de 'oude' Belgische nummerplaat. Elke keer bij de keuring willen ze hem verplichten om een nieuwe nummerplaat te nemen (EU formaat 1-XXX-XXX), maar zoiets liet hij zich niet aansmeren. Hij was te trots op zijn plaat. Ik merkte wel dat mensen op de autostrade precies anders reden. Ze leken wat agressiever. Ik reed nochtans niet anders dan normaal. Toen ik bij de ingang kwam van de kazerne liet de wacht mij binnen, hij zei "Bonne journée!" waarop ik zoals altijd antwoordde "Merci, egalement!". Hij riep me na terwijl de ruit al omhoog ging, "Quelle belle plaque ça". "wat een mooie nummerplaat", ha, lollig.
Vraag me nu af of hij gezien heeft dat ik zat te janken als een kind van 5...
Ma (1950) is Juli 2017 overleden aan kanker, en vorige week hebben we te horen gekregen dat het voor pa (1945) nog ongeveer 9 maand tot een jaar zal duren. Ook kanker.


Hij heeft zijn hele leven gewerkt voor zijn 3 kinderen en zijn vrouw. Zijn hele leven in dure exclusieve wagens gereden zoals een Mini, een Ford Taunus (mét dakdragers!), een Lada, en een Hyundai Sonata. Nooit op vakantie. Alles voor de kinderen. Uiteindelijk na het uitvliegen van de kroost in 2002 binnengestapt bij een autodealer om zich "eindelijk na al die jaren eens iets te permitteren".
Dat werd een Skoda Superb berline (die eerste generatie, feitelijk een lange versie van de B5 Passat). Want ja, je iets permitteren, maar dan wel verstandig. Bij Skoda dus. Een wagen voor mee te reizen, Europa mee rond te trekken, op verlof te gaan. Want nu kon dat. Alles erop. Dit is een wagen uit 2002, met verwarmd leder, xenon, parkeersensoren, OEM navigatie van Blaupunkt, 17" velgen. Toen indertijd een slee. Nu nog, feitelijk. En ja, een 1.9 TDi met 130PK erin. Ik weet nog hoe fier hij was (en hoe kwaad mama was).
Mama wou nooit weg. Die bleef liever rond de kerktoren. Er moest immers maar eens iets gebeuren met de kinderen. Of met het huis. En wie ging anders brood bakken, of confituur maken, of courgetten inmaken uit de hof? De kippen eten geven? En die auto was zo duur geweest. Ik denk dat ze een keertje een week naar het Zwarte Woud zijn geweest ermee, en een keer naar het Zuiden van Frankrijk. Dat is het zowat.
Toen mijn ma overleden is na ongeveer 3 jaar afzien met chemo, was het een opluchting. Voor iedereen. Ook voor haar. Maar vooral voor mij en mijn zussen. Want zo kon pa terug wat leven. Hij heeft 3 jaar samen met mijn zus (ergotherapeute die ingetrokken is) gezorgd voor zijn vrouw. Ook altijd thuis gebleven. Denk dat hun Superb toen 2 jaar heeft stilgestaan. Depannage is op een dag moeten komen voor een nieuwe batterij te steken, zo dood als een pier. Dat vond hij toen heel erg.
Na de crematie van mijn moeder heeft hij 3 weken gehad. 3 Weken van rouwen, maar ook van 4-5 keer per week op restaurant te gaan met mijn zus of met ons. Want dat deed hij zo graag. Babbelen over mama. Goed eten. Op zijn iPad op Google Street View zoeken naar goede hotels in het Zuiden van Frankrijk, voor volgende zomer. Na enkele weken toch maar eens een PET-scan laten doen, aangezien ze 2 jaar geleden bij hem enkele poliepen uit zijn buik hebben moeten halen. Iets daarna wisten we het.
De dokter heeft ongeveer een uur zitten praten, darmen, uitzaaiingen, gevaarlijke operatie, op de operatietafel sterven, maanden, een jaar? Mijn vader zat maar wat naar buiten te kijken. Toen de dokter pauzeerde om een reactie te krijgen, vroeg mijn pa "dus over mijn cholesterol moet ik mij niet meer druk maken dan? Is er iets wat ik niet mag eten?" De dokter keek maar vreemd, "eet gij maar wat gij wilt vanaf nu meneer". Dat was zo ongeveer het enige wat nog uitmaakte voor mijn pa.
Gisteren hadden we pindakaas en jam mee, want mijn vriendin is Nederlandse. En dat eten we wel graag (Een echte Amerikaanse PBJ, Peanut Butter and Jelly Sandwich). Hij kende dat niet. Hij heeft het geprobeerd, maar hij vond het maar niets. Ik zag dat wel. Daarna zei hij over de confituur dat die van mama toch beter was dan die van Bon Maman.
Ik vond dat ook. Maarja. Al die confituur die ze ingemaakt had, die is al lang op.

Toen ik wou vertrekken gaf hij mij de sleutel van de Superb. Want ja, die had hij niet meer nodig. Weigeren was geen optie. Heb maar gezegd dat dat goed uitkwam, want de mijne moet lang op onderhoud, en daarna misschien eens de bumper spuiten. Is niet waar, maarja. Wat moet ik anders doen? Dus ik heb nu 2 Superbs thuis staan, die van mij, en die van hun. En ik dacht ik zal maar met die van hem gaan werken vandaag, want anders staat die binnenkort weer plat.
De wagen heeft bouwjaar 2002. 64.000km gereden. Tel maar uit hoeveel per jaar gemiddeld dat is. Mijn ergernis? Dat ze niet meer hebben gedaan met die wagen. Of met hun leven. Doet het nog altijd heel goed. Nog als nieuw vanbinnen.
En zo reed ik op de autostrade vanmorgen, in de laatste auto van mijn ouders, een tijdscapsule. De tijd van toen. In het handschoenkastje ligt een kaart van Zuid Frankrijk met een route op getekend, in de armsteun een potje Wycams (van mijn pa) en een doosje Vicks (van mijn ma). Geen individuele bonbons meer te vinden, telkens een grote brok gesmolten "iets". Ruiken wel nog goed. In de deur stak nog de zonnebril van mijn ma, die ze in de auto altijd ophad. En de Blaupunkt radio op Radio 1. Uiteraard.


De nummerplaat is nog altijd 1159.S. Dat is de 'oude' Belgische nummerplaat. Elke keer bij de keuring willen ze hem verplichten om een nieuwe nummerplaat te nemen (EU formaat 1-XXX-XXX), maar zoiets liet hij zich niet aansmeren. Hij was te trots op zijn plaat. Ik merkte wel dat mensen op de autostrade precies anders reden. Ze leken wat agressiever. Ik reed nochtans niet anders dan normaal. Toen ik bij de ingang kwam van de kazerne liet de wacht mij binnen, hij zei "Bonne journée!" waarop ik zoals altijd antwoordde "Merci, egalement!". Hij riep me na terwijl de ruit al omhoog ging, "Quelle belle plaque ça". "wat een mooie nummerplaat", ha, lollig.
Vraag me nu af of hij gezien heeft dat ik zat te janken als een kind van 5...
